Ministers Grapperhaus en Bijleveld moesten massa's 'nevenfuncties' opzeggen om bewindspersoon te worden
Je zou bijna denken dat dit soort types een wel héél hechte band hebben met Big Business en andere machtige (en rijke) instanties.
Het leven van een prominent lid van het partijkartel is héérlijk. Je hebt één hoofdbaan, en daarnaast heb je dan nog eens allerlei nevenfuncties. In sommige gevallen gaat het om zaken waarin je 'gelooft,' maar de meeste 'bijbanen' zijn puur gericht op het razendsnel en gemakkelijk verdienen van geld. Veel geld.
Wat de nieuwe lichting bewindspersonen betreft blijken ministers Grapperhaus en Bijleveld kampioen 'nevenactiviteiten' te zijn (de eerste onder de heren, de laatste onder de dames). Omdat ze graag minister wilden worden hebben ze nu een "waslijst aan banen en bijbanen opgezegd," aldus De Telegraaf:
Ministers en staatssecretarissen moeten voor ze het kabinet in gaan stoppen met al hun betaalde en onbetaalde functies. Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) was partner bij advocatenkantoor Allen & Overy en heeft allerlei belangen in bedrijven op afstand geplaatst. Samen met minister Bijleveld (Defensie) had de bewindsman de meeste nevenactiviteiten: zeven in totaal.
Grapperhaus blijft wel een promovendus begeleiden, maar dat zal niemand hem kwalijk nemen. Het is veel interessanter om te weten wat die andere 'nevenfuncties' waren zodat we weten met welke bedrijven hij -- en de andere bewindslieden! -- hechte banden hebben. We zien namelijk maar al te vaak dat politici hun macht en invloed gebruiken om hun vrienden in het bedrijfsleven een handje te helpen... waarvoor ze vervolgens beloond worden ná hun ministerschap.
