De lijsttrekkerskandidaat heeft een 'rechtse' uitstraling maar daar is niets van waar.
Lodewijk Asscher is een typische PvdA'er: hij zegt het één, en doet vervolgens iets heel anders. In de lijsttrekkersverkiezing in de PvdA wordt Asscher gezien als een wat minder linkse kandidaat dan Samsom. Terwijl Samsom bekendstaat als oud-Greenpeace-activist, heeft Asscher het aura van een pragmatische bestuurder. Vooral Asschers ferme opstelling jegens Nederturkse organisaties kon op brede instemming rekenen onder Nederlanders buiten zijn eigen PvdA. Minister Asscher wilde Turkse organisaties zoals Diyanet beter monitoren om hun schadelijke effect op de integratie van Nederturken in kaart te brengen.
Heel goed, die aanpak. Maar wat blijkt? In 2010 droeg Asscher zelf een steentje bij aan de gebrekkige integratie van de Turkse gemeenschap. De politicus voerde als lijsttrekker van de PvdA in Amsterdam campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in het Turks:
Het Parool schreef destijds:
Dit is een opvallende campagne-strategie, aangezien de Amsterdamse PvdA-website het volgende meldt: "het spreken van de Nederlandse taal is een vereiste voor mensen die zich langdurig in Amsterdam willen vestigen."
Het Parool drukt het nog vriendelijk uit: deze campagne-strategie is natuurlijk niet alleen opvallend, maar zelfs ronduit hypocriet. Wél stoere praat dat immigranten Nederlands moeten spreken, en dan toch campagne voeren in een andere taal. Het is dus duidelijk dat de opstelling van Asscher als felle bestrijder van segregatie met een flinke korrel zout moet worden genomen. Hij mocht zich dan streng opstellen richting Turkse organisaties, maar als puntje bij paaltje komt, doet hij gewoon wat in zijn eigen belang is.
Nee, Asscher zal zéker geen minder linkse koers gaan varen met de PvdA. Wie dat wél wil, is Jacques Monasch. Hij heeft zich gekandideerd om een einde te maken aan de links-elitaire cultuur in de PvdA.