Terugkijkend op het debat afgelopen donderdag in de Tweede Kamer realiseerde ik me dat de scheidslijnen in het debat meer zeiden over het issue dat besproken werd, dan uit het debat zelf te destilleren viel. PVV en SP stonden tegenover de regeringspartijen en de oppositiepartijen PvdA, GL en D66. Een curieus front, tenzij het gaat over de EU.
Wat nu zo opvallend was, was dat het de weerzin tegen extra bezuinigingen van de meeste linkse partijen oversteeg. Want dat de steunoperatie op termijn een hoop geld gaat kosten dat elders niet kan worden besteed, is ook bij deze partijen genoegzaam bekend. Mogelijk met uitzondering van de PvdA, gezien de hemeltergend onbenullige uitspraken van financieel woordvoerder Plasterk eergisteren bij Knevel & Van den Brink.
Er is maar één ding wat deze partijen zo eensgezind kan krijgen dat ze toekomstige bezuinigingen èn de verantwoordelijkheid daarvoor voor lief willen nemen: als de Europese unificatie wordt bedreigd. Dit stelt een groot deel van wat in het debat gezegd werd in een aanzienlijk ander daglicht. Het is niet geheel onbegrijpelijk ook, als je het eenmaal vanuit dit perspectief bekijkt.
Als Griekenland failliet gaat, zal dat het land in een chaos storten waar het de komende vijf jaar zeker niet op eigen kracht uit zal komen. De gewelddadige reacties van de bevolking die nu al zichtbaar zijn geweest, zullen maar een klein voorproefje zijn van wat dan gaat gebeuren. De rest van de EU zal niet ten ondergaan aan de turbulentie die volgt op het faillissement, omdat de financiële markten er voor een heel groot deel al een tijd rekening mee houden. In beurstermen: het is voor een groot deel al in de koersen verwerkt.
Het probleem zit dieper. De turbulentie die ontstaat zal de EU-landen namelijk wel degelijk verplichten meer steun en aandacht te geven aan hun eigen nationale financiële instellingen. Dit heeft op zijn beurt weer gevolgen voor het unificatieproces, omdat er minder geld beschikbaar zal zijn om aan de EU te besteden. De lidstaten zullen zich harder gaan verzetten tegen de afdrachten aan de EU, en een algemene sfeer van wantrouwen jegens andere financieel zwak gemanagede staten zal de slagkracht van van de ECB ernstig beperken. Toekomstige bail-outs zullen de eerstkomende jaren niet mogelijk zijn.
Griekenland zal in het geval van een faillissement niet langer te handhaven zijn binnen de euro, omdat er geen economisch perspectief is waardoor het land zich op enige termijn kan bedruipen. Een terugkeer naar de drachme zal helpen, maar ook de binnenlandse economische onrust tot ongekende hoogten opjagen. Het meest waarschijnlijke scenario is dat Griekenland haar lidmaatschap van de EU opschort om intern orde op zaken te kunnen stellen, zonder zich iets gelegen te hoeven laten liggen aan de eisen die de EU onvermijdelijk zal moeten stellen. Een terugkeer, if ever, zal niet binnen tien jaar plaatsvinden.
Het grote voorbeeld voor Griekenland is wat sinds vorig jaar in IJsland gebeurt. Een bevolking die botweg weigert te accepteren dat de staat aan haar internationale verplichtingen zal voldoen. Nu al zijn in verscheidene landen die in de problemen zitten dergelijke problemen zichtbaar, waaronder heel prominent:
Spanje.
Omdat door de Griekse crisis bailouts niet meer tot de mogelijkheden zullen behoren, is de kans dat landen als Portugal en Spanje eveneens failliet zullen gaan verre van verwaarloosbaar. De ineenstorting van hun financiële stelsel zal hen verplichten eenzelfde route als de Grieken te kiezen. Hun terugkeer zal minder lang hoeven wachten, Spanje zou het redden waard kunnen worden gevonden, al was het alleen maar omdat de EU op een strategisch moment zal moeten besluiten de val van de domino's te stuiten. Zelfs als dat slaagt, wordt de expansie van de EU, zowel staatkundig als territoriaal, voor ten minste twintig jaar een halt toe geroepen.
Dat is voor de partijen die de hernieuwde steun voor Griekenland toejuichen een horrorscenario. Hoe de EU zich na een dreigend echec, als nu lijkt te gebeuren, verder zal ontwikkelen is niet zeker. Het gaat hierbij tussen een interne versterking en een langzaam verval, met belangengroepen van landen en veel onenigheid zonder oplossingen. Zeker is, dat de huidige generatie politici dat niet meer zal meemaken. Gekoppeld aan de sterker wordende euroscepsis in de lidstaten, is hun grootste angst dat de EU deze crisis niet zal overleven.
Het debat van deze week ging niet langer over Griekenland, of ons spaargeld, pensioenen of bedrijfsleven, maar over het voortbestaan van de EU in zijn huidige vorm. Het is geen wonder dat SP en PVV daarin gelijk optrokken. Déze partijen hebben niet de angst, dat in Nederland de lichtjes uit zullen gaan, als deze steunoperatie niet doorgaat.
Dit artikel verscheen ook op Artikel7.nu.