Gisteren kregen we ineens te horen dat de kersverse lijsttrekker van de PVV in Rotterdam, Géza Hegedüs, werd verwijderd van de lijst van de PVV. Eerst was nog niet duidelijk waarom, maar Hegedüs bleek racistische uitspraken gemaakt te hebben op verschillende momenten. Dat is voor de PVV natuurlijk een beschamend moment, aangezien ze vaker als extreem-rechts worden neergezet en als neo-nazistisch. Deze kwade tongen en bekrompen lieden krijgen hiermee meer r moeten gaan rechtzetten.
Het AD heeft een mooi en
goed stuk geschreven over de structuur van de PVV, die an sich de hele selectieprocedure in de weg zit en zorgt voor fouten in het selecteren van goede mensen. De neiging naar controle door
Geert Wilders zorgt ervoor dat er
LPF-achtige toestanden ontstaan bij de PVV.
Die geheimzinnigheid waarin Wilders zich altijd beweegt, samen met het gebrek aan een voldragen organisatie wreekt zich nu keihard. Blijkbaar was de PVV-leider niet bij macht om een fatsoenlijke check te doen op zijn mensen. Het kostte deze krant en de linkse website Kafka slechts 24 uur om te ontdekken dat Hegedüs extreme – en zelfs antisemitische- ideeën onderschrijft. Zeker anti-Joodse sentimenten kan Wilders missen als kiespijn.
Het is beschamend, maar dus wel logisch te verklaren. Een man of een klein groepje kan maar zo veel inspanning verrichten en kennis hebben over de werkelijkheid. Proberen overal controle over te hebben en iets over te zeggen hebben, is nu eenmaal onmogelijk. Het brengt ook de vraag naar voren: hoe zit het dan met andere
lijsttrekkers? Het algehele vertrouwen in de
partij wordt op de proef gesteld en dat is iets waar Geert Wilders niet op zit te wachten en wat de PVV niet nodig heeft. De partij moet volwassen worden.