Uit een brief aan de Kamer van minister Blok (Veiligheid & Justitie) blijkt dat er nog steeds mensen werkzaam zijn op vertrouwensfuncties terwijl zij niet beschikken over de benodigde Verklaring van geen bezwaar (VGB).
Het ontslag van een agent van de
Dienst Bewaken en Beveiligen (DBB) die medeverantwoordelijk was voor de de beveiliging van Wilders, heeft een beerput geopend over de integriteit van de veiligheidsdiensten. Een brief aan de Tweede Kamer van de minister van Veiligheid en Justitie toont aan dat niet alle politiemedewerkers op vertrouwensfuncties beschikken over de vereiste Verklaring van geen bezwaar (VGB).
Een VGB wordt pas afgegeven na een veiligheidsonderzoek door de AIVD, en is vereist voor mensen die werkzaam zijn op vertrouwensfuncties. Ook agenten van de DBB moeten een VGB hebben aangezien zij inzage hebben in gevoelige informatie en toegang tot plaatsen en personen die gevoelig zijn voor aanslagen. Vorig jaar bleek echter dat niet alle mensen op vertrouwensfuncties daadwerkelijk is gescreend. Toenmalig minister Van der Steur
schreef 3 december 2015:
"Uit de inventarisatie in de eenheden, het Politiedienstencentrum en de staf korpsleiding blijkt dat van de ruim 1600 functionarissen die op een A-vertrouwens-functie werkzaam zijn, 118 politiemedewerkers niet over de vereiste VGB-A beschikken."
A-vertrouwensfuncties zijn de meest gevoelige vertrouwensfuncties. Je zou verwachten dat de 118 medewerkers zonder de vereiste screening direct werden overgeplaatst, maar dat was niet het geval blijkt uit
deze brief van 27 januari 2016:
Voor een beperkt deel van deze medewerkers heeft de korpschef geconstateerd dat het vanuit operationele noodzaak te risicovol is om deze medewerkers niet langer in te zetten. De korpschef laat deze medewerkers hun functie vervullen, mits deze medewerkers minstens beschikken over een VGB-P (Verklaring van geen bezwaar – Politie). (...) In overleg met de AIVD ondergaat deze groep met voorrang een A-veiligheidsonderzoek. Voor bijna 98% van deze medewerkers is inmiddels een A-veiligheidsonderzoek in behandeling bij de AIVD.
"Voor bijna 98%", dus niet voor allemaal. Zelfs nadat werd geconstateerd dat er meerdere mensen werkzaam waren zonder de vereiste screening, werden dus nog niet alle agenten gescreend. In de nieuwste brief aan de Kamer wordt verwezen naar de eerdere brieven die hierboven zijn geciteerd. Er wordt dus nog steeds geen garantie gegeven dat alle agenten inmiddels beschikken over een VGB.
Niet alleen bij de A-vertrouwensfuncties, ook bij de P-vertrouwensfuncties (de minder zware categorie) heeft nog steeds niet iedereen een VGB.
Daar waar het gaat om de P-vertrouwensfuncties heeft de politie het moment van de personele reorganisatie aangegrepen om te controleren of de functionarissen in bezit zijn van een VGB. Bij alle medewerkers die worden geplaatst op een vertrouwensfunctie wordt gecontroleerd of zij reeds in het bezit zijn van een VGB. Indien dit laatste niet het geval is, worden deze medewerkers alsnog gescreend. Hieronder vallen dus zowel de medewerkers die nog niet eerder op de vertrouwensfunctie werkzaam waren, als de medewerkers die reeds op een P-vertrouwensfunctie werkzaam zijn en hier opnieuw op worden geplaatst. Naar verwachting zijn alle onderzoeken in het kader van de personele reorganisatie rondom de zomerperiode van 2017 afgerond.
Met andere woorden: pas in de zomer weten we of alle agenten wel daadwerkelijk een VGB krijgen. Oftewel: van de mensen die op dit moment werkzaam zijn in vertrouwensfuncties, is niet zeker of zij die functie überhaupt wel mogen bekleden. Hoe moeilijk kan het zijn? Je mag pas werken in een vertrouwensfunctie, als je een VGB hebt. Heb je die niet, dan moet je maar even wachten. Veiligheid gaat immers voor.
Het is zorgwekkend dat er nog steeds geen einde is gekomen aan een probleem dat al meer dan een jaar geleden is geconstateerd. Zeker in deze tijd kan Nederland het zich niet veroorloven om de integriteit van onze veiligheidsdiensten te laten versloffen.