De eurocrisis, een drama met alleen maar verliezers.
De Russische premier Vladimir Poetin omschreef het uiteenvallen van de Sovjet Unie ooit als een geopolitieke catastrofe. Het is een kwalificatie die bij uitstek geschikt lijkt voor de ramp die zich momenteel ontvouwt binnen de eurozone - een drama dat alleen maar verliezers zal opleveren, zowel binnen Europa als daarbuiten.
Verliezers zijn allereerst de landen die nu door de tucht van de kapitaalmarkten én de noordelijke lidstaten worden gegeseld. Ontsnappen aan de euro is er niet bij, althans: niet zonder enorme kosten. Een verder verblijf binnen de eurozone veroordeelt deze landen echter tot een economische depressie die nog wordt verzwaard door de bezuinigingsoperaties waartoe ze door de andere lidstaten worden gedwongen. Kortom, hun situatie is uitzichtloos. De gedwongen wisselingen in leiderschap die we afgelopen week zagen zullen daar niets aan veranderen. Zij zullen wel het toch al wankele vertrouwen in het democratische gehalte van de Unie nog verder ondermijnen.
Verliezers zijn ook de noordelijke lidstaten die de afgelopen achttien maanden honderden miljarden stortten in bodemloze Zuid-Europese putten zonder de crisis ook maar een moment onder controle te krijgen. Inmiddels zijn ze behalve door hun geld ook door hun opties heen. Geld voor verdere reddingsoperaties is er niet, niet binnen de EU en zoals we tijdens de G20-top in Cannes mochten merken ook niet daarbuiten. De hefboomconstructie die met buitenlands kapitaal het reddingsfonds EFSF had moeten opschroeven tot 1 biljoen blijkt niet te werken, omdat men elders in de wereld niet bereid is de Europeanen het benodigde kapitaal te lenen. Als de hefboom niet van de grond komt, is de enige overgebleven optie een reddingsoperatie via de Europese Centrale Bank. Maar die optie wordt door de Duitsers permanent geblokkeerd, uit angst voor een herhaling voor het hyperinflatiedrama van 1923.
Het economische klimaat in Europa is inmiddels ronduit ijzig. Zelfs in de meest optimistische planning wordt er inmiddels rekening mee gehouden dat de eurozone volgend jaar in recessie wegzinkt. Realistischer berekeningen spreken zelfs van een langdurige economische krimp, mede veroorzaakt door het schijnbaar onafwendbare bankroet van landen als Italië en Spanje. Deze pan-Europese depressie heeft op zijn beurt weer dramatische gevolgen voor de economische toestand in de rest van de wereld. Een machtsfactor is het om geld bedelende Europa allang niet meer, maar een economische facor van betekenis is het nog altijd. Als de Unie, met zijn 500 miljoen kapitaalkrachtige consumenten, ophoudt met het kopen van goederen en diensten van buiten Europa, leidt dat onvermijdelijk tot een wereldwijde economische terugslag.
De grootste verliezer is overigens niet de Europese economie maar het Europese samenwerkingsideaal. Een munteenheid die de eenwording van de Europese lidstaten had moeten bezegelen, blijkt een splijtzwam. Zelfs in Berlijn en Parijs wordt inmiddels openlijk gespeculeerd over het uiteenvallen van de eurozone, een ontwikkeling die de Europese eenheid ernstig zou schaden. Maar als de Duitsers volharden in hun blokkade van het inzetten van de ECB rest ons geen andere keus. Om de Unie te redden, moet de euro dan gekeeld worden. En liefst zo snel mogelijk voordat de markten het voor ons doen.