De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken bindt er geen doekjes om: volgens hem is het Europese systeem kapot. De migratiecrisis bewijst dat. Péter Szíjjártó
gelooft dat Europa te maken heeft met de grootste uitdagingen sinds de Tweede Wereldoorlog. Hij wijst daarbij op de migratiecrisis, de spanningen in Oekraïne, en de terreurdreiging. Volgens hem bewijzen die problemen dat de Europese Unie niet meer werkt.
In gesprek met het Duitse Bild haalt hij ook meteen even uit naar
Brussel vanwege diens bureaucratische monster, dat meer problemen veroorzaakt dan het oplost:
"We moeten beter inspelen op problemen en niet altijd een standaard reactie aandragen voordat de situatie is geanalyseerd."
De Nederturkse columniste Ebru Umar reageert op Twitter:
https://twitter.com/umarebru/status/772026396994572289
En daar is natuurlijk helemaal niets mis mee. Er is geen enkele overheid die gratis geld laat liggen. Waarom zou je ook, alle euro's zijn lekker meegenomen, zeker als je daardoor je eigen kiezers een cadeautje of twee kunt geven. Dat betekent immers: meer verkiezingsoverwinningen.
Tegelijkertijd hebben ze natuurlijk óók helemaal gelijk dat ze ondertussen wel hun eigen belangen behartigen. Ja, ze zijn "loyaal aan zichzelf,"
en dat is precies wat overheden moeten zijn. Het probleem met de
EU is niet dat oost-Europese landen eerst en vooral aan zichzelf denken, maar dat west-Europese overheden dat
niet doen.
Szíjjártó heeft dus op twee fronten gelijk: ten eerste dat hij de belangen van
Hongarije verdedigt, en ten tweede dat hij de EU bekritiseert omdat het Europese systeem onherstelbaar gebroken is. Hadden we maar meer van dit soort ministers, niet alleen in oost-Europa, maar ook in Nederland en Duitsland.