En daarmee zegt Nederland en masse geen zin te hebben in de politiekcorrecte beeldenstorm op straatnamen die types als Sylvana Simons teweeg willen brengen.
Zo nu en dan voert EenVandaag peilingen uit onder de tienduizenden panelleden die zich daar aan hebben gemeld. Die onderzoek richten zich op allerlei onderwerpen, en deze week was het de beurt aan omstreden straatnamen en andere vernoemingen naar historische personen. U weet wel: mensen die anno 2018 opeens van zeeheld tot megaschurk verworden zijn.
Dan hebben we het bijvoorbeeld over vice-admiraal Witte de With, die in Rotterdam niet alleen een straat, maar ook een kunstcentrum naar zich vernoemd gekregen heeft. Nouja, had: het kunstcentrum gaat de naam zeker wijzigen, en ook de straat is haar naam niet meer zeker. Of wat dacht je van het Mauritshuis, dat een beeld van haar naamgever even leuk verhuisde van de foyer naar een achterkamertje? En dat allemaal onder druk van 'RACISME!'-schreeuwers als Sylvana Simons, die niet vinden dat we mensen die - bezien vanuit onze tijd - zaken deden die niet door de beugel konden, zoals in slaven handelen.
Maar wat vindt Nederland hier eigenlijk van? Dat vroeg EenVandaag zich dus af, dat vandaag de resultaten presenteerde. En wat blijkt nou? Een enorme - nee, zelfs overweldigende - meerderheid vindt dat straten die vernoemd zijn naar historische personen gewoon moeten blijven heten zoals ze heten:
Veel mensen vinden dat deze discussie is doorgeschoten en willen dat de vernoemingen blijven. "Laten we ophouden met deze schijnheiligheid en gewoon trots zijn op onze geschiedenis", zegt iemand. Zo vinden de ondervraagden dat de Admiraal de Ruyterlaan (92%) en de Piet Heinstraat (90%) mogen blijven. Maar ook in de Van Heutszstraat (74%) en de J.P. Coenschool (73%) zien ze geen probleem.
En terecht. Er werd echter ook gevraagd naar figuren uit de recentere geschiedenis, waarvan later bleek dat ze daden hadden begaan die niet door de beugel konden. Hier is er al meer animo voor naamswijzigingen: burgemeesters die in de Tweede Wereldoorlog fout bleken (57% voor behoud) en priesters die zich niet konden inhouden met kinderen (49%) mogen volgens een veel groter deel al van de bordjes in onze steden en dorpen verdwijnen.
En dat is ook eigenlijk prima zo. Wat mij betreft is er één simpel criterium waaraan bepaald moet worden of een naam kan of niet: zouden we zo'n bordje destijds hebben opgehangen als we alle informatie hadden? Want laten we wel wezen: slavenhandel is nu natuurlijk taboe, maar in de tijd van die lieden niet. Kun je het hen dan ook kwalijk nemen dat ze daar destijds aan meededen? Natuurlijk niet. Collaborateurs werden echter al tijdens de oorlog veracht, en priesters met losse handjes konden ook nooit door de beugel. Eigenlijk heel makkelijk dus, als het je lukt om personen door de bril van hun eigen tijd te bekijken, in plaats van de onze. Maar dat is voor de meeste mensen helaas teveel gevraagd.