We worden besodemieterd waar we bij staan.
Zo zie je maar weer: het is je reinste tijdverspilling om naar verkiezingsdebatten te kijken. Maar al te vaak gaat het namelijk nergens over, nemen lijsttrekkers (die allemaal mee hebben gewerkt aan het wanbeleid van Rutte II) elkaar voortdurend de maat terwijl ze het stiekem eigenlijk gewoon met elkaar eens zijn, en schiet de kiezer er helemaal niets mee op.
Dat is tenminste de conclusie van Dirk Jan Wolffram, hoogleraar geschiedenis van bestuur en politiek in Groningen, over het Carrédebat van gisteravond.
Volgens Wolffram is de kiezer "geen steek wijzer" geworden door het debat dat hij "historisch nietszeggend" noemt. Heel gek is dat natuurlijk ook niet. In essentie zijn de kartelpartijen het helemaal met elkaar eens. Misschien dat er enkele nuanceverschillen zijn, maar dat is het dan wel. Juist daarom is het zo zuur dat nieuwkomers als VNL en Forum voor Democratie niet uitgenodigd waren, en dat Geert Wilders terecht niet meedeed omdat RTL Nieuws een wanstaltig interview publiceerde met zijn linkse broer Paul.
Het grootste probleem, aldus Wolffram: de partijprogramma's werden "gereduceerd tot het niveau van de aanbieding van telecomproviders: ze bieden allemaal net iets anders waardoor je slecht kan vergelijken, maar uiteindelijk maakt het allemaal bar weinig uit."
Zo gaat het natuurlijk keer op keer in Nederland. Het oude partijkartel doet net alsof het onderling enorm van mening verschilt, maar dat is je reinste flauwekul. Misschien dat ze het op een paar punten oneens met elkaar zijn, maar ach, bij toekomstige coalitiebesprekingen strepen ze die zaken gewoon tegen elkaar weg en komen ze met een compromis wat iedereen al van kilometers afstand zag aankomen. Het enige waar het écht om gaat is: wie mag welke rol vervullen in een nieuw kabinet? Het beleid an sich staat eigenlijk al bij voorbaat vast.
Dat is dan ook waarom Thierry Baudet, van Forum voor Democratie, het met enige regelmaat over "het partijkartel" heeft. Zoals hij gisteravond tweette:
https://twitter.com/thierrybaudet/status/838480829433188352
Elke vier jaar spelen we dit spel opnieuw. We doen net alsof er enorme verschillen zijn tussen de establishment-partijen, hebben het over hoe deze partij ons verraden heeft, maar hoe die andere partij het veel beter gaat doen, waarna we opgescheept zitten met een nieuwe coalitie die nauwelijks van de oude regering te onderscheiden is. We beginnen positief aan de nieuwe regeringstermijn, maar na een maand of vier, vijf is duidelijk dat het oude wijn in nieuwe kruiken is. Het gevolg: het vertrouwen in de politiek neemt nóg verder af.
Alleen daarom al is het ongelooflijk belangrijk dat nieuwe partijen die wél iets nieuws te zeggen hebben en écht iets toevoegen aan de politiek mee mogen doen aan debatten. Maar nee, juist zij worden stelselmatig buitengesloten en ronduit genegeerd door het mediakartel (de oude, traditionele media). Daardoor wordt het nog lastiger voor ze om hun ideeën voor het voetlicht te brengen, wat de kans weer groter maakt dat we na de verkiezingen gewoon op oude voet doorgaan.
Wie daar iets aan heeft? De Nederlandse kiezer in ieder geval niet. De enigen die van dit systeem profiteren zijn het mediakartel én het partijkartel. Ieder ander lijdt er juist onder.
Is er dan helemaal geen goed nieuws? Jawel. Door nieuwe technologie is het gemakkelijker dan ooit om de oude media te omzeilen. Zowel Forum voor Democratie als VNL maken daar dan ook dankbaar gebruik van. Het gevolg is dat ze allebei meedingen naar zetels. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de PVV; de partij die mogelijk de grootste kan worden en geen debatten nodig heeft -- of zelfs maar de media -- om impact te hebben.
De debatten moeten we de komende tijd maar links laten liggen. Pas bij het laatste grote lijsttrekkersdebat, waar Jan Roos (VNL) en Geert Wilders wél aanwezig zijn, heeft het waarschijnlijk wél nut om daar tijd aan te besteden.