Door hakenkruisen weten we wie we moeten hebben.
In 1995 oordeelde de Hoge Raad dat het openbaar dragen van een hakenkruis een uitlating bij afbeelding is, die onder meer beledigend is voor Joden vanwege hun ras. Het dragen van een hakenkruis is dus verboten. Dat is de wet en daarom is het terecht dat Wilders en de ChristenUnie Kamervragen hebben gesteld over het tegengaan van hakenkruis-exhibitionisme. Aanleiding is natuurlijk het gezellige partijtje nazi bootmarching in Den Haag, bedoeld om Gazanen te steunen. Maar is een verbod op dragen van een hakenkruis wel zo verstandig?
Vooropgesteld, als Europa niet optreedt tegen het almaar groeiende antisemitisme dat vooral onder moslims leeft, zien Joden zich genoodzaakt om voor de tweede keer in honderd jaar naar de Verenigde Staten uit te wijken. Na de gruwelijke katharsis van de Tweede Wereldoorlog heeft het Westen tenminste afgerekend met zijn eeuwenlange traditie van nu eens sluimerende dan weer virulente Jodenhaat. Tijd om er van te genieten hebben de Joden nauwelijks gehad, want onze nieuwste lievelingsreligie kijkt heel anders tegen Joden aan dan wij nu. En zo is de Jood wederom het object van haat. Ik dacht dat we hadden gezegd 'nie wieder'? Verder:
alles wat hier staat.
Omdat we proberen de Jodenhaat tegen te gaan, hoort daarbij een verbod op hakenkruisen. Is iets voor te zeggen, vooral omdat als er één symbool is dat oproept tot haat en geweld, het wel het hakenkruis is. Het is lastig om te betogen dat het dragen ervan gewelddadige acties dicteert, maar zo'n kruis komt verdomd dicht in de buurt van verkeersborden als het gaat om algemeen begrepen betekenis én het bewustzijn dat er een bepaalde actie verwacht wordt. Toch denk ik niet dat het tonen van een hakenkruis betekent dat iedereen die het ziet, direct zijn eigen Buchenwald bouwt.
Rondsjouwen met een hakenkruis heeft bovendien een voordeel en het verbieden ervan een nadeel. Het voordeel is simpel: je hebt simpelweg met kwaadaardige, domme of kwaadaardig domme mensen te maken als ze ermee paraderen. Dat diskwalificeert hen als kandidaat om op wat voor wijze dan ook serieus genomen te worden. Integendeel, deze lui moeten we in de gaten houden.
Maar dit bijna absurde voordeeltje hangt samen met het gevaar van een verbod. Het verbieden van het dragen van hakenkruisen is een hellend vlak; het is een inperking van de vrijheid van meningsuiting. En daar zijn weliswaar goede gronden voor, maar degenen die de Jodenhaat willen bestrijden, helpen de goede zaak niet door het verbod. Want de aanhangers en ontkenners van antisemitisme onder moslims in Nederland, kunnen het verbod ook aangrijpen om de vrijheid van meningsuiting ten aanzien van moslims in te dammen. Onder het mom van: als je Joden niet mag beledigen, dan moslims ook niet. Die instelling schept de ideale voorwaarden voor weer een decennium van wegkijken, terwijl het antisemitisme er niet door afneemt.
We zien dat eigenlijk nu al: de NOS heeft
opzettelijk geen beelden getoond van hakenkruisen bij de Gaza-demonstratie (terwijl die er wel waren en de prinsenvlag bij de PVV dagenlang de journaals beheerste). Het is zelfcensuur, het opzettelijk niet gebruiken van de vrijheid van meningsuiting. Ook op Joop.nl is er geen enkele aandacht besteed aan de hakenkruisen bij de demonstratie, terwijl de redacteurs dezer website normaliter elke steen omdraaien om extreemrechtse huisjes met kruisjes te vinden. Een verbod op hakenkruisen (en de handhaving ervan) betekent in principe dat ze niet meer vrijelijk gedragen kunnen worden, wat de wegkijkers sterkt in hun geloof dat bijvoorbeeld die lieve ISIS-aanhangers helemaal geen antisemieten zijn.
Als we antisemitisme willen aanpakken, moeten we erkennen dat het er is. En antisemitisme bij dragers van hakenkruisen ontkennen, is praktisch onmogelijk.