Jeugdzorg is misschien wel het grootste terrein waar Nederland, zowel als overheid als instantie, kei- en keihard faalt. Een belachelijk wild westen van bureaucratie en vermijding van verantwoordelijkheid, met doden tot gevolg. Dat blijkt uit dit artikel van de NRC. Wie over problemen in de jeugdzorg leest, krijgt al snel de neiging om de schuldige op te sporen en aan te wijzen. Maar hoe dieper men in de materie duikt, merkt men dat het vingertje dat naar de schuldige wil wijzen, als een kompas aan een magneet, begint te tollen. De enige conclusie die dan valt te trekken is dat héél het systeem verrot is.
Zo valt te lezen hoe diverse instanties op basis van een vermoeden ingrijpen in de situatie van een moeder van twee kinderen, die meermaals door haar ex zou worden mishandeld in het bijzijn van die kinderen. De moeder hield ze namelijk buiten de deur, dus moest er wel iets aan de hand zijn. De moeder deed dit echter omdat ze toch geen hulp aangeboden zou krijgen en er alleen een hoop kritiek op haar zou komen. Daar bleek het ook inderdaad op neer te komen.
De hulpverleners proberen het zekere voor het onzekere te nemen. Want wat als ze te laat ingrijpen? Dan zijn de rapen gaar natuurlijk! De moeder probeert net zo het beste voor haar kinderen te doen. De bemoeienis van instanties maken het leven voor kinderen er vaker niet makkelijker op. 'Had dan aangifte gedaan tegen die ex!' Dat deed ze: 'we kunnen nu helaas niks doen', krijgt ze te horen. Beide wrijven uiteindelijk in dezelfde groter wordende vlek.
Een ander voorbeeld is de situatie waar een
gemeente een onderzoek niet uit wil voeren terwijl de
rechter hier om vraagt. Hoewel de mevrouw in kwestie inderdaad in een nijpende situatie zat maar zichzelf behoorlijk heeft weten te herpakken, veranderde dit niets aan de vermoedens die de gemeente had om toch voor een pleeggezin te kiezen.
Daar komt dan vier keer een verzoek van de rechter aan te pas, dat structureel wordt geweigerd. Een jaar later en zes jeugdbeschermers verder werd dan toch eindelijk erkend dat het anders moest. Maar dan het volgende probleem: de pleegouders werkten niet mee en er was een wachtlijst van een half jaar. Toen is er zoveel tijd verstreken dat de rechter maar had besloten om een einde te maken aan 'de voortdurende, schadelijke onzekerheid' en moeten de kinderen tot hun 18e bij het pleeggezin blijven.
Absolute gezin en levens verwoestende terreur, door een gevaarlijke cocktail van onverschilligheid, welwillendheid en angst voor verantwoordelijkheid.