In Afrika is de jacht een bijzonder belangrijke bron van inkomsten.
De afgelopen dagen is er een enorme volkswoede ontstaan - overigens met name in Europa en Amerika - over de dood van Cecil, de bekendste leeuw van Zimbabwe. Dit roofdier werd deze maand doodgeschoten door een Amerikaanse jager, die een jaagreis had gedaan in het Afrikaanse land.
Veel Westerse commentatoren konden het nauwelijks geloven toen ze dat hoorden. Toen ze vervolgens zijn foto's zagen - waarop hij trots poseerde met Cecil - werden ze zo mogelijk nog bozer. Het was afschuwelijk, dit kon zo niet, en ga maar door.
Nu bericht de NOS dat Cecil alles behalve de enige leeuw is op wie er jacht wordt (of werd) gemaakt:
In privéreservaten in Zuid-Afrika worden leeuwen speciaal gefokt voor de jacht. Ze leven in gevangenschap en hun enig doel van leven is om afgeschoten te worden door een steenrijke toerist. Die betaalt tienduizenden euro's voor de daaropvolgende jachtfoto, in hun ogen de ideale jachttrofee.
Voor ons in het rijke Westen is het gemakkelijk om daar boos over te worden. Leeuwen zijn magnifieke beesten. Het is doodzonde om te zien hoe ze, puur voor de jacht, worden doodgeschoten. Zo'n trots dier hoort op zijn gemakje door de savanne te wandelen op jacht naar eten. Er hoort géén jacht op hem te worden gemaakt - en al helemaal niet door een stel toeristen die alleen maar een foto willen maken.
Voor Zuid-Afrika en andere landen in de regio is het veel minder simpel. De Zuid-Afrikaanse overheid heeft berekend dat dit soort jachttoerisme jaarlijks voor 490 miljoen dollar per jaar aan extra inkomsten zorgt. Dat komt neer op 446 miljoen euro: een fors bedrag - al helemaal voor een Afrikaans land. Daar komt bij dat een deel van de opbrengsten gebruikt worden om de natuur te beschermen. Tenslotte zorgt het fokken van dieren voor de jacht er ook nog eens voor dat jagers niet hoeven te stropen om hun hobby (of je het nou een mooie hobby vindt of niet) te beoefenen.
Kortom, we kunnen allemaal verschillende meningen hebben over dit soort jacht, maar laten we er niet al te snel een oordeel over vellen. Als puntje bij paaltje komt is het immers niet ons inkomen dat op het spel staat.