In Italië was het dan bijna zover: een zeer eurosceptische regering zou aantreden. Het enige wat de Italiaanse president Mattarella moest doen, was alle ministers goedkeuren. Het komt dan ook maar zeer zelden voor dat een minister wordt afgewezen door de Italiaanse president, maar dit keer gebeurde het toch. Mattarella vetoede de eurosceptische Paolo Savona, omdat hij bang is dat die Italië uit de euro zou dwingen. Savona staat bekend om zijn eurosceptische denkbeelden en zijn wens om Italië uit de euro te krijgen. Als deze man minister van Financiën zou worden, dan zou dit slecht nieuws zijn voor Italië, omdat de financiële markten dan in chaos zouden belanden en de rente sterk zou stijgen. Dit zou volgens de president funest zijn voor Italië. Daarnaast, de nieuwe regering wil honderden miljarden meer gaan uitgeven komende jaren, dat zou al zorgen voor een onhoudbare situatie. Alsnog wil de leider van de populistische
Vijfsterrenbeweging,
Luigi di Maio, de president afzetten.
Met een beroep op artikel 90 van de grondwet wil Di Maio de president afzetten. Dat artikel gaat over hoogverraad en schending van de grondwet. Als een meerderheid zich daarvoor uitspreekt, moet het constitutionele hof besluiten of de president wordt afgezet. Italië-correspondent Mustafa Marghadi acht de kans klein dat, mocht het zover komen, het hof in dit geval zal overgaan tot afzetting.
Alhoewel ik een eurosceptische regering wel zie zitten, zijn de economische plannen van de mogelijk nieuwe regering een regelrechte ramp. Het kan in dit opzicht niet 'en-en' zijn, want financieel gezien zou het inderdaad funest zijn voor het land. Aan de andere kant moet een nieuwe regering de kans krijgen om de eigen plannen waar te kunnen maken, ook al zijn het slechte plannen. Het is een democratisch recht en de eurogezinde president moet daar in principe niets aan doen.