De Nederlandse economie draait goed. De afgelopen jaren waren er mooie groeicijfers te zien en de werkloosheid is laag. Hoewel er natuurlijk altijd mensen zullen zijn die (terecht of onterecht) klagen, zijn we gemiddeld genomen erg welvarend. Er zijn dan ook aardig wat mensen die hun vermogen de afgelopen jaren hebben zien groeien. Omdat ze meer zijn gaan verdienen, hun bedrijf verkocht hebben of misschien wel een erfenis hebben ontvangen. Maar wat kun je allemaal doen met dit eigen vermogen?
Gemiddeld heeft een persoon in Nederland 25.000 euro spaargeld. Bij huishoudens gaat het zelfs om 45.000 euro. Het is verstandig om een gedeelte van je geld vrij besteedbaar te hebben. Zo kom je niet in de problemen bij onverwachte hoge kosten. De NIBUD heeft een handige BufferBerekenaar ontwikkeld waarmee je kunt berekenen hoe groot jouw buffer zou moeten zijn. Maar wat doe je met je overige spaargeld? Juist als je een mooi eigen vermogen hebt opgebouwd, wil je dit natuurlijk laten groeien. Er zijn diverse opties. Hieronder benoemen we een aantal opties, met de voor- en nadelen.
Ga je voor zekerheid, dan kun je het best je spaargeld bij een bank stallen. Tot een bedrag van 100.000 euro per bank heb je dankzij het depositogarantiestelsel de zekerheid dat je spaargeld nooit zomaar kan verdwijnen bij een faillissement. Houd er alleen wel rekening mee dat je vermogen jaarlijks langzaam vermindert momenteel. De spaarrentes zijn erg laag, en er wordt niet verwacht dat deze op korte termijn zullen stijgen. Het spaargeld wordt minder waard doordat de inflatie hoger is dan de rente. Daarbij kun je slechts tot een bepaald bedrag belastingvrij sparen. In 2019 is dat mogelijk tot 30.360 euro per persoon of 60.720 als je een fiscale partner hebt. Boven deze bedragen betaal je vermogensbelasting.
Naast het sparen op een spaarrekening, is het aflossen van de hypotheek erg populair. Dit levert door de lage spaarrentes momenteel zelfs een beter rendement op dan sparen. Je maandlasten dalen, waardoor je ook weer meer kunt sparen maandelijks. Jaarlijks kun je vaak rond de 10 procent van het totale hypotheekbedrag extra aflossen. Wil je meer aflossen, dan wordt er een boete gerekend. Houd er wel rekening mee dat wanneer je je hypotheek aflost, dit bedrag vast zit in je woning.
Wil je niet dat je geld vastzit in stenen, en wil je kans op een beter rendement dan een spaarrekening oplevert? Dan kun je je vermogen zelf gaan beleggen. Dit kan een mooi rendement opleveren, maar hiervoor moet je je wel gaan verdiepen in bedrijven en de markt. Dit vraagt dus wel een tijdsinvestering. Het kost minder tijd om een bepaald bedrijf in de gaten te houden, maar het is wel verstandiger om je investering te spreiden om het risico op verlies zo klein mogelijk te maken.
Heb je een groter vermogen van minimaal 250.000 euro? Dan kun je bij bepaalde banken gebruikmaken van private banking. Hierbij wordt je vermogen belegd door een specialist. Zo wordt de kans op groei van je vermogen het grootst, zonder dat je er zelf tijd in hoeft te investeren. De vermogensbeheerder rekent voor zijn dienst wel een vergoeding, vaak een percentage van het belegde vermogen. Private banks beleggen afhankelijk van jouw wensen, maar zijn vaak gericht op de lange termijn. Een keuze voor een private bank is er één die je weloverwogen wilt nemen. Verschillende aanbieders van private banking vergelijken is mogelijk, bijvoorbeeld op directe en indirecte kosten en de rendementen de afgelopen jaren, maar uiteindelijk spelen ook jouw persoonlijke situatie en doelen mee.
Als je spaargeld momenteel niet nodig hebt, zijn er diverse mogelijkheden om het weg te zetten. Zo kan het rustig groeien, en kun je er in de toekomst mooie dingen mee doen. Een lange reis, een huis kopen of genieten van je pensioen? Er is niet zo gemakkelijk aan te geven wat de beste optie is als je vermogen hebt opgebouwd. De keuze is bijvoorbeeld afhankelijk van hoe gemakkelijk en snel je over het geld wil kunnen beschikken, en hoeveel risico je wil lopen.