Zelfs een eventueel Rutte-II kan zich onttrekken aan de Griekse erfenis.
Vandaag weer een
doemscenario: als Griekenland over de kop gaat kost ons dat 120 miljard. Niet zozeer omdat wij dat geld in Griekenland hebben zitten, maar omdat het huidige noodfonds dan onherroepelijk vergroot moet worden. Landen als Spanje en Italië zullen wankelen door de schokgolf van de vallende Hellenen. Lenen kunnen deze PIIGS dan niet meer tegen betaalbare prijzen op de markten, maar slechts uit een euronoodfonds ter grootte van 2000 miljard. Ik weet niet of Griekenland valt, eenieder die een bankroet binnen korte termijn voorspelde, zat er vooralsnog naast - ik ook. We weten het gewoon niet. Wat we wel weten, is dat áls de Nederlandse bijdrage daadwerkelijk 120 miljard euro gaat bedragen, we bijna 25 procent van ons BBP moeten afstaan. En dat is reden tot zorg. Wie is er politiek verantwoordelijk voor zo'n immense overschrijving?
Het kabinet, zult u denken. De MP, de minFin en de rest van de club. Nou, nee, helaas, zo werkt het dus niet. De cijfertechnische verwerking van een Grieks of ander Club Med-bankroet komt pas over vele jaren op de nationale boekhouding. Zoals de Volkskrant vrijdag heel terecht schreef:
Formeel is er voorlopig ook geen sprake van directe schade van de europerikelen voor de Nederlandse belastingbetaler. Het echec rond Griekenland staat begrotingstechnisch 'buiten haken', zo legt minister De Jager van Financiën steeds uit. Eventuele verliezen op het noodfonds belanden pas ruim ná de zittingsperiode van dit kabinet in de nationale boekhouding.
Het kan dus zo zijn dat zelfs een kabinet Rutte-II nooit de politieke consequenties van meer dan 120 miljard schuld gaat voelen. Tegen die tijd is Rutte misschien wel een vermaarde VVD-grijsaard die af en toe iets orakelt vanuit Ljouwert en bestuurt Jan Kees de Jager Goldman Sachs. Wat ze tegen die tijd ook uitspoken, hun kabinet zal er niet meer door vallen. De politieke verantwoordelijkheid over 120 miljard euro komt op de schouders van een toevallige minister-president en diens minister van Financiën. Rutte en De Jager maken dat niet meer mee.