Op 25 maart komen de regeringsleiders van de EU in Rome bij elkaar om de oprichting van de EU en haar rechtsvoorgangers zestig jaar geleden te vieren. Het is daarbij de bedoeling om de ‘geboorteakte’ van de EU van 27 lidstaten (dus zonder Groot-Brittannië) te presenteren. De huidige voorzitter van de Europese Raad, de in eigen land omstreden Pool Donald Tusk wil zelfs dat de lidstaten een eed van trouw afleggen. Volgens sommigen voert de EU daarmee een achterhoedegevecht. Dat denk ik ook en zolang gekozen blijft worden voor het doormodderscenario blijven oplossingen voor heikele Europese aangelegenheden uit. In dit artikel zal ik de belangrijkste drie met u doornemen. Wat ooit begon als een samenwerkingsverband tussen een zestal landen – om nieuwe Europese oorlogen te voorkomen – is na ruim een halve eeuw ontaard in een instituut, dat tot voor kort bestond uit 28 verschillende landen waar 24 verschillende talen gesproken worden. Wat ooit begon als kleinschalig intergouvernementeel overlegorgaan is verworden tot een anti-democratisch, log en technocratisch apparaat met een overdadig gehonoreerde nieuwe aristocratenkaste als uitvoerend bestuur. Geflankeerd door zo’n 55.000 eveneens uitstekend betaalde ambtenaren.
De Europese Commissie beschouwt zichzelf als de wettelijke regering van de EU die steevast abusievelijk wordt aangeduid met ‘Europa’. Alsof het instituut hetzelfde is als een continent. In de afgelopen decennia is driftig gewerkt aan verdere expansie van de Unie. Zowel qua deelnemende landen als qua beleidsterreinen. Er kwam ook een Europees parlement. Als een soort stem van een niet-bestaand volk. Het kon niet op. Maar van het aanvankelijke enthousiasme over die Europese ‘eenwording’ is tegenwoordig weinig over. ‘Europa’ verkeert in een crisis. Beter gezegd: diverse crises: een eurocrisis, een ‘vluchtelingen’ crisis en een democratische crisis.
In plaats van de problemen aan te pakken en op te lossen modderen onze duurbetaalde bestuurders voort. Onmachtig en onbekwaam om te doen wat noodzakelijk is. Laten we maar eens beginnen met de eurocrisis. Deze gemeenschappelijke munt werd ingevoerd tegen het indringende advies van geraadpleegde economen in. Zij zou zorgen voor een hoge welvaartsgroei en volledige werkgelegenheid. Er werden afspraken gemaakt over economisch beleid, zoals de bepaling dat landen nimmer voor de schulden van andere landen zouden opdraaien, die in beton waren gegoten. Er zou een heuse Europese Centrale Bank worden opgericht, die moest waken over een sterke euro, analoog aan het strikte monetaire beleid van de Duitse Bundesbank. We weten nu dat al die verdragen evenveel waard zijn als het papier waarop ze zijn geschreven, het Europese huis vertoonde flink wat betonrot.
Hét probleem met de muntunie is haar gebrek aan monetaire flexibiliteit, zoals ik al zo vaak heb beschreven. Zie
hier en
hier en
hier bijvoorbeeld. Zolang er niets verandert aan deze starre one-size-fits-all structuur zullen de economische problemen blijven bestaan, resulterend in blijvend hoge werkloosheid, lage groei en geringe investeringen. De bestuurlijke elite kiest echter voor doormodderen waar een simpele maar doeltreffende oplossing voorhanden is. En van Nederlandse makelij nog wel. Een
oplossing bovendien, die niet alleen een einde maakt aan de starre monetaire structuur van de muntunie, maar die ook het zwakke Europese bankenprobleem adresseert. Het is onbegrijpelijk dat de Europese politici tot nu toe niet bereid zijn geweest om tot implementatie over te gaan. De euro splijt Noord en Zuid.
De tweede majeure kwestie is het ‘vluchtelingen’ probleem. Meer in het bijzonder: het probleem van het niet bewaken van de buitengrenzen van de Europese Unie. Ook dat was in marmer gebeiteld, maar ook nu bleek het in de praktijk niets voor te stellen. ‘Wir schaffen das’ riep de Duitse bondskanselier in een overmoedige bui. De Duitsers hebben het geweten. En de rest van de Unie ook: de kwestie verdeelt de Unie in Oost en West. Maar in plaats om voor een deugdelijke bewaking te zorgen heeft de EU met Frontex een veerdienst in het leven geroepen die de ‘vluchtelingen’ komt halen uit Noord-Afrika. Daarmee niet alleen een gigantische smokkelindustrie in het leven houdend, maar ook een probleem creërend in de Unie zelf. De Europese burgers is niets gevraagd, zij worden simpelweg geconfronteerd met AZC’s vol met mensen uit andere culturen in hun achtertuin. En in plaats dat de nationale bestuurders luisteren naar de bezwaren die de burgers hebben, bagatelliseren zij de boel waardoor mensen zich nog meer van de politiek vervreemd voelen. Eén van de dingen die daaraan mede bijdraagt is dat er geen nationaal beleid gevoerd kan worden door – wederom – internationale verdragen. Maar als zaken niet blijken te werken, wordt het dan niet eens tijd om de (juridische) bakens te verzetten? Insanity is doing the same thing over and over again and expecting different results, zei Albert Einstein ooit. Het zou aan de individuele lidstaten zelf overgelaten moeten worden wie, hoeveel en wanneer zij vluchtelingen willen opnemen.
Tenslotte hebben we nog het democratisch tekort van de Unie. Het Brusselse apparaat is bureaucratisch met tegelijkertijd een enorme regeldrift. Ik heb dat al eens de ‘juridisering’ van de samenleving genoemd. Juristen die bepalen wat goed voor ons is. Dat gaat meestal niet goed. Die kippedrift om regels en wetten voor te schrijven in zulke diverse landen kan niet anders dan leiden tot spanningen. En dat zie je dan ook voor je ogen gebeuren. Veel landen houden zich eenvoudigweg niet aan de overeengekomen regels. Het vluchtelingenquotum is daar een treffend voorbeeld van.
Er moet echt heel rap een einde komen aan deze groeiende bureaucratie. De macht moet volledig terug naar de Europese Raad, de Commissie kan met een factor vier kleiner en het Europese Parlement kan opgeheven worden. Dat vertegenwoordigt niemand, want er is geen Europees volk. De Raad bepaalt en de Commissie houdt zich enkel en alleen met hoofdzaken bezig. Nu wordt dat slechts met de mond beleden, maar resultaten blijven uit. Zolang deze drie kwesties niet voortvarend worden aangepakt zal de weerstand tegen het Europese project alleen maar verder toenemen en zullen de voordelen van een gezamenlijke markt worden bedreigd. De huidige elite is hard op weg om het volgende lustrum van het instituut niet te halen.