De laatste cijfers van de politie Haaglanden omtrent straatroven zijn schokkend. De helft van de verdachten is jonger dan 18 jaar. Oftewel: pubers, kinderen eigenlijk, roven onze zakken leeg.
De politie meldde vandaag trots dat het aantal straatroven in Den Haag aan het dalen is. Na zeven maanden na de start van een speciaal rechercheteam blijkt dat over het jaar 2012 het aantal straatroven met twintig procent is gedaald. Het team heeft 140 zaken behandeld; daarvan zijn er dertig opgelost. Dat klinkt nog niet eens zo heel slecht. Maar er is iets aan de hand met die cijfers. Wat mij het meest stoorde aan dit berichtje van Omroep West over de politiecijfers, was het volgende bijzinnetje, bijna helemaal onderaan:
Veel straatroven worden gepleegd door jonge kinderen, de helft van de verdachten is nog geen 18 jaar.
Dit zinnetje doet al het goede nieuws over de successen van het speciale politieteam en de daling van het aantal straatroven teniet. Een woordvoerder van de politie noemt het cijfer 'verontrustend': "Kwam je vroeger als kind in aanraking met de politie omdat je schuin overstak, nu zie je dat het eerste delict meteen een straatroof is." Wat zegt dat over de politie (waar is de goede oude wijkagent gebleven)? En vooral, wat zegt dat over de jongeren die kennelijk op straat worden opgevoed en niet thuis?
Eigenlijk sta ik er niet van te kijken, want het is nu eenmaal bekend dat criminelen op steeds jongere leeftijd beginnen met het plegen van misdrijven. Dat ze ook net zo hard meedoen aan straatroven als volwassen criminelen, verbaast me niets. Ze zien iets dat ze willen hebben - een telefoontje, een tablet, een volle portemonnee - en ze gáán ervoor, zoals een leeuw jaagt op een wandelend stukje vlees. Hard werken voor je geld is er niet bij.
Zoals deze jongens jagen op materiële dingen, zo jagen ze ook op jonge vrouwen. Vrouwen zijn in hun ogen ook maar een ding, een lustobject, niets meer dan dat.
Als jonge vrouw ben je je leven niet veilig in Haagse wijken als Transvaal en Schilderswijk, twee wijken die voorheen volkswijken voor arbeiders waren, maar die nu vooral worden bewoond door allochtonen en moslims. Jonge vrouwen met een smartphone of een tasje met portemonnee zijn al helemaal gewild, vooral als ze net de tram uitstappen en bezig zijn met het uitchecken met de ov-chipkaart (met de strippenkaart had je dat probleem niet. 'Vooruitgang' is niet per definitie goed, wanneer leren we dat nou eens?).
We staan erbij en we kijken ernaar, want de straatrovende 18-minner wordt natuurlijk behandeld volgens het jeugdstrafrecht. Taakstrafje hier, goed gesprek met de ouders daar. Hoe bedenken we het? Maar ik denk weleens dat het allemaal allang te laat is om de huidige jeugd op het rechte pad te krijgen. We moeten beginnen bij het begin: op de een of andere manier zullen deze jongens in hun kinder- en pubertijd moeten leren hun impulsen te beheersen. Je kan niet altijd alles krijgen wat je wil hebben. De vraag is: hoe brengen we ze dat bij voordat ze een spoor van vernieling achterlaten door maar te pakken wat ze pakken willen?