Koopkrachtplaatjes worden ingehaald door stijgende benzineprijzen: we gaan richting de twee euro
Het Kabinet heeft veel geknutseld aan de koopkrachtplaatjes om het zo positief mogelijk te belichten, maar zoals Lubach het ook al heeft gepresenteerd, ze zijn niet gebaseerd op de praktische waarheid. Zoals nu, de koopkrachtplaatjes worden nu al ingehaald door ander nieuws: de benzineprijs wordt nog duurder en de hardwerkende Nederlander heeft daar veel last van.
Met name de nieuwe sancties die president Trump heeft aangekondigd voor Iran, dreigen de al hoge prijzen - 1,895 euro is de adviesprijs voor benzine en €1,558 voor diesel - op korte termijn verder te doen stijgen. Vanaf november vallen daardoor wereldwijd ruim 2 miljoen vaten olie per dag weg.
Grote oliehandelaren Mercuria Energy Group en Trafigura Group melden vanmorgen dat de olieprijs kan oplopen tot 100 dollar per vat. Een vat Brent olie doet momenteel al bijna 80 dollar, bijna dubbel zoveel als medio vorig jaar.
,,De pompprijzen stijgen al een jaar en liggen nu slechts enkele centen onder het record van oktober 2012," voorziet Van Selms, die met UnitedConsumers dagelijks alle prijzen monitort. Destijds moest 1,895 euro voor een liter Euro95 worden neergeteld en 1,56 voor Diesel.
De begroting en de koopkrachtplaatjes zijn gebaseerd op de premisse dat er verder niets veranderd, maar dit soort dingen gebeuren heel het jaar door. Die anderhalve procent groei, gemiddeld, wordt teniet gedaan door dit soort ontwikkelingen. Zij het binnen ons land, of buiten ons land. Dat maakt niet uit. Volgend jaar krijgen we het bericht te horen dat onze koopkracht alsnog achteruit is gegaan. Dan hebben dit soort berekeningen van het Kabinet geen zin en is het vooral voor de bühne.
