In mijn column van vandaag eens een heel ander onderwerp dan de EU of de eurocrisis. Vrijdagavond zat ik te dineren in een cozy restaurantje, samen met mijn Portugese vriendin. Na afloop raakten we ter plekke in gesprek met drie Marokkaanse meiden, waarvan één 'traditioneel' gekleed. Er onstpon zich een uitvoerig gesprek, dat zeker anderhalf uur heeft geduurd.
Toegegeven, ik vind die 'traditionele kledij' maar niks. Het doet afbreuk aan de Nederlandse cultuur, waarvan ik een groot pleitbezorger ben. Met lede ogen zie ik, dat die cultuur langzaam maar zeker verandert en daar ben ik niet onverdeeld gelukkig mee, to say the least. Mijn vriendin, die al vijf-en-twintig jaar in Nederland woont, deelt die mening overigens volledig. Ik kan dus niet zeggen, dat ik geheel onbevangen de discussie opende door te vragen waar de meiden vandaan kwamen. Twee kwamen uit Rotterdam en waren op bezoek in het Brabantse land, ver weg van de drukte van de grote stad.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hier zaten drie werkende marokkaanse meiden, intelligent, welbespraakt (vloeiend Nederlands) en zeer goed op de hoogte van wat er in de wereld speelt. Ik was flabbergasted, en mijn vriendin ook, want we hadden dit totaal niet verwacht. Hier zaten drie voorbeelden van een perfecte integratie in de Nederlandse samenleving. En dat mag ook weleens gezegd worden in een steeds meer polariserende atmosfeer.
We hebben het over tal van onderwerpen gehad. Allereerst vroeg ik hen of ze zich thuisvoelden in Nederland en of ze hun oorspronkelijke land niet misten. Het antwoord loog er niet om: zij zouden nooit meer in Marokko kunnen leven. De vrijheid die hun hier geboden werd was onbetaalbaar. Doorvragend naar de positie van de vrouw in islamititsche landen, gaf één van hen aan: 'als je niet beter weet, dan weet je niet beter. Wij weten nu wel beter'. Duidelijker kan het niet gezegd worden, dunkt mij. Deze moderne vrouwen omarmden de Westerse vrijheid als een 'bevrijding'. Zeker ook degene met hoofddoek.
Naar later bleek maakten de drie deel uit van de 'derde generatie', geboren en getogen in Nederland, en goed opgeleid. De een had bestuurskunde gestudeerd, de ander HRM, de derde volgde een opleiding tot bejaardenverzorgster. Alle drie hadden werk. Maar wat misschien nog wel belangrijker was dan hun studie en werk, was dat zij aangaven dat hun ouders goed Nederlands hadden geleerd en hun hadden voorgehouden dat het belangrijk was goed te integreren, te studeren en een baan te vinden. Dit gegeven werd door de meiden nadrukkelijk genoemd.
Zij gaven ook aan, op mijn vraag, dat de problemen met voornamelijk Marokkaanse jongens vooral voortkwamen uit de islamitische macho cultuur. De vrouw heeft in islam geen rechten. Zij wordt analfabeet, onwetend, dom gehouden. De man is er de baas. De oorzaak hiervan legden ze nadrukkelijk bij de religie, alle drie. Gek genoeg, in mijn ogen dan, namen ze het ook weer op voor islam. Zij zeiden zich verwant te voelen met alle moslims. I kid you not.
Wat dan wel weer opviel is de harde veroordeling van Israël. Het lijkt wel alsof het Nederlandse onderwijs compleet aan geschiedvervalsing heeft gedaan, want ten aanzien van het Palestijns-Joodse conflict waren de meiden totaal niet juist geïnformeerd. Ik ben er wijselijk niet op ingegaan, maar het was heel opvallend. Israël is de boosdoener. Zij haalden ook de reportage uit Arnhem aan, waar Joost al eens over heeft geschreven. Geen woord over de Koran of Hadith, waarin de gelovige oproepen wordt om joden te vermoorden. Toch typisch.
Verder werden we verrast door de kennis van de meiden van de (politieke) actualiteit. Deze meiden waren zéér goed geïnformeerd, ondanks hun leeftijd (mid twintig). Ze wisten bijvoorbeeld meer dan gemiddeld over de eurocrisis, de EU en de daarbij geldende voorwaarden. Kom daar maar eens om bij de doorsnee Nederlandse burger. Ze waren op de hoogte van de meeste financiële aspecten, alleen van alternatieven voor de euro hadden ze nog nooit gehoord. Dat dan weer niet. En dat zegt ook heel veel. Overigens waren ze alle drie uitgesproken euro-sceptisch, maar dat terzijde.
Gevraagd naar de enorme oververtegenwoordiging van Marokkanen in allerlei 'foute' statistieken wezen ze naar de geringe kansen op de arbeidsmarkt en het gebrek aan opvoeding van de jongens door de ouders. Allebei waren van belang. De geringe kansen, omdat de jongens, gewend als zij waren aan het straatleven (door gebrek aan opvoeding) bij werkloosheid al snel de drugshandel ingingen. Als oplossing voerden ze aan: meer geld voor gesprekken met de ouders, die geïnformeerd moesten worden. Als de ouders geïnformeerd zouden worden, dan zouden zij hun mannelijke kroost in beter banen kunnen leiden. Letterlijk en figuurlijk. Maar als een groot gedeelte van de eerste en tweede generatie analfabeet is (of slecht Nederlands spreekt), dan is dat m.i. een weinig kansrijke operatie. Vandaar dat de meiden zeiden dat er geld tegenaan gesmeten moest worden. Dat zal allemaal wel, maar toen er geen crisis was zorgden onze 'lieverdjes' ook voor meer dan evenredige overlast. Daarop hadden de meiden niet een verklaring. Opvallend is dat de neiging om de schuld bij de eigen gemeenschap te zoeken wel wordt erkend (slechte opvoeding), maar tegelijkertijd ook weer wordt goedgepraat (arbeidsdiscriminatie). Tja, daar gaan we weer.
Heb hen gewezen op het feit, dat als zij zelf hun eigen kinderen en kleinkinderen een leefbare samenleving zouden willen geven (en dat wilden ze, hier, in Nederland, alle drie) dat ze dan eens tegen de Marokkaanse organisaties hier in dit land moesten zeggen dat die er beter aan doen afstand te nemen van het 'tuig' dat onze straten onveilig maakt en schouder-aan-schouder te staan met de Nederlandse bevolking. Naar mijn oordeel ging die opmerking niet geheel onopgemerkt aan hen voorbij. Anders gezegd: dat vonden ze ook. Nu maar hopen dat de problemen (intern) wat eerder worden aangepakt dan, zoals één hunner zei, dat die problemen met Marokkaanse jongens na verloop van één of twee generaties zich 'vanzelf' oplossen. Door de emancipatie van de moslimvrouw.
Niettemin, het gesprek was een eye opener voor Trias en Co, die verrast werden door de intelligentie, parate kennis en de positieve attitude richting Nederland van deze drie meiden. Nu maar hopen dat de Marokkaanse gemeenschap in ons land eieren voor haar geld kiest en dezelfde koers gaat varen. Iets zegt me dat dit nog niet zo vanzelfsprekend is. Maar hoop doet leven.