Universiteiten ontwijken herhaaldelijk de vertegenwoordiging binnen ons parlement, dat een afspiegeling is van de stem van onze huidige samenleving en daarmee de harde ‘realiteit’ van onze democratie. Er is op dit moment een rechtse meerderheid binnen ons parlement; Nederland heeft overwegend rechts gestemd tijdens de laatste Provinciale Statenverkiezingen. Maar waarom zou een academisch instituut deze realiteit verhullen?
Deze vraag zou ik zelf slechts in de meest abstracte bewoordingen kunnen beantwoorden: individuen verschillen in hun overtuiging ten opzichte van een ideologie. Kennelijk is er momenteel sprake van een algemene consensus omtrent de over te dragen ideologie aan de volgende generatie. Om u te behoeden van een lang verhaal over de concepten ‘links’ en ’rechts’, begin ik met een kort onthullend verhaal dat ons de realiteit onder ogen doet zien.
Niet lang geleden volgde ik het vak Politieke Filosofie aan de UvA. Er waren verschillende gastdocenten op bezoek om hun kennis over de te bespreken theorie over te dragen. Maar naar iedere achtergrond-check bleek de docent actief te zijn geweest bij GroenLinks of momenteel actief te zijn in de gemeenteraad voor deze partij. Aan het einde van het blok vroeg de docent om onze mening wat betreft de inhoud van het vak.
De vingertjes gingen de lucht in, ik bereidde me voor op een diverse input en kritiek. Mijn suggestie bleek (niet geheel verbaasd) misplaatst; het waren allen eensluidende kritieken met een iets andere formulering. Zo begon een jongen met zijn toelichting over het vak en dat wat hij graag anders zou willen zien in de toekomst:
"Ik vind dat we ons iets te veel gericht hebben op linkse denkers; ik had graag gewild dat het curriculum een diversiteit aan denkers zou bieden."
Weer een andere student zei ongeveer hetzelfde:
"We hebben veel geleerd over de vrij linkse Frankfurter Schule, ik neem aan dat er in die tijd ook andere denkscholen waren en vind het jammer dat we daar niets van hebben meegekregen."
Vervolgens zei een laatste jongen, in een gedaante van ongemak en zich verontschuldigend:
"Begrijp me niet verkeerd, ik ben zelf best links dus vind het niet erg om te lezen over het marxisme maar ik had ook graag een theorie willen doornemen die ook de voordelen van het kapitalisme betoogt, want ik weet dat dat bestaat."
Wat fijn dat deze studenten hun oprechte kritiek gaven. Maar wat jammer dat diversiteit over alles gaat, behalve diversiteit in politieke overtuigingen, ideeën of het lef om objectief te kijken naar ¨controversiële¨ concepten. Dat laatste wordt met een zeker ongemak buiten de orde gesteld. Als zelfs links georiënteerde studenten zeggen dat de bestudeerde stof té links is, dan moet dat de suggestie wekken dat er voor de geesteswetenschappen werk aan de winkel is! En dat er een noodzakelijke behoefte is aan rechts-liberale sprekers of gastdocenten, zoals bijvoorbeeld Paul Cliteur.
In een huidige tijd van politieke correctheid hebben studenten binnen de Faculteit der Geesteswetenschappen – waar het linkse gedachtegoed klaarblijkelijk het spel bepaalt – het recht op gastsprekers, docenten en denkers die zich niet conformeren aan de status quo.
Daarom zou ik juist verwachten dat Geesteswetenschappen de plek bij uitstek is voor politiek-morele debatten. Is het een probleem dat de Faculteit der Geesteswetenschappen
overwegend links-liberaal van karakter is? En dat een opleiding Filosofie ervoor kiest om sprekers of docenten te beoordelen op hun politieke voorkeur? Dat is zeker zo als de kritische analyse en discussie centraal staan als de kern van geesteswetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Echter, waar het streven naar diversiteit centraal staat, is de interesse voor (en debat met) wetenschappers met andere denkbeelden en overtuigingen essentieel.