Met weemoed sla ik toch altijd weer vertrekkende politici gade. Het heeft iets geforceerds. De staat van dienst wordt uitvoerig bejubeld, maar de staat van de partij die men achter laat is dikwijls minder rooskleurig.
Voorbeelden? Camiel Eurlings (CDA) ging, maar was wel de man die zijn partij in ieder geval minder dramatisch had kunnen doen verliezen op 9 juni 2010 2010 dan J.P. Balkenende. Wouter Bos van de 65-jarige PvdA ging ook huispapa spelen en leverde het estafettestokje over aan Job Cohen. Gevolg: de lijdensweg van de PvdA is anno 2011 een feit. Gaan we linksom of linksom, maar hoe weten we niet.
Enige kwinkslagen verder en afgelopen vrijdag mochten we de vertrekkende André Rouvoet van de ChristenUnie aanschouwen. 'Meer tijd voor gezin en kerk', kopte het AD zaterdag. Het is je goed recht onder dergelijke vroomheid te willen vertrekken, maar belicht ook de andere minder fraaie kant van de exit-medaille en laat dan ten overstaan van de aanschouwers manmoedig weten dat je op het verkeerde spoor zat met je partij. De timing daarentegen van Rouvoet was wel weer goed. Zijn partij staat voor een herbezinning van de koers en dit is het moment om de kuierlatten te nemen. De presentatie van dat vertrek behoorde echter tot de categorie 'gezwets in het kwadraat'.
Fraaie bloemlezingen tijdens de persconferentie afgelopen vrijdag. Blablabla ... Later op de dag: het zonder blikken of blozen en enigszins afgedwongen door de snelle linkse jongens van Pauw en Witteman je voor laten staan op het feit dat je als minister hoogstpersoonlijk de homo-emancipatie hebt geïnitieerd. Sneer richting de meer conservatievere achterban dus! En dan als klap op de vuurpijl betogen dat godsdienstvrijheid bij de christelijke politiek behoort. Over dat laatste moeten we het nog maar eens hebben. Want wat als die te ver doorgevoerde godsdienstvrijheid de bijl aan de wortel zet van de joods-christelijke cultuur? Iets waar diezelfde CU zich toch ook op voor wil laten staan? Het lijkt me dan ook evident dat godsdienstvrijheid eindig is als de in eeuwen opgebouwde geestelijke bagage van dit land een te veel aan averij oploopt. Ja toch? Goed.
Op 30 april sprak ik op de immer gezellige Nieuwmarkt in Amsterdam een min of meer toegewijde democrate. Deze sympathieke dame maakte gewag van het feit dat voor haar christelijke dogma's in de politiek niet zo nodig hoeven. Ik vroeg haar of ik als christen dan maar beter mijn overtuiging thuis kan laten voor het betreden van de poltitieke arena. Ze vond dat redelijk plausibel. Tja. Maar, mag ik het omdraaien: waarom moet een socialist of een liberaal zich niet verantwoorden voor het uitdragen van zijn politieke overtuiging en een christen wel? De dogma's zitten niet in de christelijke politiek. De ware dwingelandij zijn de tot staatsgodsdienst verheven zogenaamde geestelijke vrijheden, die door de seculiere elite zijn opgelegd.
André Rouvoet heeft deze eenheidsworst te lang een warm hart toegedragen. En als de directeur van het wetenschappelijk instituut van de CU vrijdag vol 'trots' twittert dat het een verdienste van de gaande man van de CU is geweest, dat zijn partij meer is dan alleen een getuigenispartij, dan pas kunnen we met recht constateren dat de discussie over de koers van de CU hoogst noodzakelijk is!
Vertrekkende leidslieden. Het heeft iets gekunsteld. Met opgeheven hoofden verlaten ze publieke podia, maar hoe komt het dan dat ik altijd die staarten tussen de benen ontwaar. Het zij zo!
Bert Brouwer, Muiden (www.bertbrouwer.com)
Bovenstaande is een gastbijdrage van Bert Brouwer. Als u zelf een bijdrage hebt geschreven die voor publicatie op DDS in aanmerking zou kunnen komen, gelieve die dan te mailen naar de redactie via het contactformulier onderaan de voorpagina.