Hollands Glorie – SLOT, aflevering 25 door Hugo Wapperom

Geen categorie11 mei 2013, 9:00
Haar rokken, haar verdriet, haar kriebelhaartjes en nu de eruit springende hyena’s. Rondom. Waar liet ik me mee in. Nu, opgebouwd uit woorden, mootjes, zoeken naar eigenlijk altijd maar naar het grote verhaal dat niet voorhanden is. Nooit. Slik je woorden in en ga naar haar, doe het tja, verantwoordelijk zijn, ik wilde het, ben het, maar voor wat? Mogelijk voor dat niet een landgenoot, maar het land in mootjes wordt gehakt. Hoe bevorder ik het ‘hakken’? De vrijgekomen Ratssubsidie in de Baas in eigen Buurt beweging steken, is dát wat ik moet doen? Elk mootje een eigen verhaal, is dát mijn grote verhaal? Delen die hun verhaal willen delen en dan goed doen, aangedreven door de overeenstemming; zoals delen binnen het grote orkest voor hun uitvoering stemmen, zoals om te stemmen het in nood drijvende dorp zoekt naar drijvende dorpen en niet naar ons, zoals een toneelgroep zijn verhaal met zijn publiek deelt.
Brood en spelen. Dat klittende dorp, hoe krijgt mijn opnieuw nieuwe minister dat weer onze boot in, dat naar publiek zoekende dorp, dat juist nu troostend kan zijn, steeds verder drijft het van ons weg. En ze willen een dader. Iedereen.
Bij haar zijn haar haartjes.
Waar zal Vivian zijn?
We willen te snel en ook nog te kort door de bocht. Steeds weer. Dempen, voor alles dát, het sprookje voorschotelen of opnieuw een dijk neerplenzen is slechts over van ons vak.
De in modder opgeloste Vivian, voor haar is er de uiteindelijke rust. Ons rest slechts het niet willen omvallen en toch in beweging blijven, geen tijd verliezen, de snelle oplossing, dader plus motief: hij en onze bezuinigingsmaatregel. Snel! De rust laten dalen! Voor je het beseft gist het op de delen van de boerderijen heftiger dan ooit daarvoor, zoals het deed op zeventien grote Italiaanse pleinen.
Viv bellen.
Verdomme, onmogelijk. Marcel, ook weg.
Waarom hoor ik niks anders dan dat gehijg van de media dan maar weer Ivo aan de lijn.
‘Het water kiert door alles heen, komt via plees de huizen binnen, alsof het via de aars het lichaam wil binnendringen. Wees gerust, van ons uit is alles onder controle, het draaiboek doet zijn werk, alle relevante eenheden zijn uitgerukt. Heb vertrouwen, als het jou lukt om herstelgeld boven water te halen en mij om de kwestie bloot te leggen dan valt het glinsterende goud weer in jouw schoot, het in ons vak zo vurig gewenste vertrouwen. Geen zorgen. Trouwens, hoeveel  hyena’s zouden nu nog hun hoofd boven water kunnen steken, laat staan houden. Zeker dan.’
‘De zaak Ivo?’
‘Doe vanavond bij Soeboer eens de rijsttafel compleet, lekker dat in saus gedrenkte lamsvlees. Wees bij haar, jullie hebben het nodig. Er zit een rechercheur op de lijn, Mark. Wees gerust, we hebben er weer een. Doe haar de meest hartelijke groeten. Ik ben er bijna, ik bel je, tot later.’
Traag, hangend tegen de brede leuning van zijn kalfsleren bank, zakt Ivo onderuit. Hoe crisisbestendig zal hij zijn? denkt hij. Hij ervaart de sores, de barre kou, terwijl ik nu de warmte van de schijnwerper voel en het delen met mijn ambtelijke top makkelijker is geworden. Alles onder water, crisistijd, ze lieten het zien in oorlogstijd. Van harte haakten ze in, in de nazimacht, de top van toen: politie, openbaar ministerie, rechterlijke macht. Die koppen moeten bij elkaar!
Gelukkig, Fred zit erbovenop. Het moordlustige circusdier vrouwtje van Meerendonk geeft zich niet gemakkelijk bloot, zei Fred. Nee maar nu legt dit door ons naar voren geschoven pionnetje wel het spel van de machtsdenkers bloot.
Fred staat geïrriteerd op, alweer dat rinkelding
‘Ja Ivo.’
‘Oh hallo... Shit. Sorry Ivo, maar ik heb het niet makkelijk. Kikkers springen in een ton alle kanten op en eenmaal erbuiten komen ze verbazingwekkend simpel weer tot hun orde, gaan ze zomaar weer de voor hen bestemde paadjes in. Verbeelding en werkelijkheid, ze lopen door elkaar. Ook bij mij soms, ik liep wel erg lang te duwen tegen die ton van beton.‘
‘Ja Fred, ik weet het, rustig maar. Kijk vóór ons is weinig te zien en ook achter ons is de werkelijkheid ongrijpbaar, ook voor de hoogleraar geschiedkunde Maar de tijd vliegt jongen, ook dat weet je   dus hoever ben je?’
‘Ja het vliegt, en ik zit er bovenop. Erbovenop ervaar je macht, heb je controle, zo kunnen wij mannen denken, niet... maar als je leegloopt wat dan... Neem Marcel, Astrid kent zijn huid, van binnenuit, kent zijn kamertjes en zijn hang naar het zweepje. Uiteindelijk wilde hij er bovenop, met alle macht Vivian plat drukken, en er dan overheen op weg naar jullie.
Twee stuks weten dit Ivo, kennen zijn gang. Dus wat nu? Zeg het maar Astrid is voor ons van grote waarde, zij weet met case-kennis om te gaan. Voor jouw departement regel ik de lastige klussen, het loopt lekker, tot nu toe, toch ervaar ik nu een sterke behoefte. Ik heb haar nodig, Ivo. Laat haar bij me zijn, laat mij haar inhuren voor alle brandhaarden. Maar ook dán zijn we er nog niet. Als je ook nog het circusdiertje de door haar zo vurig gewenste baan geeft, draaien alle radertjes onze kant op, zeker na toevoeging van enkele druppels olie in de vorm van die baan bij het Nationaal Toneel.'
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten