Moet de helft plus één wel besluiten kunnen maken over de rug van de rest van de bevolking?
Iets meer dan 51 procent van de Nederlanders stemde in 2012 op de PvdA of de VVD. De meesten deden dat vooral om te voorkomen dat de ander aan de macht zou komen en kregen na de verkiezingen een coalitie waar niemand op zat te wachten. Het is dus niet zo vreemd dat een merendeel van de kiezers de regeringspartijen de rug heeft toegekeerd, maar het zetelverlies in de peilingen is wel erg dramatisch. De VVD zou bijna de helft van de huidige Tweede Kamerzetels kwijtraken. De PvdA houdt maar een derde over.
In andere landen zien we een vergelijkbare situatie. In Frankrijk won François Hollande de verkiezingen ook met maar iets meer dan 51 procent van de stemmen. Inmiddels is hij de meest gehate naoorlogse president van Frankrijk.
De Moslimbroeder Mohamed Morsi werd in het voorjaar van 2012 met 51,7 procent van de stemmen tot president van Egypte gekozen. Een jaar later werd hij door het leger afgezet in een coup die op brede steun onder de bevolking kon rekenen.
Barack Obama werd later dat jaar met 51,1 procent van de stemmen herkozen. Inmiddels vindt maar 41 procent van de Amerikanen dat hij zijn werk goed doet, een dieptepunt.
Je vraagt je af of de Fransen, Egyptenaren en Amerikanen die zich aanvankelijk onder de 51 procent rekenden niet iets beter hadden kunnen nadenken voor ze hun stem uitbrachten. Iedereen met een beetje verstand had toch kunnen zien aankomen dat de socialist Hollande een economische faalbeleid zou gaan voeren en dat de Moslimbroederschap in Egypte überhaupt geen benul had van economisch beleid en ook nog eens minderheden zou uitsluiten. De Amerikanen die nu spijt hebben dat ze Barack Obama herkozen, hebben al helemaal geen excuus. De Democraat had in de voorgaande vier jaar al tal van blunders begaan en was er toen niet in geslaagd de Amerikaanse economie uit het slob te trekken. Dachten ze werkelijk dat hij het in een tweede termijn beter zou doen?
In de voorgenoemde landen wist een grote minderheid van het electoraat wel beter. Met enkele honderdduizenden stemmen meer was Nicolas Sarkozy president van Frankrijk gebleven, was Ahmed Shafik in Egypte aan de macht gekomen en zat Mitt Romney nu in het Witte Huis. Was de wereld er dan beter op geweest? We kunnen het niet met zekerheid zeggen, maar het is ook niet heel moeilijk voor te stellen.
De meerderheid heeft niet altijd gelijk, maar het is wel bijzonder cru wanneer die meerderheid uit slechts de helft plus één bestaat en na de verkiezingen ook nog eens als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Is er een alternatief? We zouden bij gekwalificeerde meerderheid kunnen stemmen, maar wat is 'gekwalificeerd'? Voor een grondwetswijziging is in Nederland een tweederde meerderheid nodig. Dat is voor andere besluiten echter haast niet te doen. Stel dat de regering 101 zetels in de Tweede Kamer nodig heeft om wetten door te drukken, dan krijgen we helemaal onwerkbare coalities.
Iets meer dan een meerderheid van 51 (laat staan 50,1) procent is wenselijk, maar een grens trekken lijkt arbitrair. Als 51 procent niet genoeg is, waarom zou 55 procent dat dan wel zijn? Of 60 procent? Waarom zouden eigenlijk beslissingen kunnen worden genomen als niet iedereen het ermee eens is? Het optrekken van het begrip 'meerderheid' is een hellend vlak. Maar de huidige situatie is bepaald niet bevredigend.