Voormalig Partij voor de Dieren, 50Plus én PvdT-Kamerlid (zo, dat was even een hele mond vol zeg) Femke Merel van Kooten gaat óók meedoen aan de verkiezingen. Ze doet dat, aangezien ze tegenwoordig 'onafhankelijk Kamerlid' is met haar spiksplinternieuwe partij Splinter.
Waar Splinter voor staat? Nou eigenlijk gewoon voor de oude linkse talking points, met het verschil dat Femke weinig op heeft met het begrip 'fractiediscipline':
"Een seculiere partij die zich in wil zetten voor een betrouwbare overheid, klimaat en privacy en die ‘wars is van verstikkende fractiediscipline’."
"Ik laat een ander geluid horen in de Tweede Kamer," vindt Van Kooten zelf. "Een geluid dat wars is van partijpolitiek. Ik zie nu veel politiek theater, in fracties waarvan de leden altijd precies hetzelfde stemmen. Bij Splinter worden Kamerleden écht onafhankelijk en is er geen verstikkende fractiediscipline. We voeren levendige discussies, waarna een Kamerlid zelf mag bepalen wat hij of zij stemt. Zoals de grondwet het heeft bedoeld."
Dat laatste is natuurlijk best wel interessant. Stel je voor: de partij-Kamerleden komen bij elkaar, hebben een flinke discussie, en besluiten vervolgens (deels) anders te stemmen. Bij een andere partij zou dat reden voor een enorm probleem zijn, bij Splinter niet.
Althans, dat is de bedoeling. En ja, het klinkt ook heel leuk. In theorie dan. Want in de praktijk kan dit natuurlijk maar één ding betekenen: fractieleden van Splinter zullen in no time slaande (mogelijk letterlijk) ruzie met elkaar krijgen, waarna de fractie alsnog uiteenvalt en er wéér één of twee nieuwe partijen bijkomen.
Met andere woorden: Splinter zal voor nóg meer splinterpartijen zorgen. En dat terwijl we ondertussen al zoveel kleine partijtjes hebben. Nederland begint onderhand op de Weimarrepubliek te lijken. Iedere politieke, religieuze, of wat-dan-ook 'kleur' heeft een eigen partij. Als leden van een partij het niet eens zijn met een bepaald deel van het platform lopen ze weg, zeggen ze hun lidmaatschap op, en beginnen ze voor zichzelf. Vervolgens krijg je partijen die het op 80% of zelfs 90% volstrekt met elkaar eens zijn.
Aan de ene kant heb ik hier geen probleem mee omdat kiezers op deze manier iets te kiezen hebben. Laat maar allemaal verschillende partijen meedoen. De sterkste danwel beste partij blijft over. Aan de andere kant is het natuurlijk wel waanzinnig dat het tegenwoordig zó uit de hand loopt, en dat we zelfs in partijen zelf geen water bij de wijn meer kunnen doen. Ik ben ook niet van het compromissen sluiten naar anderen toe ‒ naar andere partijen toe ‒ maar intern moet je soms toch echt je verlies nemen.
Nog even en we kunnen al die partijen het beste maar helemaal opheffen en van verkiezingen een strijd maken tussen individuen die hun eigen platform hebben.