Na de dip van enkele weken geleden vliegen de beurskoersen weer omhoog, ondanks de nog steeds zwakke reële economie. De druk op Frankrijk en Italië om eindelijk te hervormen wordt maximaal opgevoerd en tegelijkertijd wordt toch weer gekeken naar de trukendoos van Mario Draghi. Zal het soelaas bieden?
Zelf heb ik er een hard hoofd in. De stakingen bij Air France-KLM hebben weer eens aangetoond hoe de Fransen de kont tegen de krib gooien zodra er iets in hun nadeel hervormd dreigt te worden. Premier Valls een soort realo-socialist roept dat hij grote hervormingsplannen heeft, maar erg concreet is dat nog niet. De Italiaanse premier Renzi lijkt iets voortvarender en heeft zowaar een hervormingsplan voor de arbeidsmarkt door het parlement gejaagd. Maar ook in Italië is het de vraag hoe de vakbonden zullen reageren en ook hoe de hervormingen in de praktijk uitpakken.
Ondertussen boekt Draghi nauwelijks succes met zijn derde LTRO programma, TLTRO genoemd (Targeted Long Term Refinancing Operation). Het verschil met eerdere programmas is dat banken de kredieten nu meer gericht moeten aanwenden in de economie van de eurozone, bijvoorbeeld door leningen te verstrekken aan het MKB. De ECB is druk doende met het opkopen van asset-backed securities en covered bonds. Dit wordt meer gezien als indirecte ondersteuning van de banken (een soort QE-light) dan als een impuls voor de reële economie.
Om de reële economie aan te jagen gaan nu stemmen op om overheden grootschalig te laten investeren, ondanks hun belabberde schuldposities. De Amerikaanse econoom Larry Summers werd dan ook vorige week juichend ontvangen door ons economengilde, toen hij dit afgezaagde verhaal in Nederland hield. Let wel: Summers is sinds enkele jaren toegetreden tot het keynesiaanse kamp, maar was in 1999 het brein achter de grote deregulering, toen hij als minister van Clinton de Glass-Steagall Act elimineerde waardoor banken, na een verbod van meer dan zestig jaar, weer met het spaargeld van burgers konden beleggen. Hiermee werd een trend ingezet weg van productiegedreven kapitalisme, naar een financieel gedreven kapitalisme. Larry Summers heeft een uitstekende neus voor de verkeerde keuzes, zullen we maar zeggen.
Andere economen pleiten ervoor dat Draghi er eerst een rondje hardcore QE (quantitative easing) in de eurozone tegenaan gooit. Dit zou inhouden het grootschalig opkopen van (dubieuze) overheidsobligaties door de ECB en zou moeten beginnen eind dit jaar, of begin 2015. Veel grote beleggers en ook het IMF denken dat het moment gunstig is voor een Europees monetair verruimingsprogramma, omdat het wegvallen van de Amerikaanse QE dan gecompenseerd wordt en de beurskoersen kunstmatig hoog kunnen blijven. Jammer genoeg voor deze gratis-geld-apostelen, zijn de Duitsers mordicus tegen monetaire financiering.
Kortom, de hele zaak hangt van tegenstrijdigheden aan elkaar. Laten we eerst maar eens afwachten of er nu daadwerkelijk hervormd wordt in Frankrijk en Italië en zo ja, of dat niet tot een sociale explosie leidt, waarbij Marine Le Pen en Beppe Grillo de lachende derden zullen zijn. In dat geval wordt de eurozone sowieso opgeblazen.
Te midden van al dit monetaire gegoochel is er in Nederland nauwelijks discussie over reële alternatieven. Sinds 2012 ben ik ervan overtuigd dat TMS (
The Matheo Solution) een interessant alternatief kan zijn. Kern van dit oplossingsmodel van André ten Dam is een flexibel monetair systeem dat zich aan kan passen aan een Europa van verschillende snelheden middels het 'Euro Currency Units-Exchange Rate Mechanism (ECU-ERM)' . Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen geld als betaalmiddel (dit blijft gewoon de euro) en geld als monetaire rekeneenheid. Hiertoe worden nationale munten ingevoerd, maar deze worden dus niet ingezet als betaalmiddel in de winkel.
Door deze nationale rekeneenheden (NCUs, National Currency Units) zullen landen in staat zijn om als het nodig is te devalueren en zo hun concurrentiekracht te herstellen, in plaats van de lange en pijnlijke weg van interne devaluatie (constante verlaging van lonen en prijzen) te volgen. TMS heeft nog andere voordelen: kapitaalvlucht wordt voorkomen doordat bestaande schuldvorderingen in euros gewaardeerd blijven. En, last but not least: met TMS zal er weer de mogelijkheid zijn voor rente fluctuatie per land, welke de verantwoordelijkheid wordt van nationale centrale banken in overleg met de ECB.
Andere oplossingsmodellen voor de eurocrisis, zoals opsplitsing in een neuro en zeuro zone, of het laten uittreden van de zwakkere landen (euro exitcondities scenario van CU-SGP), hebben het nadeel dat deze oplossingen waarschijnlijk gepaard zullen gaan met een grote kapitaalvlucht en instabiliteit op de financiële markten. Ook aan een eventuele terugkeer van alle 18 eurozone landen naar hun eigen nationale munten zijn grote nadelen en enorme kosten verbonden.
Het mooie van TMS zit m erin dat door de monetaire flexibiliteit van dit model zwakkere economieën een herstelkuur kunnen volgen binnen de eurozone, door een combinatie van muntdevaluatie, aangepaste rente, hervormingen en schuldenafbouw, terwijl de economisch sterkere landen daar niet onder hoeven te lijden. Zo kan een permanente transferunie voorkomen worden, terwijl de kosten van implementatie van het model relatief gering zijn.
Volg Jan op Twitter: @JanGajentaan.