Het schuurde en knarste deze week weer aan alle kanten in de eurozone. De overwinning van de Franse anti-bezuinigingskandidaat François Hollande leverde een heropening van de doos van Pandora genaamd Keynesiaans stimuleringsbeleid op. De socialist meent namelijk oprecht dat Frankrijk zich wel uit de schuldencrisis kan werken door nog meer schulden te maken. De Duitsers riepen meteen dat het begrotingspact niet voor verdere onderhandeling openstond, maar de realiteit is dat Frankrijk te groot is om zomaar te negeren. Dus zal er wel een typisch Europees compromis uitrollen, iets van We moeten de begrotingsnormen in acht blijven houden, maar sommige investeringen worden vanwege hun bijzondere karakter van de normen vrijgesteld. Ofwel: wie wil doorgaan met potverteren, mag lekker zijn gang gaan. De zich verdiepende Spaanse crisis bereikte deze week een voorlopig dieptepunt met de nationalisatie van de zombiebank Bankia. Van alle kanten werd bezworen dat Spanje echt een heel ander geval was dan Griekenland, Portugal en Ierland, en dat er wel degelijk een pad naar de groei beschikbaar was. De markten reageerden door de rente op Spaanse staatsleningen weer tot boven de 6 procent te duwen zodat het voor de Spaanse overheid nog lastiger wordt om de grote schuldenberg af te bouwen.
En Griekenland? Tsja, wat kunnen we daar nog over zeggen? De Griekse kiezer heeft overduidelijk de buik vol van de eurocraten die het land een reeks draconische hervormingsmaatregelen hebben opgelegd. De schuld voor de uitzichtloze situatie van vandaag wordt daarbij overigens terecht op het bord gelegd van de gevestigde partijen. Die partijen kregen tijdens de verkiezingen van deze week dan ook forse klappen te verwerken. Probleem is echter dat de protestpartijen, die nu de meerderheid vormen in het Griekse parlement, het alleen eens zijn over het feit dat het bestaande bezuinigingsbeleid niet deugt. Wat dan wel moet gebeuren, is volstrekt onduidelijk.
Het is logisch dat de andere lidstaten daar geen genoegen mee nemen. Ze dreigden dan ook onmiddellijk de uitbetaling van verdere hulpbetalingen aan Griekenland stop te zetten. Probleem van dat dreigement is ecter dat het de Griekse kiezer sterkt in zijn overtuiging dat Europa volstrekt niet geïnteresseerd is in wat het Griekse volk wil. Zodat de protestpartijen bij de inmiddels onvermijdelijke nieuwe verkiezingen alleen maar een nog beter resultaat zullen behalen. Zodat de gemaakte bezuinigingsafspraken definitief in de prullenbak belanden. Zodat de andere lidstaten de geldkraan definitief dicht zullen draaien. Het logisch eindpunt van deze negatieve spiraal is Griekse uittreding uit de euro.
Dit grexit scenario gold in kringen van beleidsmakers tot voor kort als onbespreekbaar. Inmiddels wordt er zelfs op het hoogste Europese politieke niveau openlijk over gespeculeerd. Het houdt een keer op, zo waarschuwde de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Asselborn de Griekse partijen. De Europees Commissaris voor Economische Zaken Olli Rehn wees de Griekse kritiek daarbij radicaal van de hand: De Griekse problemen zijn niet van vandaag of gisteren, er was al een begrotingstekort ver voor het Europese hulpprogramma. Het klinkt alsof het zwartepieten al begonnen is. Het wachten is nu alleen nog op de onvermijdelijke Griekse ineenstorting.