Machteloze Grapperhaus geeft toe: ik "weet niet" wat te doen tegen haatpredikers

Toen het bekend werd dat het CDA tijdens deze kabinetsperiode verantwoordelijk zou zijn voor het departement Justitie en Veiligheid haalde heel Nederland opgelucht adem. Ein-de-lijk werd het ministerie uit de hebberige klauwen van de VVD gescheurd. We zouden een minister krijgen die a) competent is en b) het ministerie niet als zijn persoonlijke lobbygroep behandelde.

Op zich is Ferdinand Grapperhaus zeker een verbetering ten opzichte van zijn recente voorgangers. Helaas betekent dat niet dat meneer werkelijk een voorbeeld voor allen is. Tijdens het debat over haatprediker Fawaz Jneid in de Tweede Kamer gaf de CDA'er namelijk toe dat hij "niet weet" wat te doen tegen dat soort haatzaaiers.

"Ik zeg u daarom in alle eerlijkheid dat ik op dit moment niet weet of we dit soort uitspraken met het strafrecht kunnen oplossen," aldus de man die het OM richting en leiding dient te geven. Dat is dus hetzelfde OM dat Jneid zou moeten vervolgen.

Het enige wat hij kan doen, zei hij verder, is Jneid af en toe een gebiedsverbod opleggen. Maar uitspraken als "vijand van de islam" vallen volgens hem écht binnen de grenzen van de wet. Let wel, hij zei dat gisteren dus publiekelijk in de Kamer. Daarmee geeft hij Jneid en andere haatpredikers een haatbrief om dat soort retorische aanvallen te herhalen en zelfs te verhevigen... en als een dappere aanklager alsnog besluit om Jneid voor de rechter te slepen zal de advocaat van de haatbaard hem de uitspraak van Grapperhaus ongetwijfeld voor de voeten gooien, wat een mogelijke veroordeling nóg lastiger maakt.

We hebben het er maar weer mee te doen. Op de één of andere manier blijft Nederland nog altijd bestaan, ondanks de volstrekte incompetentie van onze ministers. Dat zegt toch wel het één en ander over onze veerkracht. Nu hopen dat types als Jneid die veerkracht niet permanent vernietigen.