Je bent nooit te oud om je dromen te bereiken. Ook niet als je 'schooltijd' officieel al jaren achter je ligt.
Stephen Guy zit steevast in de achterste rij van het collegelokaal. Hij praat maar weinig met zijn medestudenten: hij is 100% bezig met het college. Hij schrijft de ene aantekening na de andere en doet zijn best om alles te onthouden wat er gezegd wordt.
Soms kan Stephen het nauwelijks geloven dat hij hier zit, zo in het collegelokaal.
Hij heeft namelijk geen enkele opleiding genoten.Guy is nu 28 jaar oud en begint is begonnen aan het eerste jaar van zijn studie aan de University College of South Carolina (USC). Zijn klasgenoten zijn stuk voor stuk 10 jaar jonger. De reden dat hij zoveel ouder is? Toen zijn studiegenootjes braaf naar school gingen had Stephen het bijzonder lastig. Zijn moeder haalde hem namelijk in 1995 van school nadat Stephens vader op jonge leeftijd overleden was.
Zijn moeder had ernstige geestelijke problemen. Zo geloofde ze bijvoorbeeld dat de overheid haar continu in de gaten hield. Dat was dan ook de reden dat ze Stephen van school haalde en hem dwong om continu met haar te verhuizen. Het gevolg? Stephen bleef niet lang genoeg op één plek wonen om naar school te kunnen gaan.
Stephen en zijn moeder trokken door het 'Amerikaanse hartland' (het centrale gebied, tussen de West- en Oostkust in). Soms sliepen ze bij familieleden, maar over het algemeen was een klein busje hun enige vervoersmiddel én het dak boven hun hoofd.
Deze manier van leven had een bijzonder negatieve impact op Stephen. Hij legt uit:
"Ik miste het sociale gedeelte van school heel erg. Ik had totaal geen vrienden was voelde me heel alleen."
In 2005 - tien jaar nadat hij van school was gehaald door zijn moeder - veranderde Stephens leven langzamerhand. Hij was nu oud genoeg om voor zichzelf te zorgen en om een baan te zoeken. Hij ging aan het werk en trok in bij zijn oudere broer, die een jong gezin had. Toen hij genoeg geld had gespaard om zelf een appartement te betalen ging Stephen op zichzelf wonen.
Hoewel het heel aardig met hem ging en hij het prettig vond om langere tijd in één en hetzelfde huis te wonen was Stephen niet tevreden met zijn leven:
"Ik maakte totaal geen verschil in de wereld om me heen. Ik had geen duidelijk beeld van wat ik wilde bereiken, alleen maar 'dit niet'."
Hij sprak over zijn zorgen met collega's. Die adviseerden hem om zich aan te melden bij een klein, lokaal community college. Daar worden studenten in staat gesteld om twee jaar lang
onderwijs te volgen als voorbereiding op een universitaire opleiding.
Stephen had daar wel trek in, maar er was één probleem. Toen hij een tekstboek bekeek van één van de collega's die zelf naar het college ging begreep hij dat hij er weinig tot niets van begreep:
"Mijn moeder had me nauwelijks onderwezen. Ik wist niet wat de hoofdsteden van de verschillende Amerikaanse staten waren en had totaal geen wiskundige kennis."
In plaats van zich daardoor tegen te laten houden besloot Stephen om spoedcursussen te volgen. Na afloop nam hij een examen. Door hardwerk slaagde hij, waardoor hij daadwerkelijk naar het community college kon gaan.
Daar aangekomen bleek al snel dat Stephen vreselijk achterliep op de andere studenten. Gelukkig waren er echter mensen die hem maar wat graag wilden helpen. Zo zorgde de vrouw van zijn baas er bijvoorbeeld voor dat hij bijgeschoold werd in het Engels. Elke dag verbeterde Stephen zich een beetje. En zo veranderde zijn leven langzamerhand.
Dit jaar was Stephen klaar met de tweejarige opleiding. Hij was uitgegroeid tot een actief lid van het community college en was bekend komen te staan als een man die altijd klaar stond voor anderen. Zijn cijfers waren steeds beter geworden en hij had hoop op een mooie toekomst.
Maar daarvoor moest hij eerst wel naar een échte universiteit om een 4-jarige opleiding te volgen en af te ronden.
Op 30 mei van dit jaar kreeg Stephen een brief van de universiteit USC. Tot zijn eigen verbazing was zijn aanvraag goedgekeurd. Hij kon dus naar een universiteit. Eindelijk.
Geweldig nieuws, natuurlijk, maar er was één probleem: Stephen kon USC helemaal niet betalen. Gelukkig kwamen de universiteit én stichtingen die zich inzetten voor veelbelovende maar arme leerlingen hem te hulp: hij kreeg verschillende beurzen aangeboden. Eén daarvan was maar liefst $47.000 waard.
Nu, een half jaar later, zit Stephen dus vol trots in het college. Hij is scherper dan ooit en klaar voor dit nieuwe avontuur.