In een artikel over immigratie van vorige week, heb ik kort aangehaald dat ik geen voorstander ben van een ongelimiteerd reizen, wonen en werken in de EU, omdat dit tot verdringing leidt op de arbeidsmarkt en een ontwrichting van onze welvaartsstaat.
Het is misschien een goed idee om deze gedachte nog eens uit te werken, betreffende de verschillende economische en financiële aspecten die hiermee zijn verbonden.
Net zoals in de discussie over de one-size-fits-all euro en veel andere onderwerpen, geldt ook hier dat de verschillen tussen de 28 EU-lidstaten veel te groot zijn om daar simpelweg een eenheidsbeleid op los te laten. Het eenheidsbeleid leidt tot divergentie in plaats van convergentie, tot ontwrichting van complete samenlevingen en uiteindelijk tot rancune en politieke radicalisering.
Natuurlijk is het zo dat in een global economy een land niet ongestraft het eigen loonpeil veel hoger kan houden dan andere landen, tenzij het gaat om specifieke sectoren of industriëen waarin het betreffende land een dusdanige voorsprong heeft qua kennis en innovatie, dat een hoger loonpeil gerechtvaardigd is. Als het gaat om eenvoudige werkzaamheden die makkelijk geografisch verplaatst kunnen worden, dan zul je als land met je loonpeil moeten concurreren, tenzij je een bewuste keuze maakt om dergelijke werkzaamheden niet meer uit te voeren.
Ik ben daarom ook niet een warm voorstander van een hoog algemeen bindend minimumloon of jeugdloon, al realiseer ik me dat het afschaffen daarvan ongewenste sociale gevolgen kan hebben. Toch denk ik dat we er misschien wat flexibeler mee om moeten gaan en wellicht meer onderscheid moeten maken naar sectoren, zeker nu de werkloosheid en met name de jeugdwerkloosheid nog steeds erg hoog is. Ik kan me voorstellen dat je bijvoorbeeld in vakantieparken zou kunnen werken met lagere minimumlonen, zodat meer jongeren daar aan de slag kunnen en de broodnodige werkervaring op kunnen doen, terwijl ze ondertussen toch een leuk zakcentje verdienen.
Uiteraard zou je dan ook naar de Bijstand voor jongeren moeten kijken, zodat het werken niet ontmoedigd wordt door ons sociale luilekkerland. We horen wat dat betreft de vreemdste verhalen. Bijstandstrekkers die door de Gemeente Rotterdam werden
ingezet in de kassen, hadden weing trek daarin. Al op de eerste dag van het project kwamen zon honderd bijstandstrekkers niet eens opdagen bij de luxe touringcar die hen naar het Westland zou vervoeren. Dit is een aspect dat niet ongenoemd mag blijven in de hele Oost-Europeanen discussie. Er schort heel wat met de arbeidsmoraal in ons door de opbrengsten van het aardgas verwend geraakte landje.
Dit alles gezegd zijnde, is het natuurlijk zo dat veel mensen hier met hard werken een bepaald loonpeil hebben opgebouwd dat gebaseerd is op kennis, ervaring en competenties. Bovendien is het zo, dat het macro-economisch gezien verkeerd is om het bestaande loonpeil hard onderuit te halen, omdat dit leidt tot een verlies aan koopkracht. Dit geldt des te meer als de vervangende kracht een Oost-Europeaan is, die het merendeel van zijn inkomsten naar huis stuurt. Er is dan niet alleen een Nederlandse werknemer het haasje, er ontstaat ook indirect schade aan onze economie.
Onlangs nog is onze koning Willem-Alexander door een aantal chauffeurs
hierop aangesproken bij een bijeenkomst in een truckerscafé in Europoort. Natuurlijk is het wrang en onrechtvaardig dat vakkundige chauffeurs, die met jarenlang sappelen een redelijk salaris verkregen hebben (en dat zal echt geen hoofdprijs zijn), nu vervangen dreigen te worden door chauffeurs uit Oost-Europa, die graag komen werken voor het minimumloon (momenteel EUR 1495,20 bruto per maand). Nu is het te prijzen dat Willem-Alexander hiernaar wilde luisteren, maar hij zal er weinig aan kunnen veranderen.
Overigens zijn er ook chauffeurs uit Oost-Europa, die zelfs voor nog minder werken dan het minimumloon (middels schijnconstructies e.d.). Vice-premier Asscher heeft eind 2013 aangekondigd daar streng tegen te gaan optreden. Op zich correct, maar wat de sociaal-democraat Asscher vergeet, is dat de verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt hierdoor niet zal stoppen. De Oost-Europeanen zijn immers tevreden met het minimumloon, de iets meer verdienende Nederlandse chauffeur raakt mogelijk zijn baan kwijt en heeft straks nog maar 24 maanden recht op WW dankzijde hervormingen van het kabinet Rutte-Asscher.
Overigens is het punt van het willen beperken van vrij wonen en werken in de EU, vorig jaar al eens aangekaart door de Britse premier Cameron. In dit
filmpje van zeven minuten ziet u de reactie daarop van de toenmalige EU-commissaris voor Justitie en Mensenrechten, Viviane Reding (inmiddels afgetreden). Een must voor wie het niet eerder gezien heeft. Redings af en toe schuimbekkende tirade tegen Cameron is een goed voorbeeld van dictatoriaal gedrag bij de EU. Notabene door een ongekozen bureacraat, die eventjes de vloer aanveegt met de gekozen premier van één van de grootste staten in de EU!