Vandaag is er de Mars voor het Leven in Den Haag. Een mars voor alle kinderen die door abortus niet geboren mochten worden, aldus de initiatiefnemers van deze Mars. Een heet onderwerp in een liberaal-progressief land als Nederland. Dit wordt een moeilijke blog, aangezien je voor elk negatief woord over abortus al over de tafel wordt gesleept en als een emotieloze zak wordt uitgemaakt. Natuurlijk, niet door iedereen, maar ik wil ermee zeggen dat de emoties bij discussies over abortus de boventoon voeren in Nederland.
Kees van der Staaij wordt al snel weggezet als de 'Ontnemer van alle Vrijheden van Vrouwen'. Baas in eigen buik, dat wordt vaak gezegd.
Heeft de
vrouw recht op zelfbeschikking? Natuurlijk, daar is geen twijfel over mogelijk, maar de nadruk op de focus op de vrouw in deze kwestie is meer dan beknellend voor de hele discussie. Een discussie die gaat over het recht van leven en het recht op zelfbeschikking, twee hele grote onderwerpen.
Ik ga nog geen eens in op alle trieste en verschrikkelijke voorbeelden waarbij een kind verwekt wordt en er gekozen wordt voor een abortus. Dat is verschrikkelijk en daar is geen relativering voor mogelijk en dat moet er ook niet zijn. Het is niet makkelijk voor vrouwen en het is een ingrijpende en verschrikkelijke beslissing.
De focus moet naar mijn mening niet meer krampachtig op de moeder blijven, want dat verstikt de discussie waarbij tegenstanders of critici met betrekking tot abortus worden weggezet als verschrikkelijke mensen. De focus moet weer in balans komen en de discussie moet weer gaan over de vrouw én en het kind.
Een kind heeft het recht op leven en ook als het net verwekt is. Op het moment dat er een verwekking plaats vindt, dan is er potentie op leven. ''Ja, maar Lars als mannen masturberen dan doen ze ook aan 'kindergenocide' met deze redenering'', hoor ik wel vaker. Dat is een manke vergelijking en nog geen eens een serieus argument. Een zaadcel heeft an sich niet als je het laat groeien de potentie tot leven, alleen op het moment dat er een versmelting plaatsvindt met een eicel. Dan komt het natuurlijke wonder tot stand.
Het kind kiest niet hoe het verwekt wordt, het kind heeft daar geen zeggenschap over. Het kind kiest niet voor een vader en moeder die welgesteld of arm zijn, of een alleenstaande moeder in haar studietijd. Je kan de situatie zo verschrikkelijk en zielig maken, maar nog steeds heeft een kind er niet voor gekozen. Dat maakt de context niet minder verschrikkelijk of minder moeilijk, maar met de focus op het kind kan je het niet goed verdedigen.
Voor een ongeboren kind beslissen of het wel of geen goed leven kan leiden, of dat de situatie niet gunstig is, of dat het kind het niet verdient om in zo een wereld of c0ntext geboren te worden is uiteindelijk een loos argument. Het maakt het ontnemen van het recht op leven niet minder problematisch. Nogmaals, op geen enkele manier wil ik een verschrikkelijke context van een verwekking niet relativeren en bagatelliseren. Het gaat mij om de positie van het kind.
Een goed voorbeeld is de discussie over abortus tussen Pechtold en Van der Staaij, waarbij er volledig langs elkaar heen gepraat wordt. Geen fundamentele discussie, geen normale discussie. Terwijl ook met liberale argumenten tegen abortus ingegaan kan worden, zoals ik dat net probeer te betogen.
Ik wil weer naar het Aristotelische midden in de discussie. Een gezonde afweging en debat over twee fundamentele mensenrechten: het recht op leven en het recht op zelfbeschikking.