Wat hebben benzinemaatschappijen en zorgverzekeraars met elkaar gemeen? Ze leveren generieke producten voor een generieke prijs en rond hun beider markt hangt daardoor steeds een grauwsluier van kartelvorming en onderlinge prijsafspraken.
En dat is niet conform de belofte van de toenmalige minister van Gezondheid, Welzijn en Sport, de heer Hans Hoogervorst. Nee, het nieuwe zorgstelsel was er om de gezondheidszorg in Nederland betaalbaar te houden. De vrije marktwerking zou de verzekeraars scherp houden en de prijzen laag. De consument zou uit de talloze proposities altijd diegene kunnen kiezen die het beste bij hem/haar past. Tja. Achteraf is het allemaal anders gelopen en natuurlijk is er weer niemand verantwoordelijk. Maar dit is Nederland en daar gaat het nu niet over. Wel over de dieptrieste wijze waarop de zorgverzekeraars ieder jaar weer de consument menen te moeten attenderen op hun nieuwe propositie. In 2006, bij de invoering van het nieuwe stelsel, stapte 19,6% van de consumenten over naar een nieuwe zorgverzekeraar. Er was kennelijk iets te halen bij een van de anderen Dat daalde snel naar 4% en het aantal jaarlijkse overstappers blijft schommelen rond dat percentage. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat geen enkele aanbieder een duidelijke, heldere propositie en dito claim heeft.
Waarom zou je dan als zorgverzekeraar moeite doen (lees: extra budget vrijmaken) voor die paar potentiële procentjes marktaandeel? De kaarten zijn toch al geschut: vier aanbieders hebben, mede door een aantal overnames, samen een marktaandeel van circa 90%. Deze vier aanbieders zijn als geen ander gebaat bij een status quo van de markt. Ze kunnen immers alleen maar marktaandeel verliezen. En de consumenten komen (lees: blijven) toch wel.
Voor de kleine zelfstandige clubjes is het ieder jaar weer vechten voor lijfsbehoud. Met een relatief klein budget kan je natuurlijk ook geen vuist maken tegen een van die vier reuzen: Achmea-DFZ, Uvit, CZ-Delta Lloyd en last but not least, Menzis.
Dat verandert allemaal wanneer je wel als enige in staat bent je propositie positief onderscheidend af te stemmen op de markt. Door bijvoorbeeld wel echt de goedkoopste te zijn en dat duidelijk te communiceren. Of door je expliciet te richten op een bepaald segment van de markt en je aanbod daar volledig op af te stemmen. Een van de oerwetten van de marketing stelt, dat het niet zo moeilijk is om positief op te vallen in een markt waarin alle partijen hetzelfde aanbod doen en zich hetzelfde gedragen.
Dus hierbij een oproep aan alle zorgverzekeraars die willen profiteren van de kansen die de vrije markt hen te bieden heeft. Wees eens origineel volgend jaar. Denk eens na over de potentie van je eigen merk. Of over groei en hoe je die kunt bewerkstelligen. En doe eens gek: denk vanuit de consument. Waar zou die nou behoefte aan hebben. Duidelijkheid misschien? Of gebruik eens een ander econometrisch model dan de andere marktpartijen. Want vergeet niet: om iets te verdienen komt iedere Nederlander zijn stoel uit.
Wie weet is het dan eindelijk afgelopen met onzinnige claims als Univé, de verzekeraar zonder winstoogmerk. Daar plukt u de vruchten van. Hoezo. Zijn ze dan goedkoper? Nee, dat niet. Maar de verzekerden staan centraal, niet het streven naar winst, zegt Univé. Nou mooi.
Wellicht goed om te weten dat Univé in 2007 gefuseerd is met VGZ-IZA-Trias. Deze onderneming, Uvit, heeft een marktaandeel van circa 26%. En zolang niet een van de andere zorgverzekeraars zijn marktaanpak daadwerkelijk onderscheidend durft te maken, zullen we ook in de komende jaren iedere decembermaand weer lastig gevallen worden door het nasale stemgeluid van Mister Univé, acteur Peter Tuinman. Eén schrale troost: hoe generieker het aanbod van de gezamenlijke zorgverzekeraars, des te geringer de noodzaak voor hen om te adverteren. En dat is snel verdiend. Ik vraag me af of u er de vruchten van plukt.
Jacques Meijers, marketing/communicatiestrateeg.