Omdat nu bijna iedereen iets over het koningschap gezegd heeft, wil ik ook niet achterblijven. Sommige dingen kun je maar beter niet veranderen. Laat Nederland toch doorsukkelen met de monarchie.
Het zal u niet verbazen dat het fragmentje Hans Teeuwen in
De Wereld Draait Door de aanleiding is. U weet wel: over het paren met de Koningin,
'keihard in haar reet'. Ik was verbluft, want ik zag het voor de eerste keer. Ja, ik had wel eens een fragment uit het optreden van Hans Teeuwen (in 1967 geboren in het Noord-Brabantse dorp Budel) gezien, maar toen was de conclusie snel gemaakt: daar niet heen, naar een voorstelling van hem. Ik kijk ook niet naar Paul de Leeuw, die zijn grote voorbeeld wel geweest zal zijn.
Platheid is natuurlijk van alle tijden. U kent de boerenkermissen van Brueghel. Ik stel me zo voor dat die zatte boeren ook grappen maakten waarom ik niet zou schateren. En daarom verbaast het me ook niet dat die jongen uit Budel een gevoel voor humor heeft - de manieren nog even terzijde gelaten - dat platvloers is. Vroeger bleef zon boer echter in zijn dorp en dat was wel zo mooi. Werd hij zo zat dat hij naar Den Haag wankelde en grove dingen ging staan schreeuwen bij het koninklijk paleis, dan rekende de marechaussee hem wel in en kreeg hij misschien nog een paar rake klappen ook niet zo erg, hoor. Tegenwoordig komt die boer op de televisie en wordt zijn sketch misschien door enkelen verwerpelijk gevonden, maar zien heel wat progressieven er toch wel iets aardigs en zelfs nuttigs in. Die progressieven komen doorgaans ook uit Budel.
Het kan dat de vrijheid moet bestaan om de grofheden uit te slaan die de boerse Hans uitsloeg, maar dan moet het koningshuis ook de vrijheid hebben het bevel te geven die man te laten vierendelen, op het Malieveld bijvoorbeeld. Als motief zou men kunnen geven: om de man tegen zichzelf te beschermen, want in zulke onzintaal moet je je tegenwoordig uitdrukken. Het is verbluffend dat het koningshuis alle boertigheden - 'satire' noemt men het met overdreven welwillendheid - aanvaardt. Is dat niet een beetje laf? Ik moet bekennen dat de Oranjes me nooit bijzonder dapper hebben geleken, behalve indertijd in Londen. Het heeft me altijd wat tegen de borst gestuit hoe ze zich aanpasten aan alle ideetjes van de tijd. Alles om hun baantje te behouden. Want laten we wel wezen: het is een baantje, een zeer goed betaald baantje. Historisch onderlegde mensen weten maar al te goed hoe bijvoorbeeld al die Duitse vorstjes driftig naar zulke baantjes solliciteerden. Het Belgische koningshuis is een prachtig voorbeeld. Prinsjes van het ministaatje Saksen-Coburg, die eindelijk wel eens hogerop wilden en na veel gekonkel en gelobby op de Belgische troon belandden, waar ze nu niet meer zijn weg te branden - al verdommen ze het de taal die door het merendeel van hun onderdanen gesproken wordt, fatsoenlijk onder de knie te krijgen. Je zou in een bedrijf voor minder ontslagen worden.
Nee, medelijden met alle vorsten heb ik niet. Maar ik zie daar nog geen reden in er genoegen mee te nemen dat ze geschoffeerd worden. Het is ook zon slecht voorbeeld voor onze opgroeiende jeugd, zoals dat heet. Maar die jeugd verkeert al helemaal in Budel, is mijn indruk. Hoe dan ook, als je een koning of koningin aanstelt, dan ga je niet lijdzaam toekijken dat er stront naar gegooid wordt. Zou men aanvaard hebben dat het Den Uyl was aangedaan? Ik denk van niet. Maar in een tijd waarin de geringste krenking van een minderheid je in de gevangenis kan brengen, mag je ongestoord over een vorst heen lopen. Daar klopt iets niet. Als men geen vorsten meer wil, moet men die wegstemmen, maar niet als een schurftige hond wegjagen. Nu ja, de Oranjes laten zich niet wegjagen. Mijns inziens had Prins Willem-Alexander het best eens ridderlijk voor zijn moeder mogen opnemen en op een vroeg uur in het Haagse Bos een duel met die ploert uit Budel mogen uitvechten. Maar nee, hoor, steeds die brede lach.
Wat bezielt zo iemand koning te willen worden? Ja, het vorstelijke salaris uiteraard, waarvoor je anders in de zware criminaliteit of het bankwezen moet gaan. Dan is het leuker op een jacht langs de havens van de Middellandse, Caribische of Chinese Zee te varen, in gezelschap van de jetset. Daar moet toch echt de troost voor Prins Willem-Alexander gezeten hebben, onder meer in de vorm van het Argentijnse meisje Maxima. Want de man moet toch vaak, na weer een confrontatie met platte Nederlanders, in zijn limousine achterover zijn gezegen en iets gemompeld hebben in de trant van: 'En nu even een etmaal geen geteisem meer!' Stel je voor dat dan een microfoon nog aanstaat!
Hoe zou dat gaan op zon jacht? Ik kan me zo indenken dat al die kroonprinsen elkaar proberen te overtreffen in sterke verhalen - over wat ze in hun dierbare vaderlanden hebben moeten slikken om nu hier naar de turkooise zee te mogen staren. 'Moet je horen wat ze mij vorige week geflikt hebben ' En dan komt er weer een sterk verhaal. Hoogstwaarschijnlijk kon Prins Willem-Alexander doorgaans met de sterkste verhalen komen, want geen land is zo ordinair als Nederland, de naam zegt het al. In de afgelopen jaren moest ik wel eens naar Scandinavië. Ik dacht dat het daar nog erger zou zijn dan bij ons. Tenslotte deden ze daar altijd nog een graadje progressiever en maakten ze er ook van die rare mesjes en vorkjes. Maar niks daarvan. Althans in Stockholm en Helsinki vond ik een beschaving die je bij ons al lang vergeefs zoekt. Mogen we niet altijd winnen bij de Olympische Spelen, op het terrein van de onhebbelijkheid en smakeloosheid zijn we kampioenen. De proleet is koning in Nederland. Prins Willem-Alexander zal wel beseffen dat hij zijn plaatsje op de troon dus zal moeten delen.
Zou ik koning willen zijn? Beslist niet. De brede glimlach zou me snel vergaan en ik zou laten merken wat ik dacht. Ik zou kijken zoals Koningin Paola in België constant doet: met een gezicht van waarom moet ik dit spel in godsnaam meespelen, ik vind er geen bal aan! Koning Albert II zal elke ochtend de zweep over haar moeten leggen. 'Paola, doe niet flauw, its all in the game, je vond het leuk met een mogelijke troonopvolger te trouwen, nu zit ik op de troon en hoor ik mijn werk te doen.'
Iets anders. Ik zal er wel eerder over gesproken hebben, want het is zon zinnig idee. In zijn roman Les Pléiades spreekt Gobineau - de man die nog altijd wordt nagehouden dat hij de menselijke rassen verschillend vond, hoe kwam hij erbij, hè? - over de koningszonen. Koning zijn is niet leuk, zegt hij, fils du roi zijn des te meer. Want dan heb je de privileges en niet de verplichtingen. Wel de lusten, niet de lasten. Ik moet daarbij denken aan Gunter Sachs die zijn bravere broer voor het Opel-bedrijf liet zorgen en zich zelf lekker ging amuseren met de jetset.
Voor de macht hoef je vandaag in Nederland geen koning meer te worden, want je krijgt geen macht meer. Ik haak trouwens niet naar macht, al ken ik mensen die daar echt van genieten. De macht om alles op een afstand te houden dat me ergert - die macht zou voor mij volstaan. En die verleent geld je ook al. Of is macht toch wel lekker? Een klootzak die je een vuile streek geleverd heeft, eventjes aan het mes rijgen! Wraak mag dan onwijs en nutteloos zijn, er valt heus wel plezier aan te beleven. Maar van dat plezier wil ik grootmoedig afstand doen.
Waar ligt de grens tussen macht en geld eigenlijk. Ik las gefascineerd in een roman van Aldous Huxley, Antic Hay, over een man die thuis een maquette van Londen had en daarin alle lelijke gebouwen door mooie verving. Een droom die ik ook vaak heb als ik door steden wandel. Dat mag blijven - en dat moet weg! Zoiets te mogen doen Wat een genot! Een genot dat Hitler en Speer enigszins gekend moeten hebben als ze zich over de maquette van het toekomstige Germania bogen. Misschien moet je voor de uitvoering van zulke dromen wel meer dan geld hebben: macht. Ik doe er toch ook maar weer grootmoedig afstand van.
En dan hebben we al dat geouwehoer over monarchie of republiek. Zou het veel uitmaken? Ik ben tegen alle veranderingen, dus laat Nederland maar doorsukkelen met de monarchie. En als ik vorige eeuwen bekijk, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat een dynastie iets veiliger is dan steeds weer een andere, uit het niets (mogelijk zelfs uit Budel) opgedoken president. Let er eens op: als iemand in een koningshuis zich misdraagt, is het vaak een aangetrouwde. In de familie zelf is namelijk doorgaans toch een idee gegroeid dat men zijn werk netjes moet doen. De uitzonderingen op die regel naar voren halen, heeft weinig zin. Want u wilt toch niet ook beweren dat Castro, Hitler, Chavez, Ceausescu en Stalin - ongetwijfeld eveneens uitzonderingen - zulke geslaagde presidenten waren? Er mag wel eens aandacht gegeven worden aan de vruchtbare continuïteit waarvoor heel wat dynastieën gezorgd hebben.