In discussies over de euro wordt voortdurend gerefereerd aan de Optimum Curreny Area theorie (OCA) van Robert Mundell. Merkwaardig genoeg verwijzen zowel voor- als tegenstanders van de eenheidsmunt naar de Optimum Currency Area theorie om hun argumenten kracht bij te zetten. Blijkbaar is er in die theorie voor elk wat wils te vinden. Hoe kan dat?
De Canadees Robert Mundell wordt gezien als een rechtse econoom. Hij is een monetarist en was één van de grondleggers van de supply side economics beweging in Chicago. In de jaren tachtig hoorde hij bij het Ronald Reagan kamp. Wanneer je
interviews met hem leest krijg je de indruk dat het beleid van de EU en de ECB niet in hun eigen vergaderkamers wordt gemaakt, maar in de Toscaanse villa van deze, inmiddels 80-jarige, vader van de euro.
Zijn belangrijkste geesteskind, de Optimum Currency Area (waar de euro een gevolg van is), bestaat uit twee delen. Het eerste deel wordt beschreven in een artikel uit 1961. Het tweede deel stamt uit 1973. Ver voor de euro, waar hij dan wel al over nadenkt.
1961
In het eerste
paper poneert Mundell de volgende gedachte: een land bestaat uit twee regio's: oost en west. In het oosten wordt product A gemaakt en in het westen product B. Als er nu veel meer van A wordt verkocht dan van B, zal er werkloosheid ontstaan in het westen (waar B gemaakt wordt) en inflatie in het oosten (waar geld naartoe stroomt). Als oost en west afzonderlijke landen zouden zijn geweest met hun eigen munten O en W, had een ontwaarding van de munt W de balans weer kunnen herstellen. Omdat de regio's oost en west niet over hun eigen munt beschikken, maar een gezamenlijke munt hebben, kan er geen monetaire correctie plaatsvinden en concludeert Mundell dat het de regio is en niet het land wat een optimaal valutagebied definieert (Overigens worden betalingsbalansonevenwichtigheden vanuit '
Oostenrijks' perspectief niet als problematisch gezien waardoor er geen noodzaak is voor correctie).
Als gevolg van dit gedachtenexperiment geeft Mundell vier voorwaarden waaraan een optimaal valutagebied moet voldoen.
? Mobiliteit van arbeid en kapitaal, dwz geen barrières hiervoor wat betreft wetgeving, cultuur of taal
? Flexibiliteit in het loon- en prijsniveau, deze moeten zich vlot kunnen aanpassen
? Fiscale solidariteit, óf en de mate waarin herverdelen acceptabel is
? Vergelijkbare conjunctuurcycli, de kredietcycli dienen enigermate synchroon te lopen binnen het OCA
Indien aan deze vier punten voldaan wordt meent Mundell economische schokken monetair en fiscaal te kunnen opvangen. Bij economische schokken moet u denken aan: natuurrampen, oorlog, een economische- of kredietcrisis. Je zou natuurlijk kunnen sparen of een verzekering kunnen afsluiten om je op die manier te beschermen tegen een dergelijke tegenslag, maar zo denken monetaire economen niet.
1973
In een veel minder bekende publicatie uit 1973 wil Mundell modelleren wat het economische effect is van wisselkoersschommelingen. Dit is het tweede deel van de Optimum Currency Area theory. Zijn premisse is hier dat economische schokken kunnen worden opgevangen in het optimale valutagebied, niet door monetair beleid, maar door kapitaal vrij te laten stromen, vooropgesteld dat het valutagebied groot genoeg is. Het voorbeeld wat hij geeft:
Rather than moving toward more flexibility in exchange rates within Europe the economic arguments suggest less flexibility and a closer integration of capital markets. These economic arguments are supported by social arguments as well. On every occasion when a social disturbance leads to the threat of a strike, and the strike to an increase in wages unjustified by increases in productivity and thence to devaluation, the national currency becomes threatened. Long-run costs for the nation as a whole are bartered away by governments for what they presume to be short-run political benefits. If instead, the European currencies were bound together disturbances in the country would be cushioned, with the shock weakened by capital movements.
Hierboven zegt hij het volgende: loonsverhogingen die economisch niet verantwoord zijn leiden tot een ongewenste stijging van het loon- en prijsniveau die op enig moment gecorrigeerd zal moeten worden (devaluatie). De daaruit volgende ontwaarding van de munt bedreigt niet alleen de stabiliteit van die munt maar genereert lange termijn kosten voor de hele economie. En dit allemaal als gevolg van een vermeende, korte termijn politieke winst, in de vorm van politieke steun van degenen die een loonsverhoging hebben ontvangen. Mundell wil daarom korte termijn politieke belangen losweken van de langere termijn economische belangen door de politiek de mogelijkheid tot monetaire beleid te ontnemen. Een gedachte die sympathiek op mij overkomt.
Om de politiek zoveel mogelijk buitenspel te zetten zou Mundell dan ook het liefst een wereldmunt zien. Die wens zal de vader van de gedachte zijn geweest toen hij in 2000 de
verwachting uitsprak dat de eurozone voor 2010 wel 50 landen zou omvatten, de US dollar het betaalmiddel zou zijn in Zuid Amerika; en de Yen een vergelijkbare rol zou vervullen in Azië.
Kritiek
Naast
discussies tussen Mundell, McKinnon en Kenen, die reeds in de jaren zestig plaatsvonden en meer de specifieke economische mechanismes van de Optimum Currency Area behandelen, is er kritiek op het principe van een optimaal valutagebied vanuit de keynesiaanse hoek die meent dat een munt door de overheid beheerd en gemanaged moet worden.
Kritiek is er eveneens vanuit de Oostenrijkse School. Zij heeft geen enkele moeite met een grensoverschrijdende munt, wel met overheidsbemoeienis met die munt.
Hayek gaf al aan dat geld geprivatiseerd kan worden omdat consumenten de meest waardevaste munten zullen kiezen wat voor ondernemers voldoende motivatie moet zijn om dat waardevaste ruilmiddel aan te bieden.
Afsluiting
Eurofoben wijzen altijd naar het eerste deel van de Optimum Currency Area en concluderen dat Europa geen optimaal valutagebied is. Eurofielen gebruiken het tweede deel om te stellen dat economische schokken door de grootte van het valutagebied middels kapitaalstromen gespreid kunnen worden opgevangen.
Zelf ben ik er niet goed uitgekomen of deel 2 van de Optimum Currency Area nu in tegenspraak is met deel 1, of er wellicht een aanvulling op is. Duidelijk geworden is wel dat het onderzoeken van en speculeren over optimale valutagebieden een onderhoudend, mogelijk zelfs lucratief tijdverdrijf is voor economen, maar tegelijkertijd een nogal overbodige exercitie is omdat mensen goed zelf kunnen uitmaken welke munt het meest geschikt voor hun is.
Ondanks de vaststelling dat Robert Mundell's Optimum Currency Area theorie niet onomstreden en niet getest is, wordt de theorie met twee handen tegelijk aangepakt door de Europese politieke leiders. Dit gebeurt wel vaker. Ook het keynesianisme heeft kanten die fel betwist worden. Desalniettemin is ook die theorie jarenlang omarmd en wordt tot op de dag van vandaag met veel enthousiasme uitgevoerd, waarbij een gebrek aan resultaten geen bezwaar mag vormen. Politici hebben blijkbaar niet veel rechtvaardiging nodig als ze een intellectuele verantwoording krijgen aangereikt voor hun politieke agenda. Ik denk dat we de Optimum Currency Area van Robert Mundell in hetzelfde licht moeten zien. Milton Friedman en andere, gezagdragende economen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan zagen de gemeenschappelijke munt
niet zitten. Mundell wel en promoveerde daardoor tot huiseconoom van de EU.