De Britse premier Boris Johnson (Conservatives) is vandaag één partijgenoot, Phillip Lee, kwijtgeraakt aan de oppositie. Tijdens een speech van Johnson in het Lagerhuis stond Lee op en zetelde zich bij de oppositie. Volgens Lee "is de regering uit op een beschadigende Brexit". Met het vertrek van Lee staan verkiezingen vrijwel vast: de regering Johnson heeft nu geen meerderheid meer in het Britse parlement. Dat het in het
Verenigd Koninkrijk niet zo lekker loopt is natuurlijk wel overduidelijk. Na het tot driemaal falen van voormalig premier
Theresa May en 'haar deal' in het Lagerhuis, moest Boris Johnson orde op zaken gaan stellen.
Maar nog maar enkele weken verder en nu alweer is er muiterij aan boord: zelfs binnen zijn eigen partij. De overgelopen volksvertegenwoordiger Phillip Lee is overigens niet het enige parlementslid van de Conservatieven die vraagtekens stellen bij het leiderschap van Boris Johnson: een groep van zo'n twintig tot vijfentwintig andere conservatieve Lagerhuisleden stemmen regelmatig met de oppositie mee, zo lezen we op de website van
NOS.
Verder doen de conservatieven het echter prima en stijgen ze zelfs in
de peilingen sinds het aantreden van Johnson. Deze zetelwinst is voornamelijk verklaarbaar vanuit de trend dat
Nigel Farage's Brexitparty-kiezers overstappen van de Brexitparty naar het conservatieve kamp in het geval van nationale verkiezingen. Hierdoor groeit de steun van de bevolking voor de conservatieven tot 33%.