Het moet niet veel gekker worden: het Openbaar Ministerie moet van de rechtbank te Amsterdam overgaan tot de vervolging van het arrestatieteam dat betrokken was bij de aanhouding van de moordenaar van Anne Faber. Destijds als verdachte werd de veroordeelde Michael P. 'hardhandig opgepakt'. De man deed aangifte. Het Openbaar Ministerie weigerde in het eerste geval om de agenten te vervolgen en dat is geheel logisch, maar het gerechtshof in Amsterdam bepaalde anders: de agenten die de moordenaar van
Anne Faber arresteerden moeten worden vervolgd.
Onder meer omdat het gerechtshof van Amsterdam van mening is dat er "meer duidelijkheid moet komen over de instructie voor de aanhouding van Michael P." zo lezen we op de website van het
Algemeen Dagblad. Lekker belangrijk!
Michael P. liep tijdens de arrestatie in 2017 een schouderbreuk op en door agenten werd er zelfs gedreigd met de inzet van een politiehond. Het gore lef om eerst een ander mens te vermoorden en daarna te klagen bij de autoriteiten over een "hardhandige behandeling" is misselijkmakend om te zien.
Dat het gerechtshof hierin mee gaat is juridisch gezien juist, maar schetst wel een vreemd beeld van de prioriteiten van de rechters. Het hof vindt vooral de uitleg van de ordediensten als verklaring voor het letsel dat P. opliep tijdens zijn arrestatie niet afdoende.
De beklaagde politieagenten zullen dus samen een koffie moeten drinken om het verhaal nogmaals op een rijtje te zetten: de rechtbank in Amsterdam vertrouwt hen immers niet op hun woord.