'In Varietate Concordia'

Geen categorie28 mrt 2014, 17:44
Dit motto, 'in verscheidenheid verenigd', is het motto van de Europese Unie. Bedoeld wordt, dat de Europese eenwording vrede en welvaart brengt , gevoed door vele verschillende talen, tradities en culturen.
Maar ondanks deze mooie idealen laat de Europese werkelijkheid een heel ander beeld zien. Massale werkloosheid en massale protesten in Zuid-Europa en een sluipend proces op weg naar een centraal aangestuurde Europese Superstaat, die niemand wil. En tot overmaat van ramp met een gemeenschapsmunt als monetaire basis. Volgens minister Timmermans, die het standpunt van het kabinet op dit punt formuleerde, zijn er geen goede alternatieven voor de euro, want de economische gevolgen zouden niet onderbouwd kunnen worden. Hij schreef aan de Kamer:

“Voor het loslaten van de euro als munt is een juiste onderbouwing van de economische gevolgen bijna onmogelijk.”

Timmermans gebruikt hier het woordje 'bijna', waarmee hij een kleine opening laat. Toch is die onderbouwing niet onmogelijk, sterker nog, in mijn boek 'Het Eurobedrog', dat volgende maand verschijnt, wordt een poging ondernomen om die onderbouwing wèl te geven. Natuurlijk, een nauwkeurig antwoord op de vraag wat de kosten van het opheffen van de euro zullen zijn is lastig te geven. Het omgekeerde overigens ook. Economie is nu eenmaal géén exacte wetenschap en voorspellingen van economen komen zelden uit. Ook al, omdat er natuurlijk altijd sprake kan zijn van onvoorziene gebeurtenissen, die een ander licht werpen op de zaak zoals oorlogen, rampen, revoluties, politieke richtingveranderingen en natuurlijk de internationale economische ontwikkeling buiten de eurozone. Maar het is ook van belang, dat we ons realiseren dat niet alle relevante zaken ‘grijpbaar’ zijn. Een goed voorbeeld hiervan is 'vertrouwen' (of het gebrek daaraan). Vertrouwen van de financiële markten, van de consument en de producent, van de burger in de toekomst. Al deze niet-kwantificeerbare elementen maken juist dat economie géén exacte wetenschap is. Kortom, exacte berekeningen zijn onmogelijk. Maar dat is nog geen reden om door te gaan met een project, waarvan vast staat dat dit voor Nederland desastreus uitpakt.
De kern van de europroblematiek is de one-size-fits-all. Eén munt, zonder wisselkoersmechanisme en zonder landenspecifiek rentebeleid betekent, dat zwakke eurolanden internationaal niet meer kunnen concurreren omdat de euro voor hen te duur is of overschotten produceren op de lopende rekening, omdat de euro voor die landen juist te goedkoop is. Omdat de arbeidsproductiviteit in Zuid-Europese landen achterblijft bij die van Noord-Europese landen worden Zuid-Europese producten te duur om te exporteren naar Noord-Europa en elders.
De euro werkt groeivertragend en krimpbevorderend. Dit wordt het beste geïllustreerd door de veel sterker krimpende eurozone economie in de mondiale crisis en de veel trager groeiende eurozone economie bij de nu ontluikende mondiale groei. 'Brussel' heeft naast de (noodzakelijke) maatregelen van publieke en private hervormingen in de probleemlanden gekozen voor de lange en moeizame weg van 'interne' devaluatie van de zwakke eurolanden, met  massa-faillissementen, massawerkloosheid, (bittere) armoede, vraaguitval en deflatie (negatieve inflatie) tot gevolg.
Alleen bij monetaire devaluatie middels een wisselkoersmechanisme en landenspecifiek rentebeleid kan er sprake zijn van een structureel economisch herstel. En de ervaring heeft ons geleerd, dat sociaal-economische crises in één klap werden opgelost, waarbij de terugbetaalcapaciteit op staatsleningen groter wordt (zelfs als deze staatsleningen gewaardeerd waren in buitenlandse valuta ten opzichte waarvan werd gedevalueerd). Ook buitenlandse investeringen (gewaardeerd in buitenlandse valuta ten opzichte waarvan gedevalueerd wordt) worden ondanks monetaire devaluatie logischerwijze meer waard, want in plaats van negatief rendement (verliezen en faillissementen) kunnen er weer gezonde zwarte cijfers worden geschreven. Verder behoeft het geen nader betoog dat banken als eerste profiteren van krachtig economisch herstel in de devaluerende landen want ook banken kunnen in de gewone bedrijfsuitoefening weer mooie zwarte cijfers schrijven. Dus de ‘gezonken’ kosten van de noodzakelijke herkapitalisatie van banken worden bij de ontmanteling van de euro ook nog eens kleiner, omdat de waarde van de investeringen groter worden en de toevoeging van de gemaakte winsten in de bankensector de herkapitalisatie noodzaak van banken kleiner maakt.
De overgang naar nieuwe nationale valuta geeft vanzelfsprekend omwisselproblemen. In welke valuta moeten de saldi worden gedenomineerd? Zijn de contracten in euro’s gesteld, dan is de vraag welke valuta van toepassing is in de nieuwe situatie. Alle binnenlandse contracten gaan één op één over naar de nieuwe valuta (Lex Monetae)[1] en geven dus geen probleem, maar met grensoverschrijdende contracten kan dat problemen opleveren. Bij de introductie van nieuwe nationale valuta moet er daarom wellicht tijdelijk worden gerekend met een soort “schaduw-euro”, die bijvoorbeeld het BBP-gewogen gemiddelde is van de nieuwe nationale valuta. Bij The Matheo Solution treden deze problemen overigens niet op, aangezien het TMS ‘voorschrijft’ dat alle bestaande en nieuwe internationale contracten gewaardeerd blijven in euro.
Daarnaast moeten we niet vergeten, dat de huidige transferunie de sterke eurolanden vele tientallen miljarden per jaar kost. Diverse onderzoeken (Centrum für Europäische Politik[2],  Matthias Elbers[3], professor Graafland[4], Bernard Connolly[5], Lombard Street[6] ) spreken van bedragen die variëren tussen de 108 miljard en 285 miljard euro.  Per jaar wel te verstaan! Het Nederlandse aandeel daarin wordt door het Centrum für Europäische Politik geschat op 15,7 procent. We praten dan in het gunstigste geval over een bedrag van bijna 17 miljard per jaar; en in het ongunstigste geval over een bedrag van ruim 44 miljard euro per jaar. Elk jaar opnieuw. Deze transferkosten kunnen we dus vermijden door de euro te ontmantelen. Maar zelfs als we uitgaan van het aandeel dat Nederland heeft in de totale economie van de eurozone (en tevens de basis voor onze bijdrage aan de Europese 'noodfondsen') van 6,3 procent zijn de transferkosten torenhoog: minimaal zeven miljard per jaar en maximaal 18 miljard. Elk jaar opnieuw. Hoezo verdient Nederland aan de euro?
Hiertegenover staan natuurlijk ook uittredingskosten. Maar deze zijn relatief beperkt (zeker in geval van TMS), en natuurlijk ‘peanuts’ vergeleken met de jaarlijkse transferkosten in het basisscenario van doormodderen met de euro. Het enige dat bij TMS nodig is, is aanpassing van software systemen bij detailhandel, bankensector en overige sectoren. Laten we er vanuit gaan dat deze kosten de helft bedragen van de totale kosten van het omwisseltraject van de gulden naar de euro. In het geval van Nederland praten we dan over éénmalig nog geen drie miljard euro. Voor de eurozone als geheel over éénmalig 46 miljard. De kosten die gepaard gaan met het omwisselen van geld kunnen volgens dezelfde aanname worden geraamd op 1,2 miljard voor Nederland en 19 miljard voor de eurozone als geheel. Peanuts dus. Ingeval The Matheo Solution vervallen deze kosten, naast de kosten van het drukken van bankbiljetten, het slaan van munten en het distribueren van het chartale geld. Tegelijkertijd kan de euro in geval van TMS tot een krachtige wereldreservemunt uitgroeien en dat pakt natuurlijk voor alle eurolanden gunstig uit. De ECB zal hier een coördinerende rol vervullen, in samenspraak met de centrale banken van de eurozone lidstaten.
De baten die voortvloeien uit het stoppen met de euro ten opzichte van het huidige referentiepunt, het 'doormodderscenario', zijn dus legio: direct economisch herstel in de probleemlanden met  aantrekkende werkgelegenheid, aantrekkende economische groei in de overige eurolanden (Duitsland incluis); lagere gezonken kosten; vermeden Noord-Zuid transferkosten; gezondere staatsfinanciën, hogere belastingopbrengsten (zowel in de sfeer van de winstbelasting als de inkomenstenbelasting, dus lagere uitgaven voor werkloosheids- en bijstanduitkeringen) en verhoging van de welvaart in alle eurolanden.
Kortom, invoering van een N/Z-euro of beter nog een terugkeer naar nationale munten, al dan niet volgens de ‘TMS-formule’, met eerlijke en economisch gerechtvaardigde wisselkoersen, zullen direct financieel én economisch én sociaal voordeel opleveren voor de eurozone als geheel (interne markt!) als voor de individuele lidstaten afzonderlijk.
De kosten baten-analyse van het ontmantelen van de eenheidseuro ten opzichte van het basisscenario van 'doormodderen' pakt natuurlijk voor een land als Nederland met zijn open economie en de functie van ‘de poort van Europa’ natuurlijk direct uitermate goed uit. Alle verhalen dat het licht uitgaat in Nederland en in Europa als we de euro ontmantelen zijn dus fabeltjeskrant verhalen. Fabeltjeskrant verhalen van eurofiele politici zonder (gezond) verstand van economie en oh zo bang voor 'gezichtsverlies'.
[1] http://en.wikipedia.org/wiki/Lex_monetae
[2] http://www.cep.eu/fileadmin/user_upload/Kurzanalysen/CEP-Default-Index/CEP-Studie_CEP-Default-Index.pdf 
[3] http://hakenberg.de/Das_Euro-DesasterV2_2013-September.pdf 
[4] Prof. dr. J.J. Graafland De euro gewogen, November 2012 
[5] http://blog.turgot.org/public/documents/Connolly%20Eurozone.pdf 
[6] Lombard Street Research, 5 maart 2012 The Netherlands & The Euro – The Full Report 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten