Die ene erfenis van de jaren tachtig wil maar niet weggaan, de politieke coryfee. Vandaag was er weer zo´n oudje met aandrang, die zich niet stil kon houden. Ed Nijpels ditmaal.
Interne kritiek binnen de VVD is op dit moment - terecht - ver te zoeken, maar Nijpels ziet toch grote problemen. ´Zijn´ partij zou teveel naar de PVV leunen en een ´kerkhof van niet ingeloste beloftes´ aan het creëren zijn. Inhoudelijk is dat natuurlijk onzinnig, maar het fenomeen van de op eigen groep kankerende jaren tachtig-politicus trekt zich van gebrekkige relevantie en onderbouwing in de regel weinig aan.
Waar Amerika en Groot-Brittannië in de jaren tachtig werden bestierd door modern-conservatieve leiders die gezamenlijk het juk van de Koude Oorlog en de vakbonden wisten af te werpen, werd de Nederlandse politiek gekenmerkt door ideologische nivellering en ongeëvenaarde struisvogelpolitiek rond de vervolmislukking van de multiculturele samenleving. De gezapige politieke sfeer werd misschien nog het beste gekenmerkt door een VVD die onder leiding van de jonge Ed Nijpels in 1982 liefst 36 zetels wist te behalen onder de leus "Gewoon jezelf zijn!". Tegenwoordig zou de kiezer hier niets meer mee kunnen, toen sprak dit mensen gek genoeg echt aan.
Maar veel meer nog dan door het succes van een inhoudsloze leus als `gewoon jezelf zijn´, werd de jaren tachtig met die beruchte kennis van nu gekenmerkt door het lot van de tragische figuur Hans Janmaat. Janmaat en zijn ideeën werden alom verguisd in Den Haag. Als hij sprak, dan liep de Kamer uit protest leeg. En ook het journaille liep met een grote boog om de man heen. Zelfs een aanslag op zijn partijvergadering, waarbij zijn toekomstige vrouw een been verloor, mocht op weinig sympathie rekenen in Den Haag. Versterkt door een antagonistische houding van Janmaat zelf werd aan zijn boodschap minder dan geen aandacht besteed. De onderbuik was in de jaren tachtig totaal onhoorbaar in Den Haag.
Dat vandaag de dag zijn partijprogramma zelfs in de politieke filosofie van de PvdA is doorgedrongen spreekt boekdelen over de veranderde realiteit. Janmaat, die in juni 2002 stierf maar nog net zijn gelijk? kon zien in de opkomst van Fortuyn, werd gedurende zijn leven als racist getypeerd. Terecht misschien, maar zijn woordkeus was naar de normen van tegenwoordig allerminst extreem. De man werd veroordeeld voor de opmerking vol is vol, terwijl dat adagium inmiddels is doorgedrongen tot de allerhoogste bestuurlijke regionen.
Zijn geschiedenis kent eigenlijk geen enkele relevantie. Behalve dan, als we gedwongen worden te luisteren naar een politieke coryfee. Dat zij zich sporadisch roeren in het publieke debat moeten wij hen niet kwalijk nemen, dat is de aard van het beestje. Wellicht komt het voort uit schaamte. Zij zijn het immers geweest, die stelselmatig hebben ontkent dat aan Janmaat?s boodschap een electorale waarheid kleefde. Aan hen is het dan ook te danken dat er geen discussie mogelijk was over de sentimenten van de onderbuik, waardoor deze in 2002 van politieke misselijkheid overstroomde.
Nu ik er zo over nadenk, moeten we hen eigenlijk ook de inhoud van hun roerselen maar vergeven. Deze oudjes zijn immers grootgebracht met hun struisvogelkoppen in het multiculturele zand. Ze weten niet beter, dan dat zij nog steeds tegen het kwaad van Janmaat strijden en hebben niet in de gaten dat hun tijdperk al lang en breed door de realiteit in ingehaald. Misschien had ik dan ook een andere titel moeten kiezen: Het leedvermaak, dat coryfeeën heet.