Een bijzonder merkwaardig moment tijdens Knevel en v/d Brink gisteravond.
Bij het begin van de uitzending vertelde minister Jeroen Dijsselbloem wat er sins zijn aantreden als voorzitter van de Eurogroep allemaal veranderd is. Het belangrijkste: er wordt niet meer gerookt en gedronken tijdens vergaderingen. Vervolgens legde hij uit dat het in Brussel helemaal niet vreemd is om al rond de lunch wijn te drinken (en dat gaat dan de hele dag door).
Mensen die een beetje kennis van zaken hebben weten dat dit klopt. Brussel is één grote, wijn-drinkende bende. Van vroeg in middag tot laat in de avond gaat het daar los.
Hoe dan ook, vervolgens werd Dijsselbloem gevraagd of hij weleens een dronken minister aan tafel heeft gehad? Nee hij niet, maar hij voegde hij eraan toe: dat zal ongetwijfeld zijn voorgekomen.
Nu komt het vreemde moment: vervolgens zegt Knevel dat hij daar niets van gelooft. "Ik kan het me niet voorstellen", zegt hij, waarna hij snel overspringt naar een andere gast.
Vreemd. Als je als journalist niets gelooft van wat een minister je zegt hoor je hem aan te pakken. Waarom denk je dat het niet klopt, lult de minister uit zijn nek? Zo ja, dat kan toch eigenlijk niet?
Belangrijker is dat mensen die het één en ander weten over Brussel weten dat het hoogstwaarschijnlijk wél klopt. Waarom voelt Knevel zich genoodzaakt om Europese politici te beschermen tegen negatieve publiciteit, als één van hen vrij open en eerlijk over alcoholgebruik spreekt?
Knevel als beschermheer van de regerende elite?