De verkiezingsuitslag van afgelopen provinciale verkiezingen is geen politieke aardverschuiving. In plaats van in de stress te schieten of elkaar angst aan te praten, stel ik voor dat we allen samen naar de hoogste top van de berg toe klimmen en vanaf daar achteroverleunend naar Nederland en de wereld kijken. Weg aannames en gewoon klimmen, eerst zien en dan… begrijpen.
De winst van Forum voor Democratie (
14,4 procent) draait niet om Baudet of welke politicus dan ook en is alles behalve uniek. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2002 behaalde de Lijst Pim Fortuyn (LPF) reeds 17 procent van de stemmen. In 2009 en de twee daarop volgende jaren bereikte de PVV soortgelijke winst in de Europese Parlements-, Tweede Kamer- en Provinciale Statenverkiezingen met 16,97, 15,45 en 12,44 procent van de stemmen.
De reden dat FvD nu als grootste partij uit de stembus rolt, is niet het gevolg van de inspanning van FvD zelf, maar een logisch gevolg van volgende twee punten. Ten eerste is er sprake van versnippering van stemmen over acht landelijke partijen. Ten tweede ging daarnaast circa 20 procent van de stemmen naar kleine regionale partijen.
Ontwikkelingen waaraan geen toegenomen fascisme, xenofobie of een zogenaamde verlinksing of verrechtsing ten grondslag ligt. De versnippering aan de onder- en bovenkant is het gevolg van een politieke identiteitscrisis die 30 jaar geleden sluimerend begon:
1. Verkiezingsanalyse
Verkiezingen zijn de enige dagen waarop de kiezer
enigszins zijn invloed kan uitoefenen. Het is dé dag van de kiezer. De enige juiste vraag is dan ook: “Wat wil de kiezer met zijn stem vertellen?”
Gezien dit stemresultaat niet uniek is, maar reeds begin deze eeuw zijn intrede deed, dienen we ons daarbij af te vragen of datgene dat de kiezer zegt al niet eerder is benoemd, maar om de een of andere reden ongehoord is gebleven. Laat staan dat ernaar wordt gehandeld. Deze vragen beantwoorden, is de richting waarin de te volgen weg ligt.
Het stemgedrag in Nederland vergelijkend vanaf 1986 laat zowel op provinciaal, landelijk als Europees niveau zien dat Nederland meer een rechts dan links georiënteerd land is. Er gaan meer stemmen naar rechtse grote(re) partijen dan naar linkse (circa 60 versus circa 30 procent). Alleen tijdens de verkiezingen vlak voor de economische crisis ontmoetten ze elkaar ongeveer in het midden.
Rond de val van de Berlijnse Muur in 1989 vond er op het gebied van opkomst op provinciaal en landelijk niveau een stabilisatie plaats: 45 à 50 en 75 à 80 procent. Tot 1970 gold er een opkomstplicht. Alleen in 2011 en 2019 lag de opkomst op provinciaal niveau hoger, twee jaren waarin PVV of FvD een opmerkelijk verkiezingsresultaat neerzetten. Vanaf de eerste Europese Parlementsverkiezingen na het ontstaan van de Europese Unie in 1993 stabiliseerde ook dat opkomstpercentage met 35 à 40 procent.
Tweede Kamerverkiezingen
Waar in de laatste decennia van de 20e eeuw alle kiezers nog vertegenwoordigd werden door een grote meerderheid van CDA (boeren), PvdA (arbeiders) en VVD (ondernemers), liep deze hegemonie in 2002 een flinke deuk op door de LPF. Vervolgens wankelde deze nogmaals in 2006 door de opkomst van de PVV en een forse groei van de SP. Een definitieve val van het trio volgde in 2010 toen de PVV de derde grootste partij werd.
Provinciale Statenverkiezingen
Op provinciaal verkiezingsniveau vond een soortgelijke ontwikkeling plaats. In 2007 zorgde een stevige provinciale groei van de SP voor minder dominantie van het klassieke trio, waarna ze vier jaar later nog slechts een nipte meerderheid overhielden door een stevig aantrede van de PVV in de provinciale politiek.
In 2015 zorgde daarbij de groei van D66 ervoor dat het trio haar meerderheid definitief verloor. Dit verlies werd dit jaar nog vergroot door de opkomst van FvD.
Europese Parlementsverkiezingen
De hegemonie van de drie grootste partijen slonk op Europees niveau al gestaag vanaf 1989. In 2009 werd dit machtsblok definitief doorbroken door de opkomst van de PVV, waardoor ze hun gezamenlijke meerderheid verloren. Tijdens de verkiezingen in 2014 werd dat verlies nog groter.
2. Gebeurtenissen en ontwikkelingen
1945 – 1991: relatieve rust en zekerheid
De Koude Oorlog schepte o.a. voor Nederland duidelijke geopolitieke verhoudingen. Nederland trad in die periode toe tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). In 1958 richtte zij samen met vijf andere Europese landen de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op en probeerde het communisme af te wentelen door het vergroten van de welvaart met steun van de Verenigde Staten (Marshallplan).
Later zou het samenwerkingsverband EEG met twee andere verbanden samengebracht worden tot de Europese Gemeenschappen (EG). Bijna een halve eeuw aan relatieve rust en zekerheid, waarbij de neuzen van landbestuurders, ondanks hun verschillende politieke kleur, in grote lijn eensgezind dezelfde kant op wezen: ‘heropbouw van het land, welvaart en economische groei’.
Vanaf 1991: verandering & onvoorspelbaarheid
De val van de muur leidde tot het einde van het communisme. In datzelfde jaar werd ook het begin van de digitale revolutie ingeluid door de geboorte van het World Wide Web. In 1993 ging de EG over in de Europese Unie (EU) en werden daarmee ook bepaalde bevoegdheden van land naar unie overgedragen. Tevens werd in datzelfde jaar het vrije verkeer van personen en goederen tussen Europese landen geregeld.
In de eerste decennia van de 21e eeuw groeide de EU door naar 28 lidstaten. De toetreding van Polen in 2004 en Roemenië in 2007 leidde er voor Nederland toe dat het land qua aantal zetels in het Europees Parlement twee plekken zakte. In 2002 ging iedereen in het land met de euro betalen.
Het terrorisme maakte vanaf deze eeuw dankbaar gebruik van de technologisering van de samenleving, o.a. door via diverse media angst te zaaien in vele huizen over de gehele wereld. In Nederland werden Pim Fortuyn en Theo van Gogh vermoord en meerdere aanslagen in de wereld volgden.
Via referenda verzetten Nederlandse kiezers zich tegen de invoering van een Europese grondwet, de komst van een associatieovereenkomst met Oekraïne en de Sleepwet. Het referendum werd afgeschaft.
Nederland kroop in 2013 na vijf jaar langzaam uit een economische crisis. In de eerste veertien jaar van de 21e eeuw was de Nederlandse staatsschuld ongeveer net zo hard aangegroeid als in de gehele 20e eeuw. Vanaf 2016 startte de Europese Centrale Bank (ECB) met haar opkoopprogramma en pompte zo 2,6 biljoen euro in de financiële markten.
Achteruitgang
Voor velen in Nederland leidde het besluit van de ECB tot deflatie van het eigen spaargeld, gezien de korte termijnspaarrentes sindsdien dalen en de inflatie daar bovenuit toornt. Sociale zekerheden zoals pensioen, AOW, zorg, loon bij ziekte en arbeidsongeschiktheid bleken na de eeuwwisseling toch een pak minder zeker, evenals de kwaliteit daarvan.
Dankzij het passend onderwijs werd gratis basisonderwijs voor 30 procent van de kinderen niet langer verzekerd. Vele voorzieningen in de regio verdwenen, op onderhoud van plaatselijke wegen werd bezuinigd en het openbaar vervoer richting de stad uitgekleed.
Het wonen in steden zelf wordt steeds meer een fenomeen van de ‘lucky few’. De bureaucratie en digitalisering deed op kantoor kwistig zijn intrede en daarmee ook de burn- en bore-out. Daarnaast verdween nog meer laagopgeleid werk naar het buitenland.
Waar na de oorlog veel nieuwbouw werd gepleegd, voldoet minstens een achtste van deze woningen nu niet meer aan de hedendaagse woon- en/of veiligheidseisen. Een miljoen van deze woningen loopt een significant risico op kostbare funderingsproblemen, andere hebben aardbevingsschade of zijn gewoonweg door ouderdom dringend toe aan renovatie.
De overheid heeft in haar ontwerp Klimaatakkoord hierop geen ander antwoord dan dat álle woningen in Nederland verduurzaamd dienen te worden, zonder daarbij enige rekening te houden met de huidige staat van woningen. Er moet zogenaamd dan maar geleend gaan worden, terwijl de huidige leenvormen en de stagnerende inkomens er toe leiden dat afbetaling van dergelijke bedragen minstens levenslang duurt.
Sterker nog, het is niet eens af te sluiten omdat dergelijke kortere termijnleningen leiden tot een maandelijks afbetalingsbedrag dat voor de meeste huishoudens te hoog is. In naam van het klimaat stijgen daarnaast de belastingen op energie sinds 2013 en wordt de gasprijs nu al stelselmatig verhoogd terwijl gemeenten nog geen plan klaar hebben liggen hoe ze alle woningen van het gas af gaan halen.
Meer dan
een half miljoen huishoudens zijn kwetsbaar voor energiearmoede schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving. Maar liefst
1 op de 9 kinderen in Nederland groeit op in armoede, meldt de Kinderombudsman. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelt dat in Nederland
het aandeel werkende armen (5,3 procent) groeit en groter is dan in België en Denemarken.
Het SCP vermoed dat een achterblijvende loonontwikkeling de hoofdreden hiervan is. Het Nibud becijferde dat steeds meer huishoudens
meer dan de helft van hun inkomen kwijt zijn aan vaste lasten.
Wie nu op de arbeidsmarkt start, wordt zelfs door de overheid een schaal lager ingeschaald dan tien jaar geleden, terwijl er meer startkwalificaties worden gevraagd voor werk dat onveranderd is. Structureel werk wordt ook door de overheid opgevuld met een jaarlijkse aanname van weer een andere werknemer, bij voorkeur zzp-er.
De toegankelijkheid van het hoger onderwijs, dat nodig is om aan de toenemende eisen te voldoen, is afgenomen door de invoering van het leenstelsel. Maar ook bij de onderwijskwaliteit kan je je vragen stellen, gezien er meer hoogopgeleiden rondlopen dan er feitelijk volgens hun aangeboren kwaliteiten mogelijk zijn. Dit leidt tot de vraag of de waarde van diploma’s niet onderhevig is aan een sterke devaluatie ingegeven door een exponentiële productiviteitsvraag en een doorslaande vrijemarkteconomie?
Stemgedrag
Het huidige stemgedrag wijten aan mondialisering, migratie en klimaat is te makkelijk. Dat aanslagen in de wereld niet bijdragen aan een veiligheidsgevoel bij mensen mag duidelijk zijn. Iedereen begrijpt ook dat mondialisering effecten heeft op de interne arbeidsmarkt en dat klimaat tot actie noopt. Wat daarentegen onbegrijpelijk is is dat de drie partijen CDA, PvdA en VVD hun eigen principes en achterban daarbij verloochenen en zij niet alleen, getuige de laatste verkiezingsuitslagen.
De meeste partijen zijn dermate vervreemd van hun eigen kernwaarden en achterban dat kiezers zich in de steek gelaten voelen. Een gevoel waar ze al langere tijd aandacht voor vragen, gezien de in het verleden behaalde winsten van LPF, PVV en nu FvD.
Dat de wereld stelselmatig veranderd om ons heen, stelt niemand in vraag. Dat je de winsten tegen de muren ziet op klotsen, maar niets van dat alles maar enigszins laat landen bij de werknemers die daaraan hebben bijgedragen, begrijpt niemand. Dat je als partijen dermate opschuift naar GroenLinks (GL) zodat in één keer bijna alle partijen hetzelfde klimaatprogramma gaan bepleiten, is als kiezer behoorlijk beangstigend als je toekomstzekerheid telkenmale verder onderuit gehaald wordt.
Het zal de kiezer een worst wezen als de wereld ontploft, zolang hij ervan verzekerd is dat hij zichzelf en zijn gezin van een toekomst kan voorzien. Maar die zekerheidsborging blijft vanuit traditionele partijen uit. Voor vele kiezers de PVV te rechts, blijft FvD dan als enige alternatief over. De enige keuze voor een groeiende middengroep die zijn toekomst onder steeds grotere druk ziet komen te staan. Een middengroep die nog steeds het gevoel heeft niet gehoord te worden.
Terwijl iedereen zijn ogen heeft gericht op de opkomst van FvD, lijkt niemand zich druk te maken over
de radicalisering van GL. In het programma van GL lijkt de mens (links) het te hebben afgelegd ten gunste van het groen. Dat blijkt ook uit het verkiezingsresultaat van GL dat de partij in het bijzonder te danken heeft aan steden zoals Groningen met een hoog studentenaantal en gegoede (young) professionals met of zonder gezin.
Op een groeiende reële financiële bestaansonzekerheid over de gehéle breedte van de middenklasse lijkt uit politiek oogpunt een taboe te rusten. De ‘motor van de economie’ moet zijn ontmanteling zelf maar tot staan proberen te brengen lijkt het adagium. In ruil daarvoor krijgen mensen nog meer lege verkiezingsretoriek en –propaganda naar hun hoofd geslingerd, betekenisloze panelonderzoeksresultaten, vluchtelingen en (terroristische) gelukszoekers.
Wat de meeste mensen willen is een rechtvaardig immigratiebeleid, dat zowel recht doet aan de échte vluchteling als alle inwoners van Nederland, zodat de aandacht kan gericht worden op de economische en sociale onzekerheid die de middengroep in hun bestaanszekerheid bedreigt en die op termijn iedereen raakt in Nederland.
Rutte 3: schijnkabinet van de Europese Unie
Daarentegen worden subsidies tegenwoordig door middel van een bilateraaltje door het Rijk en/of provincie vooraf vergeven aan de steden, voordat de regio wordt uitgenodigd aan te schuiven. En die regiobestuurder laat de kaas van zijn brood eten, omdat hij degene op een ander dossier wel eens ‘nodig’ zou kunnen hebben. Het polderen tussen overheden is verworden tot een eenzijdig ‘the-winner-takes-it-all’ model. Een flinke bezem door die bestuurlijke kast zou wel gepast zijn.
Daarbovenop lijkt de landelijke overheid een schijnkabinet te zijn verworden dat
de wil van de EU laat prevaleren boven die van haar volk. Een organisatie waarbij je je kan afvragen hoeveel betekenis Nederland daarin kan hebben
met 26 op 750 zetels. Die 26 zetels zijn ook nog eens verdeeld over 7 fracties.
Vragen
Zou Nederland niet beter de landelijke belangen binnen de EU voorop stellen in plaats van de individuele partijbelangen en samen in één gezamenlijke fractie gaan zitten? Gezien het omvangrijke welvaartsverval in Nederland, zijn er vast genoeg punten binnen de fractie te verzamelen waarover consensus kan worden bereikt?!
Zou het niet zo kunnen zijn dat de kiezer weer collectief snakt naar bestuurders die trouw blijven aan hun kernwaarden en op betrouwbare wijze het belang van hun achterban dienen? In plaats van populair gewauwel en idioot bekkengetrek?! Waarbij de bestaanszekerheid van mensen weer prevaleert zolang dat voor het gros van de huishoudens niet meer vanzelfsprekend is?
Dient een veilige, gezonde woning niet gegarandeerd te zijn, voordat klimaatmaatregelen kunnen worden afgedwongen? Iedereen die bijdraagt aan de welvaart van Nederland, behoort toch het recht toe daar de vruchten van te plukken? Is het niet belangrijker dat alle kinderen verzekerd zijn van passend onderwijs, in plaats van dat met belastinggeld skischoolreisjes worden vergoed?
Is het geen taak van de overheid te onderzoeken welke technologische ontwikkelingen nog wel ethisch verantwoord zijn en waartegen zij haar inwoners dient te beschermen? Wie beschermt de privacy van huishoudens, als de overheid deze op alle terreinen te grabbel gooit? Wie kan de kiezer nog vertrouwen, als partijen direct na de verkiezingen 180 graden afwijken van hun standpunten in naam van zogenaamde consensuspolitiek?
Waar blijven de bestuurders die verantwoordelijkheid nemen belonen en de prijs van ontlopen daarvan innen? Wanneer gooit Nederland haar Europese vazalmantel af en weigert nog langer Europese wetgeving in te voeren die haar volk nog harder zal laten kruipen? Letterlijk en figuurlijk worden de grenzen te grabbel gegooid.
Mensen die wijzen op belangenverstrengeling, dreigende monopolieconstructies en andere integriteitskwesties worden als verraders verketterd en buiten de samenleving geplaatst. Onderwijsinstellingen en overheden hebben de mond vol van gelijke kansen voor iedereen, maar weigeren in de praktijk vervolgens daaraan in groten getale gestalte te geven.
Politiek zelf debet aan politiek verval
Beste politici, beste bestuurders, het is hoog tijd dat u uw hand in eigen boezem steekt. Het electorale verval is het gevolg van uw eigen optreden. Politiek lijkt te zijn verworden tot een show waarbij het belangrijker is zieltjes te winnen dan een gezamenlijk overstijgend doel te hebben en het trouw blijven aan uw eigen kernwaarden en achterban. Uw partijen zelf zijn in crisis.
Na de val van de muur zijn de teugels tot het gezamenlijk streven naar welvaart losgelaten en bent u allen uw eigen koers gaan varen. U zag dat de levens van uw kiezers veranderden, maar vergat daarbij dat de basisbehoeften van uw achterban nog steeds dezelfde zijn.
Wil een huis in stand blijven, dan moet je het blijven onderhouden. Wil je welvaart in stand houden, dan zal je de basis daarvan moeten blijven consolideren. Op een manier die ingegeven is vanuit de basisbehoeften van uw achterban en niet bijvoorbeeld vanuit groteske klimaatplannen ingegeven vanuit één partij.
Dat alle partijen die op de klimaattrein sprongen,
groot electoraal verlies hebben geleden, zou u genoeg moeten vertellen en toch wilt u het voorstel er alsnog doorheen drukken voordat FvD plaatsneemt in de Eerste Kamer.
Als in de basisbehoeften van het volk wordt voorzien en zij de ruimte krijgen tot verantwoordelijke ontwikkeling, hangen zij zelf wel de slingers op. Het enige wat u hoeft te doen is daarvoor de voorwaarden scheppen vanuit een partij overstijgend doel en met behoud van trouw aan uw kernwaarden en achterban.
Hoe kan u van het volk verwachten dat ze op uw partij stemt die in een identiteitscrisis verkeert? Als u zelf vergeten bent wie u bent en waarvoor u staat, hoe weet een kiezer dan waaraan deze zijn stem toevertrouwt? Ook op provinciaal als Europees verkiezingsniveau dienen uw visie, kernwaarden en trouw voor de kiezer nog steeds helder te zijn.
Gemeenschappelijke deler
Zou het niet slimmer zijn dat u allen op zoek gaat naar de gemeenschappelijke deler op het gebied van primaire mensenrechten in plaats van over elkaar heen te duikelen? Ik nodig iedereen uit om samen op het topje van die apenrots te gaan zitten en de tijd te nemen om Nederland nu eindelijk eens te aanschouwen zoals het erop dit moment bij ligt en vanuit die werkelijkheid oplossingen te bedenken en begaanbare paden te kiezen die passen bij het gezamenlijke hogere doel: het recht op een toekomst voor iedereen!
Dat resulteert automatisch tot verantwoord beleid waarbij rekening gehouden wordt met het leefmilieu. Daarbij handelend vanuit vertrouwen in plaats van het wantrouwen dat nu overheerst. Als u het vertrouwen van de kiezer wenst, zult u het eerst moeten schenken.