In het nationale Klimaatakkoord staan de plannen van de overheid met betrekking tot het verminderen van CO2-uitstoot. Samen met bedrijven en organisaties heeft de overheid verschillende afspraken gemaakt om de CO2-uitstoot met 49 procent te verminderen in 2030 ten opzichte van 1990. In 2050 moet dit zelfs 95 procent minder zijn. Deze maatregelen zijn nodig om de temperatuurstijging op aarde lager te houden dan 1,5 procent. Een temperatuurstijging van 1,5 procent lijkt nog beheersbare gevolgen in klimaatverandering te hebben. De komende jaren worden cruciaal voor het behalen van de gestelde doelen.
Het in juni 2019 afgesloten Klimaatakkoord bevat plannen die te kort schieten in het terugbrengen van de CO2-uitstoot in 2030. De doelen van 2020 zijn al niet behaald. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geeft aan dat de broeikasuitstoot geen 49 procent klimt volgens de plannen, maar met zo’n 45 procent. Daarnaast moet er hard gewerkt gaan worden in de komende jaren om deze 45 procent te redden. Zo moeten er binnenkort meer stroomleidingen aangelegd worden. Zonder deze stroomleidingen kan het elektriciteitsnet de stroom die wordt opgewekt door nieuwe windmolenvelden niet aan. Ook zijn de klimaatdoelen gebaseerd op toekomstige technieken, zoals de ondergrondse opslag van CO2. Hiervoor moet hard gewerkt worden op het gebied van innovatie en techniek.
Ingrijpende maatregelen die ten koste kunnen gaan van de werkgelegenheid neemt het kabinet liever niet. Denk hierbij aan een inkrimping van de veestapel. Dit is een voor de hand liggende manier om de CO2-uitstoot drastisch te reduceren. Het kabinet gaat voor een warme sanering, wat inhoud dat boeren worden uitgekocht die al wilden stoppen met de onderneming. De maatregelen om de stikstofproblemen het hoofd te bieden bestaan uit extra geld voor het uitkopen van varkensboeren, aangepast veevoer, lagere maximumsnelheden op snelwegen en noodwetten voor bepaalde bouwprojecten. Hierdoor kunnen grote bouwprojecten, zoals dijkversterking en kunstversterking, doorgaan. Ook trekt het kabinet geld uit voor natuurherstel.
Het kabinet heeft ook biomassa een grote rol gegeven in het klimaatakkoord. De techniek heeft onder andere mogelijke toepassingen in de industrie, mobiliteit, de gebouwde omgeving en voor het opwekken van energie. Deze techniek ligt echter onder vuur. Zo zou het leiden tot meer CO2-uitstoot dan energie uit kolen en zou het de luchtkwaliteit verslechteren. De stook van biomassa telt niet mee voor de Nederlandse klimaatscijfers omdat dit op papier alleen meetelt voor de landen waar de bomen gekapt worden. Uiteraard heeft het wel een invloed op de gehele planeet.
Naast deze landelijke maatregelen zijn er ook veel individuele maatregelen mogelijk. Zo hebben gemeenten elk een eigen beleid geschreven en kunnen ze met advies en subsidies inwoners helpen om de woning en leefstijl te verduurzamen. Zo kunnen Nederlanders op verschillende manieren zelf schone energie opwekken, hetzij door zonnepanelen te laten plaatsen of door een zonneboiler kopen. Veel Nederlanders kiezen er daarnaast voor om de woning te verduurzamen door deze beter te isoleren. De duurzame maatregelen zijn niet alleen goed voor het milieu maar leveren ook nog eens een flinke besparen op de energiekosten op waardoor het ook goed voelt in de portemonnee.