Antisemitisme is tegenwoordig maar al te normaal onder aanhangers van de islamitische religie. Tzipi Livni, de voormalige Israëlische minister van Buitenlandse Zaken,
kwam daar onlangs hoogst persoonlijk achter toen ze meedeed aan een paneldiscussie op de universiteit van Harvard, één van de beroemdste universiteiten ter wereld.
Toen het publiek vragen mocht stellen stond een islamitische studenten namelijk op, waarna hij Livni vroeg "waarom ze toch zo stonk?" Het hele panel begreep daar niets van. Ten eerste stonk Livni helemaal niet, ten tweede was het een ongelooflijk onbeschofte vraag, en ten derde kon de student helemaal niet weten hoe ze rook omdat hij niet bij haar in de buurt zat.
Gek.
Livni wist natuurlijk wel wat er aan de hand is. In antisemitische kringen wordt al tijden net gedaan alsof alle joden stinken. De vraag van de student was dus niet slechts anti-Livni, maar anti-Joods.
De universiteit bood meteen zijn excuus aan voor het wangedrag van de student in kwestie, maar wilde zijn identiteit niet bekendmaken. Dit ongetwijfeld om hem te beschermen; dit terwijl antisemieten natuurlijk totaal geen bescherming verdienen.
Gelukkig zijn er anderen die er wél voor wilden zorgen dat de naam van de student bekend is geworden. Het gaat om Husam El-Qoulaq. Niet alleen is hij een moslim, maar hij staat ook al jaren bekend als een anti-Israël activist die er alles aan doet om
Israël zo slecht mogelijk te doen lijken.
Nu zijn z'n uitspraken natuurlijk bijzonder ongewenst, maar ik vind het toch mooi dat hij ze gedaan heeft. Daardoor wordt het namelijk duidelijk voor iedereen dat anti-Israël zijn gewoon hetzelfde is als antisemitisme. Je kunt de twee begrippen, anti-zionisme en antisemitisme (of: jodenhaat) niet van elkaar scheiden.