1. Home
  2. 'Het Wereld Natuur Fonds is een firma list en bedrog'

'Het Wereld Natuur Fonds is een firma list en bedrog'

Geen categorie11 aug 2012, 17:44
Rypke Zeilmaker heeft twee buitengewoon interessante rapporten geschreven over het Wereld Natuur Fonds. Uit zijn onderzoek blijkt dat het WNF donateurs misleidt, en een uitgesproken politieke organisatie is.
Vaste lezers van DDS zijn onderhand ongetwijfeld bekend met Rypke Zeilmaker, één van de experts die schrijven voor ClimateGate.nl. Aangezien hij altijd goed, degelijk (wetenschappelijk) werk levert vroeg de Groene Rekenkamer hem om een 'kritische beschouwing' te schrijven over 50 jaar WNF (de groene organisatie viert dit jaar haar 50e verjaardag). 
De conclusies van het rapport - dat hij in twee delen heeft verdeeld - liegen er niet om: het WNF misleidt donateurs stelselmatig, is zeer inefficiënt en onproductief, en is een uitgesproken politieke organisatie.
Om te beginnen met het laatste punt van kritiek (waar Zeilmaker ook mee aanvangt in deel I van zijn rapport): het WNF (of het World Wide Fund for Nature, de moederorganisatie) is intrinsiek verweven met de zogenaamde Club van Rome. Deze groep, puur en alleen gevormd door leden van de internationale élite, wil sinds jaar en dag dat er een 'wereldwijde' overheid komt, legt Zeilmaker uit, die de democratie buitenspel zet. Het doel van deze wereld-regering moet zijn om de bevolkingsgroei te remmen en een herverdeling van de welvaart af te dwingen.
Het WNF, dat beweert geen politieke organisatie te zijn, zit er al sinds de oprichting van de Club van Rome op één lijn mee, wat niet verwonderlijk is aangezien drie van de zes eerste bestuursleden van deze groep WNF'ers waren.
Dat is natuurlijk buitengewoon zorgwekkend, maar er is meer - veel meer. Zeilmaker legt uit op ClimateGate.nl:

Het WNF is niet politiek neutraal en heeft duidelijk 2 gezichten. Een bedrijfsvriendelijke en een planeconomisch anti-democratisch en anti-economisch gezicht. Ook moet je wel een zeer ruime definitie van ‘natuurbescherming’ hanteren om te beweren [zoals het WNF doet, red.] dat 81 cent van iedere euro naar natuurbescherming gaat. Zelf kom ik na herberekening op ongeveer 54 procent. De inhoud is door een jurist en accountant nagelezen, en ik vroeg alle statuten bij de Kamer van Koophandel op. Daaruit blijkt ook dat het Wereld Natuur Fonds 100 procent eigenaar is van een vastgoedfirma, waar het ongeveer 1,9 miljoen euro vermogen heeft geparkeerd.

Je vraagt je af waarom een natuurorganisatie een vastgoedfirma heeft én waarom diezelfde groep jaarlijks directe en indirecte steun krijgt van de Nederlandse staat (via de Postcode Loterij en de ANBI-status). Zeker ook omdat, zoals Zeilmaker in deel II van zijn rapport hard maakt, het WNF buitengewoon ineffectief is. Men pronkt met andersmans veren, maar krijgt zelf bijzonder weinig voor elkaar:

De meeste soorten gingen áchteruit in de tijd dat het WNF ze ‘beschermde’, en vaak pronkt het WNF met andermans veren, of verkoopt ze gewoon onzin. Ook is er geen verband tussen wetenschappelijk vastgestelde prioriteitsgebieden, en de bestedingen van het WNF. Het WNF werkt sterk donateursgedreven, en van de inkomsten komt slechts 6 procent bij Afrikaanse natuurprojecten, terwijl de club daar op afstand de grootste is.

Neem bijvoorbeeld het geval van de zwarte neushoorn. Deze diersoort stond aan het fundament van het WNF. In 1961 begon het toen nieuw opgezette WNF een enorme campagne in de Britse media om de zwarte neushoorn te redden. Men moest nu handelen; deed men niets dan zou de diersoort over enkele jaren zijn uitgestorven.
De mediacampagne was een groot succes. De organisatie kreeg honderdduizenden ponden binnen van Britse donateurs, die de zwarte neushoorn maar wat graag wilden helpen.
Jaren later bleek echter dat het WNF pas in 1973, dus twaalf jaar na dato, voor het eerst geld uit had gegeven aan projecten om de zwarte neushoorn daadwerkelijk te helpen. In de tussenliggende jaren had men van alles en nog wat gedaan, maar niets om deze bedreigde diersoort een helpende hand te verlenen.
Ook in haar campagnes om de reuzenpanda en de tijger 'te redden' loog het WNF over diens effectiviteit - een leugen die men ook vandaag de dag nog herhaalt. Het WNF zou deze dieren hebben gered, ja, zonder het Wereld Natuur Fonds zouden beide diersoorten op een haar na zijn uitgestorven.
Uit onderzoek van Zeilmaker blijkt echter dat de projecten van het WNF ineffectief zijn; de tijger en de reuzenpanda hebben hun bestaan niet zo zeer te danken aan het WNF als wel aan de Indiase (tijger) en Chinese (reuzenpanda) overheid. 
In plaats van deze 'bedreigde diersoorten' te helpen gebruikt het WNF ze vooral om fondsen te werven in een wereldwijde campagne tegen 'het broeikaseffect'. Klimaatverandering, stelt het WNF, vormt het grootste gevaar voor de tijger, panda, de ijsbeer - en ga zo maar door.
Zeilmaker toont echter aan dat dit pertinent onjuist is. In het geval van de ijsbeer zou één jaar verbod op ijsbeer-jachttoerisme in Nunavut evenveel ijsberen sparen als 500 jaar klimaatbeleid. Toch legt het WNF de nadruk op het laatste (en op een herverdeling van de welvaart). 
Als gezegd is het buitengewoon merkwaardig dat het WNF nog altijd directe en indirecte steun krijgt van de Nederlandse staat. Nog vreemder is het dat andere media de propagandaverhalen van deze groep klakkeloos overnemen; blijkbaar heeft men de moed niet om te onderzoeken of het WNF wel daadwerkelijk van toegevoegde waarde is in de strijd om de natuur te behouden. Gelukkig staat Zeilmaker daar anders in, en heeft hij wel de moed die nodig is om de verrichtingen van deze onterecht populaire organisatie aan de kaak te stellen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten