Ik ben gaan schrijven na de plotselinge dood van mijn vader. Ik was twaalf. Veel later begreep ik dat dat mijn eigen rouwproces was. Mijn moeder rouwde als een Arabische vrouw, hysterisch, buiten zinnen. Ik bleef stil. Maar ik ging schrijven en verzon verhalen vol verschrikkingen. De oorlogsverhalen die mijn moeder bijna dagelijks vertelde verhalen over al die familieleden die nooit waren 'teruggekomen' voedden mijn fantasie.
In 1981 publiceerde ik voor het eerst een roman waarin Joodse personages voorkwamen. In 1984 werd dat boek prachtig door Rudolf van den Berg verfilmd, maar Theo van Gogh, die aan het begon stond van zijn loopbaan als provocateur, was daar boos over. Volgens hem ventte ik mijn Joodse identiteit uit. Ik mocht mijn doden niet eren.
Op een Boekenbal in de jaren negentig vertelde een dronken televisiepresentator me dat hij me benijdde. Ik wilde weten waarom. "Jij hebt altijd iets om over te schrijven, man," zei hij. "Jij hebt de Holocaust, dan heb je altijd iets. Jij hebt altijd een thema. En wat heb ik nou. Ik wil ook eigenlijk wel een stuk van die Holocaust, man."
Jaloezie
Het begon tot me door te dringen dat er zoiets als thematische jaloezie bestond. Dat Joden massaal uitgemoord waren, was in de ogen van sommigen iets benijdenswaardigs. De Joden stonden kennelijk in direct contact met De Ergste Geschiedenis. Er waren mensen die dat ook wilden want die Ergste Geschiedenis gaf verdieping aan het leven.
Maar Joden werden niet alleen benijd vanwege hun unieke relatie met De Ergste Geschiedenis. Nu werden Joden gehaat omdat ze nietJoden een schuldgevoel bezorgden. De diepste schandvlek in de Europese geschiedenis kon alleen worden verdragen als de Joden zich zouden onthouden van verwijten en beschuldigingen. Als ze er blijk van gaven stil de lessen van de nazis te hebben geleerd de Joden zouden als gevolg van de slachtingen superpacifisten moeten zijn, meenden velen dan kon er door Europeanen met de erfenis van miljoenen doden ontspannen geleefd worden. Maar de Joden bleven niet stil.
Getuigenissen van Auschwitz-overlevenden als Primo Levi en Gerhard Durlacher (mijn schoonvader) verschenen. Films werden gemaakt. De Joden bleven Europa eraan herinneren wat het hen had aangedaan. Dat stuitte op verzet. Ergernis ontstond. En de behoefte om de politiek van Israël te veroordelen en daarmee Joden te ontheiligen werd dringender. Dat laatste werd een algemeen ervaren sentiment: die Joden gedroegen zich als heiligen, maar kijk eens wat ze de Palestijnen aandoen.
Nog een keer raakte Europa geobsedeerd door de Joden. Nu door Israëlische Joden. Daarmee kon de schandvlek worden weggepoetst. De Israëlische Joden gedroegen zich als nazis als die gedachte kon worden verspreid, verbleekte de schandvlek vanzelf. Want één conclusie werd steeds duidelijker: Europa zou de Joden Auschwitz nooit vergeven.
De Thora, oftewel de vijf boeken van Mozes die het hart van het Jodendom vormen, is een literair verslag van het ontstaan van het Joodse volk en zijn omgang met God. In die teksten wordt de Ene God uitgevonden en volgens de Britse filosoof George Steiner wordt daarmee 'het geweten uitgevonden'. Sindsdien kent de mensheid een ultieme norm van rechtvaardigheid, van disciplinering en wetten en verplichtingen, van geboden en verboden. Maar daar kan een groot deel van de brutale mensheid niet aan voldoen, de lat ligt te hoog. Dus worden de uitvinders van die ultieme norm, van het onnatuurlijke idee van humaniteit en beschaving, van het beschermen van de zwakke en bedelaar en van de vreemdeling en wees en weduwe, ten diepste verwenst, aldus Steiner.
Het hitleriaanse nazisme was een opstand tegen het geweten. Het wilde de wetten van de natuur in ere herstellen en dus moest het Joodse element in Europa worden vernietigd.
Hitler is erin geslaagd het Europese Jodendom bijna geheel weg te vagen. Maar in Israël en de Verenigde Staten overleeft het Joodse volk. Het is er zelfs tot enorme bloei gekomen. Meer dan drieduizend jaar lang worstelen zij met het idee van het persoonlijke en collectieve geweten. Die culturele continuïteit is uniek.
In een recent artikel over Jodenhaat schreef de Amerikaanse cultuurfilosoof David Goldman: "Waarom zijn de Joden het onderwerp van jullie (hij bedoelt: de Europese antisemieten) paranoïde obsessie? Er zijn maar 30.000 Joden in Italië, bij voorbeeld, en minder dan 5000 in Griekenland. Mag ik een verklaring suggereren? Jullie obsessie heeft niets te maken met de Joden zelf, maar met jullie sterfelijkheid en het naderende einde van jullie cultuur."
Zelfmoord
Volgens Goldman zijn de volken van Europa bezig zichzelf op te heffen. Zij krijgen geen kinderen meer. Hun taal en cultuur, hun tradities en herinneringen, alles zullen zij zien vervagen. Het is een collectieve vorm van culturele zelfmoord.
Goldman citeert Johannes 4:22: 'En het heil is van de Joden.' Daarmee wordt volgens Goldman de belofte van een eeuwig leven bedoeld, een eeuwig leven in de zin van een ongebroken continuïteit van tradities en waarden en normen, van, kortom, een cultuur.
Het joodse idee van het eeuwige leven is via het christendom ook aan de nietJoden geopenbaard, maar Europa is opgehouden christelijk te zijn, aldus Goldman, en wat resteert, is de bittere jaloezie ten aanzien van het Jodendom. En, voeg ik daar aan toe, de verwerping van het mooiste van de christelijke traditie.
De vernietiging van het Jodendom in Europa lijkt ironisch genoeg uiteindelijk te leiden tot het einde van de Europese volken. Als de demografische trends zich voortzetten zullen er aan het einde van deze eeuw meer Joden in Israël leven dan er Duitsers in Duitsland zijn. En de traditie van de liefdevolle Jezus zal uit Europa zijn verdwenen.
Ik schrijf omdat ik rouw. Daarvoor heb ik geen 4 mei nodig. Maar vanwege morele en ethische hygiëne moeten we de vierde mei blijven gedenken en letterlijk en geestelijk stilstaan bij de essentie van de joods-christelijke traditie, die door het nazisme dodelijk werd verwond.
Rabbijn Hillel, die leefde van 110 tot 10 vóór Christus, werd eens door een provocateur gevraagd om de Thora in één zin samen te vatten. Hij antwoordde: "Wat jou pijn doet, doe dat niet je naaste aan. Dat is de hele Thora. De rest is commentaar. Ga nu heen en leer."