Geen enkele zelfkritiek bij VVD-burgemeester van Den Haag.
In een uitgebreid interview met de Volkskrant deed de burgemeester van Den Haag, Jozias van Aarsten, maandag enkele opvallende uitspraken over de anti-Joodse demonstratie (“dood aan de Joden”, ISIS-vlaggen) van 24 juli in de Schilderswijk.
Even ter opfrissing van uw geheugen: direct na de omstreden demonstratie liet zijn woordvoerder (Van Aartsen was zelf op vakantie in Frankrijk) weten dat er geen grenzen waren overschreden. Ter verduidelijking voegde de woordvoerder er even later aan toe dat Van Aartsen “wettelijke” grenzen bedoelde.
Toen naderhand videomateriaal met Nederlandse ondertiteling opdook, begon Van Aartsen ongemakkelijk te draaien. Hij liet een persbericht uitgaan waarin hij liet weten dat hij nimmer heeft gezegd dat er “geen morele grenzen” zijn overschreden. Door toevoeging van het woordje “morele” hoopte Van Aartsen zijn gezicht te redden, maar er bleken, getuige twee arrestaties, wel degelijk wettelijke grenzen te zijn overschreden – wat de burgemeester dus in eerste instantie glashard had ontkend.
Communicatief gewoon dom en onprofessioneel en het had de VVD’er gesierd als hij die fout gewoon had toegegeven. Maar zo iemand is Van Aartsen niet, zo blijkt wel uit het interview, waarin hij onder meer zegt “geen zin” te hebben in “toe te geven aan de hetze”. Trots, dus.
Terugblikkend op de kwestie zegt Van Aartsen dan ook: “Ik heb er goed over nagedacht en ik zou het weer precies zo doen.”
Vastberaden is hij zeker, dat zal een ieder hem moeten nageven.
Hoewel? In hetzelfde interview spreekt hij zichzelf (opnieuw) tegen. In reactie op een verzoek om pro-IS-demonstraties te verbieden, zegt hij: “Dan zet je voor dit soort ISIS-lieden je eigen democratische regels opzij. Dat doet deze burgemeester niet.”
Een dergelijke principiële uitspraak valt lastig te rijmen met het ondemocratische en onliberale verbod op alle demonstraties in de Schilderswijk dat Van Aartsen op 14 augustus afkondigde.
De rechtsstaat verdedigen doe je niet door orthodox-islamitische of nationalistische demonstraties te verbieden uit angst voor rellen. De rechtsstaat verdedig je door er meer politie op te zetten om hun vrijheid van meningsuiting te garanderen, in te grijpen wanneer journalisten worden belaagd en ophitsers te arresteren wanneer zij bevolkingsgroepen met de dood bedreigen.
Dit alles liet Van Aartsen na. En zolang burgemeesters nog zonder een enkele burgerstem op het stadhuis belanden, zullen ze ermee blijven wegkomen ook.