Partijdiscipline is niets nieuws in Den Haag, en al helemaal niet bij de rode rakkers van de SP. Onder het bewind van Jan Marijnissen blijkt het allemaal echter nog veel erger dan gedacht te zijn geweest.
Jan Marijnissen stond tussen 1994 en 2008 aan het roer van de Marxistische Partij Nederland, ook wel "SP" genoemd. Hoewel zijn aftreden - om gezondheidsredenen, niet omdat hij het zelf had gewild - alweer bijna tien jaar achter ons ligt, beginnen de boekjes over zijn regime nu pas langzaam open te gaan, en dat is niet zo gek als je hoort hoe het er destijds aan toeging in de socialistische fractie.
Oud-kamerlid Sharon Gesthuizen durft het in haar boek - waar ze vrijdagochtend alvast wat over vertelt in een interview met het AD - als eerste openlijk te praten over wat zich in de veertien jaar onder het juk van Marijnissen allemaal afspeelde. Dat de SP over het algemeen al een zeer strenge partij is, is natuurlijk wel bekend: zo worden leden geacht om 'vrijwillig' een deel van hun salaris in te leveren, allemaal ten gunste van de Partij en haar verheven leiders. In het interview vertelt Gesthuizen over de zware periode waar ze doorheen ging als SP-kamerlid. Ze was wel wat gewend, maar Marijnissen was zo veeleisend - niemand durfde er tegenin te gaan - dat ze uiteindelijk een burn-out heeft gekregen:
Voor mij was het niet gezond. Ik functioneer niet goed onder dat soort leiderschap. Na een jaar, toen ik die burn-out kreeg, moest ik erover praten. Dat voelde als een breuk met loyaliteit, het voelde als verraad. Pas daarna besefte ik dat anderen om me heen er moeite mee hadden. En dat sommige mensen daarom weg gingen.
Ze vertelt daarnaast openlijk hoe, net als zo vaak is gebeurd bij Marxistische partijen elders, sterke loyaliteit aan de partij en haar ideologie uiteindelijk uitmonden in een soort persoonlijkheidscultus rondom de partijleider:
Pas later besefte ik dat loyaliteit aan een partij of ideaal niet betekent dat je onbegrensd loyaal moet zijn aan een persoon. Op het moment dat er wordt gebulderd, zijn er mensen die hun schouders ophalen en mensen die het moeilijk vinden. In principe wil je erin geloven dat je bij een idealistische organisatie in een complexe wereld werkt. Je hebt een toren van loyaliteit gebouwd die je overeind wilt houden, je wilt daarin geloven. Dáár gaat je energie in zitten. Ik voelde me er heel onprettig onder. Het moest heel erg passen in de visie van één iemand. Op een gegeven moment denk je: is dat nou echt de visie van de hele partij? Het was een monocultuur.
Jan Marijnissen blijkt er een aardig Stalinistische manier van leiderschap op na te hebben gehouden. Oké, hij stuurde politieke vijanden niet naar werkkampen in Noordoost-Groningen, maar qua leiderschapsstijl komt hij aardig in de buurt. Hoewel de macht binnen de SP (net als destijds in de Sovjet-Unie) officieel gedeeld werd door de verschillende leiders, hield Jan de touwtjes stevig in handen. Hij vertrouwde er simpelweg niet op dat anderen dingen goed deden, en had dan ook het liefste alles zelf gedaan. Dat mondde uiteindelijk uit in een genadeloze handhaving van de partijdiscipline waarbij Marijnissen de partij werd, en de partij Marijnissen. Dat deed hij overigens wel succesvol: onder zijn strakke bewind groeide de partij van 0 naar 25 zetels.
De vraag is nu wanneer andere (oud-)leden het ook zullen aandurven om te spreken over de gang van zaken binnen de SP. Een ander oud-kamerlid, Farshad Bashir, lijkt alvast de aftrap te willen geven: volgens hem is de kritiek van Gesthuizen op Marijnissen nog "te mild". Dat belooft nog wat.