Zihni Özdil, u weet wel, dat GroenLinks-Kamerlid die er door Jesse Klaver uit werd geknikkerd vanwege zijn eigen mening, waarschuwt tegen het bagatelliseren van salafisme. Via de NRC.
In zijn column wijst hij ons erop dat hij het gevaar van salafisme al veel eerder aan heeft proberen te kaarten. Hij stuitte op weerstand vanwege een paar veelvoorkomende argumenten.
Zo kennen wij in Nederland streng gereformeerde christenen, dus waarom moslims wel aanpakken en die refo's niet? Heel simpel volgens Özdil: die refo's worden niet opgeleid om actief de Nederlandse maatschappij de rug toe te keren, salafisten juist wél. Ook het feit dat salafisme actief wordt gefinancierd door autocratische Golfstaten, is voor Özdil een duidelijk probleem, maar voor zijn gesprekspartner niet. Die zegt doodleuk dat Nederland ngo's in Afrika financiert, dus waarom Golfstaten niet bij ons?
Özdil stuit met deze discussie op een cruciaal probleem van onze maatschappij, namelijk die van tolerantie in een liberale democratie. Karl Popper gaf met zijn beroemde paradox aan dat men intolerant moest zijn tegenover elementen in de samenleving die ervoor wilden zorgen dat de hele samenleving intolerant werd. Het meest duidelijke voorbeeld van die tijd waren de nazi's.
Het probleem waar wij nu mee zitten is echter net een stapje verwijderd van actief intolerant zijn tegenover dergelijke elementen. Men kan niks doen of kijkt het even aan. Misschien gaat het probleem wel vanzelf weg! Of ligt het échte probleem bij 'opkomend extreem-rechts'? Daar staan de knokploegen voor in de rij, maar voor scholen die hun leerlingen leren dat je homo's van daken af moet gooien? Da's allemaal ingewikkeld.