Het eeuwige slachtoffer spreekt.
Geert Wilders is even
lekker leeggelopen in de Telegraaf. Moet ook gebeuren. Hij is het slachtoffer van een 'hetze van links' omdat die vervelende Cohen en die irritante
acrobaat Dibi hem in buitengewoon
omfloerste bewoordingen wezen op de invloed van zijn woorden. Of dat juist is, laat ik in het midden, maar om nu te spreken van een hetze, moet je wel een enorme politieke hypochonder zijn.
En dan te bedenken dat Wilders zelf toch een beetje de Gilles de la Tourette van de Tweede Kamer is: hoe grover, hoe beter. Alles en iedereen die ook maar naar een beetje naar links loenst is al een multicultifanaat, knettergek en een dhimmi. Wilders verzekert ons keer op keer dat dergelijk taalgebruik noodzakelijk is in de strijd tegen de islam en de bescherming van onze vrijheden. Als iemand het echter waagt Wilders van enige kritiek te voorzien, slaan alle stoppen door. Dan is het demonisering, dan is het een hetze, dan is het een grote ad hominem. Dan ben je ofwel een clown, ofwel hulpbehoevend - of allebei.
En weet u wat zo wonderlijk is? Zijn achterban zal hem alleen maar steunen, want Geert = Groot. Geert is voor hen een moderne heilige, hij doet nooit iets fout en als het misgaat is dat omdat hij slachtoffer is van Haagse konkelaars. Een soort Geert Grote II, zeg maar. Maar hoe aantrekkelijk is het nu eigenlijk om het eeuwige slachtoffer van de situatie te aanbidden?