Ik wel, maar ik weet nooit precies waarom.
Iedereen kent ze, in de trein, in en rondom stations, voor de supermarkten; mensen wiens leven aanzienlijk minder comfortabel is dan dat van ons. Vaak zijn de tekenen van intensief drugsgebruik van het gezicht af te lezen. Een dorre huid, ingevallen oogkassen, slechte tanden en een graatmager lichaam.
De eerste gedachte die bij interactie met deze personen is: hoe heb je het zover kunnen laten komen, en nog belangrijker: had ik in eenzelfde positie kunnen verkeren?
Ten tweede stel ik mij de logische vraag: wat ga je doen met het geld dat ik je geef? De ontvangende partij claimt vaak het geld te gebruiken voor een veilig onderkomen voor de nacht. Maar, in de meeste gevallen wordt het besteed aan drugs.
Toch geef ik meestal wel wat losgeld. Ten eerste vind ik het een heerlijk gevoel dat ik zelf on the spot mag bepalen hoe solidair ik ben, in plaats van dat Emile Roemer dit voor mij bepaalt en ik dit terug zie in mijn belastingsafdracht.
Zelfs als ik weet dat het geld aan drugs besteed wordt, zijn er nog argumenten om alsnog iets te geven. Als ik hem iets uit vrije wil geef, hoeft hij misschien niets te stelen en voorkom ik hiermee de dupering van derden.
Maar er zijn ook minder zuivere motieven. Zo weet ik van mijzelf dat ik vaker iets geef aan daklozen en uitgebuite straatmuzikanten in tentamenperiodes. Periodes waar ik maar al te graag het geluk aan mijn zijde wil hebben, en dit met een beetje bijgeloof afkoop bij de lokale accordeonist.
Ten derde probeer ik altijd een vriendelijk gebaar of zelfs een praatje te maken met de ontvangende partij. Ik weet namelijk dat er maar weinig mensen zijn die om hen geven, waarschijnlijk zijn er zelfs weinig mensen die hen zowaar als mensen zien. Deze personen zijn de figuranten van het leven. Wellicht dat zij zich een beetje minder miserabel voelen als iemand ze, al is het maar eventjes, als mens behandelt.
Aan mij zijde is er aan rechtse praatjes en gedachtes geen gebrek, maar, in tegenstelling tot wat de linkse kerk beweert, impliceert dit geen gebrek aan medemenselijkheid. Ik wil alleen zelf bepalen wanneer en hoe ik solidair ben met de minder bedeelden, in plaats van een overheid die dit voor mij doet. Een Amerikaanse frase vond ik de realiteit onlangs nog treffend illustreren: Socliasm: When you love strangers so much that youre willing to have a government steal money from another stranger to help them out.
Nog even terug komend op de vraag: had ik zelf in een vergelijkbare positie kunnen verkeren? Een zeer gebruikelijk, maar vaak verzwegen mechanisme, bij het aanschouwen van leed, is de betrekking van dat leed op de eigen persoon. Naast oprechte medelijden met een ander, gaat in dit gevoel vaak een medelijden met de eigen persoon schuil. Zelfmedelijden en verdriet aan de gedachte zelf in eenzelfde situatie te verkeren.
Misschien is dit wel een aanvullend motief bij liefdadigheid: als je zelf in die positie zou verkeren zou je het wellicht ook fijn vinden als iemand je even als mens behandelde. Misschien gaat het nog verder, en geven wij met liefdadigheid in essentie geld aan de projectie van onze eigen persoon in diezelfde miserabele situatie.
Maar, beste DDSers, ook bij u geen gebrek aan rechtse praatjes en gedachtes. Ik ben erg benieuwd naar jullie kijk op deze zaak. Geeft u geld aan daklozen, en waarom wel, of niet?