Nederland lijkt verworden tot een vat vol superioriteitsgevoelens, decorumverlies, zwart-wit denken en een flinke dosis hypocrisie. Sinds de provinciale verkiezingsoverwinning van Forum voor Democratie (FvD), zijn er flinke barsten ontstaan in het schijnbaar flinterdunne laagje glazuur dat over Nederland ligt.
Daarbij nuancerend dat alle mensen in dit land het als groep niet beter noch slechter doen dan in landen elders ter wereld. De mens is nu eenmaal hypocriet. Althans velen zijn (on)bewust schijnheilig gecultiveerd. Wat dus ook inhoud dat we de keuze hebben om dit te veranderen. Dat we het in dit land niet beter doen dan elders, maakt de uitspraken van minister Blok vorig jaar over andere landen in ieder geval wel behoorlijk knullig.
Vraag aan iedere willekeurige voorbijganger of die te vertrouwen is en de meerderheid zal dit over zichzelf beamen. Zodra je ook vraagt of de buurman te vertrouwen is, is dat al een pak minder en degene die grotendeels afwijkt van onszelf, is een louche figuur. Laat staan dat aan die laatste nog grondrechten worden toegekend.
Er is in deze tijd niks menselijker dan op deze manier door het leven te gaan en de ontkenning van deze discrepantie is daarbij als mainstream aan te merken. Echter gezien het denkbeelden zijn die we ons eigen hebben gemaakt, kunnen we deze ook afleren.
Dat het vat gevulder lijkt, wil niet zeggen dat het zo is. Wat als het het resultaat is van een al lang bestaande eigengemaakte cultuur en er geen sprake is van een toegenomen polarisatie? Een groot deel van de bevolking is opgegroeid in een 'ja-knik cultuur'. Wat je ouders zeiden was waar en in bepaalde gevallen werd het je desnoods hardhandig en/of mentaal duidelijk gemaakt dat een weerwoord, hoe diplomatiek verkondigd ook, ongeoorloofd was. Ook op school en in het openbare leven ging het zo.
Vroeger
Vijftig jaar geleden hadden we zogenaamd nog respect voor de leraar, politieman, bestuurder. Was het wel respect? Als je met repressie regeert, krijg je waarschijnlijk weinig weerstand, maar dat heeft weinig met respect te maken. Echt respect kan je alleen ontvangen, als je het zelf eerst geeft zonder daar voorwaarden aan te verbinden. Best een lastig te behalen doelstelling in een samenleving die bij elkaar wordt gehouden door het zaaien van angst en toepassen van straffen.
Pas als je in de jaren ’70 van de vorige eeuw geboren werd en je het geluk had in een gezin terecht te komen waar ruimte was voor andere denkbeelden, kreeg je meer kansen tot het kritisch gebruik van je bovenkamer, het delen van je zelfbedachte hersenspinsels en het leren en ervaren van wat écht respect is. Een voorrecht dat ook in Nederland zelfs nu nog voor sommigen niet vanzelfsprekend is.
Nu
Daarnaast zie je in de huidige samenleving dat er nog een heleboel mensen ongemakkelijk worden en zich ‘persoonlijk’ gekwetst voelen als ze geconfronteerd worden met andere denkbeelden, hoe tactisch en gewogen dan ook verwoord. Een andere mening wordt dan al gauw onder het kopje ‘extreem’ geschaard en als schokkend ervaren. De andersdenkende (althans in ieder geval op het besproken onderwerp op dat moment) wordt daardoor alleen al door de inhoud van zijn boodschap gecategoriseerd als asociaal, onbeschoft of onaangepast. En als andersdenkend (publiek) figuur word je in de algemene opinie dan uitgemaakt voor populist, fascist, racist, massamoordenaar, extreem of handelsonbekwaam…
Twee maten
Daarbij wordt ook nog eens met twee maten gemeten. Want als links zich extreem uit, wordt het met de mantel der liefde bedekt: “Zij bedoelde het niet zo!” Zelfs in het geval van strafbare feiten, neigt men sterk tot vasthouden aan hypocriete willekeur.
Het oprichten van een meldpunt voor inventarisatie van mogelijke indoctrinatie in het onderwijs wordt door media en politici op o.a. social media aangegrepen om FVD in een kwaad daglicht te zetten. Het zou volgens de andere gevestigde partijen een ‘kliklijn’ zijn die oproept tot het filmen van linkse leraren. Wie de moeite neemt dit te checken, komt al gauw tot de vaststelling dat dit een broodje-aapverhaal is. Als daarnaast blijkt dat niemand zich bijvoorbeeld druk lijkt te maken over het meldpunt ‘Meld Islamofobie’, roept dat vragen op. Onder welke voorwaarden wordt een meldpunt gecategoriseerd als kliklijn? En op basis van welke gronden dragen bepaalde meldpunten zogenaamd bij aan het ontstaan van populistische totalitaire regimes?
Critici van het meldpunt van FVD zouden bijvoorbeeld wel de vraag kunnen stellen dat als er sprake is van indoctrinatie of er dan ook moedwilligheid in het spel is? Mogelijk is het eerder ingeslapen, aangeleerde eenheidsworst. Een mens en dus ook een samenleving wordt zich pas bewust van zijn blinde vlek als iemand de vinger op de zere plek legt. In die zin zouden we dit initiatief dan ook juist moeten koesteren en in eerste instantie uitgaan van goede bedoelingen. Als later dan mocht blijken dat intenties kwaadwillend zijn, laat onze democratie alsnog de ruimte om op correcte wijze in te grijpen.
Iedereen telt mee
Dat in het licht dat niemand het recht heeft om uitlatingen (en plein public) naar iemands hoofd te slingeren in een poging om iemand persoonlijk te gronde te richten, gewoonweg omdat een initiatief, een mening, niet strookt met de algemene denklijn waarvan een bepaalde groep meent het recht te hebben deze iedereen op te leggen. Wat is totalitair ook alweer? Hebben we dan zo weinig vertrouwen in ons democratisch systeem?
Zoals Job Cohen ook zei in de NPO Radio I uitzending over zogenaamde toenemende polarisatie, dat het goed zou zijn om ook ruimte te maken voor extreme standpunten in de samenleving zonder direct te zeggen dat diegene die het brengt stapelgek is en niet deugd.
Over uitspraken dat de FVD-65+-kiezer de dood wordt toegewenst op social media in het licht van de volgende Tweede Kamerverkiezingen, lijkt daarentegen niemand gechoqueerd. Als je daar tegen ageert, krijg je weinig tot geen bijval. Is Nederland dan juist hét apenland, vraag je je af?! De bescherming van de grondrechten, waarover minister Ollongren in haar Burgemeester Dales lezing spreekt, begint toch met elkaar aanspreken op uitspraken die deze rechten met voeten treden? Grondrechten maken toch per definitie geen onderscheid tussen links, rechts of wie dan ook? Of hebben bepaalde groepen volgens deze minister toch meer privileges, gezien ze blij is dat nu ook de gronden handicap en seksuele geaardheid deel uitmaken van artikel 1 van de Grondwet. Feitelijk waren deze gronden al onderdeel in de oorspronkelijke tekst onder de noemer ‘of op welke grond dan ook’.
Moeten we nu op basis van de lezing van de minister stellen dat ieder die worden geconfronteerd met discriminatie op gronden die niet vallen onder de gronden godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap en seksuele geaardheid, daarmee zijn recht op gelijke behandeling vervalt, zoals artikel 1 wel voorstaat? Gezien de minister met haar blijdschap schijnbaar lijkt te erkennen dat de formulering ‘op welke grond dan ook’ weinig juridische waarde heeft. Dat verklaart dan ook waarom de politiek niets doet aan de discriminatie van basisschoolkinderen met een niet-gemiddeld IQ, die gratis passend onderwijs wordt onthouden.
Deze selectieve bevoorrechting bevestigt de minister ook nog eens bij de afsluiting van haar lezing: “Onze grondwet voorziet in een zo groot mogelijke vorm van individueel vrijheid, en dát ingebed in de eenheid van het geheel. Je zou het kunnen zien als een evenwicht tussen liberalen, vrijzinnigen en democraten enerzijds, en gemeenschapsdenkers als conservatieven en socialisten anderzijds.” Je zal maar tot een andere groep gerekend worden, dan ben je de pineut?!
Ik begrijp heel goed dat, haastend door het leven, het als een opgave kan voelen om voor je medemens op te komen. Toch vraag ik mij af als vrijheid voor eenieder zo belangrijk is, het toch ook ieders plicht is om op respectvolle wijze mensen te wijzen op de effecten van bepaalde uitspraken. Of vinden we dat ons streven naar doorgeslagen efficiency onze welvaart meer borgt dan het elkaar herinneren aan onze gezamenlijke grondrechten en daarmee ook onze plichten?
Zouden weldenkende mensen zich tegenwoordig vaker afvragen of ze nog onderdeel willen zijn van een land waarin dergelijke houding mainstream lijkt te zijn geworden? Het zogenaamde gelijkheidsdenken resulterend tot ongelijkheid à volonté in de praktijk is hypocrisie ten top. Wie is er nog verzekerd van: ‘practise what you preach’?
Politieke uitspraken en handelen
Een grote groep valt over de uitspraak van Yernaz Ramautarsing, lid van FVD, dat zwarte mensen een lager IQ zouden hebben dan witte mensen. In plaats van een reactie op inhoud te geven, dat bijvoorbeeld de samenstelling van IQ onderzoeken Westerlingen bevoordeeld, grijpt minister Ollongren dit aan om haar politiek opponent persoonlijk aan te vallen. Een gemiste kans! Waar politici vallen over een absurde mening van een FVD-lid, maken ze zich in ieder geval niet druk over de oproep op social media van niet-FVD kiezers om een toelatingsexamen in te voeren bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen, waarvoor je eerst moet slagen alvorens dat de kiezer zijn stem mag uitbrengen. Want volgens een NOS enquête, die feitelijk alleen iets zegt over de groep die op eigen initiatief meedeed (en daarmee niet als representatief te beschouwen is voor alle kiezers), zouden de meeste kiezers die op FVD hebben gestemd, 65+ mannen zijn die grotendeels hooguit middelbaar opgeleid zijn. Hoezo waarheidsgetrouw en niet stigmatiserend? Hoe dan ook mogelijk moeten deze oproerkraaiers hun zin krijgen, zodat ze tot de vaststelling kunnen komen dat de FVD-kiezer wonderbaarlijk toch beter geïnformeerd blijkt te zijn dan de jonge yup die bij het woord ‘groen’ al gaat springen met de vraag: “Waar kan ik een bolletje kleuren voor GroenLinks?” Best zorgelijk dat dergelijk stemgedrag bij bepaalde kiezers heerst.
Ook in het debat over Michael P., de man die Anne Faber heeft vermoord, werd toen kamerlid Hiddema aan het woord was met twee maten gewogen. Enerzijds werd hij door onder andere voorzitter Arib aangesproken op zijn betoog waarin hij feitelijke informatie opleest die voor iedereen openbaar is. Informatie waarover je kan discussiëren of het nodig was dit te benoemen. Was het noodzakelijk voor Hiddema om zijn punt te kunnen maken? Had het ook anders gekund? Daarbij kan ook de vraag gesteld worden of de inhoud van het debat, dat werd gehouden vanuit het oogpunt van de samenleving als geheel, diende te worden aangepast omdat familieleden van slachtoffers aanwezig waren?
Anderzijds had voorzitter Arib ook moeten ingrijpen toen volksvertegenwoordiger Hiddema in de Kamer in de hoedanigheid van advocaat ter verantwoording werd geroepen. Niet Hiddema stond immers terecht, maar werd wel verzocht uitspraken te doen over de advocatuur als beroepsgroep en zijn visie als advocaat. Als een voorzitter verzaakt dit relaas te onderbreken, dan zou je toch verwachten dat een mede-Kamerlid naar de interruptiemicrofoon was gelopen om elkaar eraan te herinneren dat elk Kamerlid daar staat in de hoedanigheid van volksvertegenwoordiger.
Multiculturele samenleving
Andere voorbeelden waarbij hypocrisie overheerst is bijvoorbeeld de multiculturele samenleving. Deze wordt volop bepleit door links, maar zodra iemand van allochtone afkomst een kantoor binnenwandelt als nieuwe collega krijgt diegene achter zijn/haar rug om alle vooroordelen over zich heen gegooid waaraan links georiënteerde collega’s maar al te graag meedoen: is zijn IQ wel hoog genoeg, moet ze geen hoofddoekje dragen, is hij wel voldoende opgeleid… Een blanke allochtoon die het Nederlands goed eigen is, wordt daarentegen weer geconfronteerd met ontkenning van zijn/haar afkomst onder het mom: “Je bent één van ons!”
In het licht van mensenrechten zou er wel degelijk een strikter migratiebeleid mogen gevoerd worden, waarin de mensenrechten van zowel de échte vluchteling als de mensen die in Nederland wonen beter beschermd worden. Een vluchteling heeft meer aan een efficiënte en menswaardige korte procedure, dan aan een (kinder-) pardon na eindeloos wachten. Daarnaast hoeven mensen in Nederland niet op straat te leven omdat er een woningtekort heerst en vluchtelingen voorrang krijgen.
Discriminatie
Net zo goed dat links de mond vol heeft van gelijke kansen, maar vervolgens net zo hard mee doet aan de discriminatie van vrouwen en andere groepen op hoge functies. Mensen die kritiek hebben op het transformeren van alle openbare wc’s tot 'genderneutrale' exemplaren, worden door bepaalde types ook de huid vol gescholden. In plaats van dat er óók een 'genderneutrale' wc is, moeten we opeens massaal genderneutraal gaan plassen en genderneutraal onze kinderen gaan opvoeden, terwijl de meerderheid zich nog steeds man of vrouw voelt en de meeste kinderen ook nog steeds jongen of meisje, zónder dat dat cultureel wordt opgelegd. Dat vele vrouwen ook in Nederland nog steeds het gevoel hebben ’s avonds onveilig over straat te lopen, lijkt irrelevant. Vrouwen moeten zich op de wc nu maar massaal over hun onveiligheidsgevoel heen zetten en mannen over hun wens tot privacy bij het plassen, omdat een minderheid een genderneutraal symbool op de deur wil hebben geplakt.
Europa & klimaat
Nog een ander hypergevoelig onderwerp is Europa. Als je stelt dat Europa door haar verkregen bevoegdheden nog onvoldoende rekening houdt met specifieke unieke situaties in EU-landen, word je direct in de mond gelegd dat je een Nexit bepleit. De nuance is gewoonweg geheel zoek.
En geef geen kritiek op het klimaat in welke zin dan ook, want dan word je per definitie op een hoop ontkenners gegooid, die feitelijk bijna niet bestaan. Dat een significante groep mensen in de samenleving niet meer mee zal komen indien het huidige klimaatbeleid wordt doorgezet, is voor de ‘groene’ opinie onbespreekbaar.
Oproep tot meningsuiting
Daarom hier het pleidooi om je mening te laten horen, ook al wijkt die af. Misschien wel juist als die anders is. Uit je je gedreven en gepassioneerd, misschien met wat scherpe kantjes? Een andere mening komt al gauw scherper over. Zolang je niet persoonlijk wordt, is het dan terecht dat je je een schuldgevoel laat aanpraten? Als de ander er moeite mee heeft? Grote kans dat hij met zijn eigen spiegelbeeld wordt geconfronteerd. En ben je er getuige van dat iemand anders persoonlijk wordt aangevallen vanwege vrije meningsuiting, spreek diegene er dan op aan en steun elkaar daar ook in. Het opkomen voor elkaar zou vooral veel vaker mogen gebeuren.
Aan degenen die anderen letterlijk wegzetten als ‘azijnpissers’: Zou het zo kunnen zijn dat juist aan uw perceptie over de ander iets ernstigs schort en de ander gewoonweg op bepaalde vlakken een legitieme andere mening heeft die minstens zoveel waard is als de uwe?
Als we een evenwichtige samenleving willen, hebben we verschillende meningen en visies nodig, anders blijven we in onevenwicht hangen. Deze moeten we blijven delen met elkaar, gezien een evenwicht altijd in beweging is. 2019 lijkt mij daarbij in de tijdsgeest van nu een geschikt jaar om deze krappe jas van hypocrisie af te schudden en ons te beperken tot het zaaien van enkel datgene dat we willen oogsten.