Femke Halsema in gesprek met Ad Verbrugge

Geen categorie10 dec 2010, 11:30

Gistermiddag ging Ad Verbrugge in gesprek met Femke Halsema over links, nieuw 'nieuw links' en Groenlinks. Halsema ontpopte zich in dat gesprek als een buitengewoon innemende vrouw, met veel ideeën. Van de akela over wie wij dikwijls horen spreken, was in het gesprek niets te vernemen, haar politieke standpunten waren echter wel de vertrouwde dissonanten: 'Marokkanenproblematiek is in de eerste plaats sociaal-economische problematiek.'

Het gesprek viel in twee delen uiteen: eerst zette Femke tamelijk omstandig uiteen wat haar positie was op de linkerflank om vervolgens fel in gesprek te gaan met Verbrugge over allochtonenproblematiek in het bijzonder en cultuurproblematiek in het algemeen.

Femke Halsema rondde na twaalf opleidingen en dertien ongelukken uiteindelijk algemene sociale wetenschappen af. Ze wilde aanvankelijk promoveren, maar ging aan de slag bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau voor de PvdA. Dat beviel eerst wel, maar ze voelde zich in toenemende mate ontheemd. 'Hoe meer partijpolitieke kennis ik kreeg en hoe meer ik leerde over de Partij van de Arbeid, hoe minder ik me er thuis voelde. De PvdA was een bestuurderspartij, een baantjesmachine die bovendien achterhaalde etatistische ideeën had.'

Na een periode van toenemende vervreemding van de PvdA, komt het tot een breuk. 'Dat was buitengewoon heftig. Ik zat in 1996 als excuustruus in een commissie die het partijprogramma van de PvdA voor 1998 moest schrijven. In die periode liet de PvdA-burgemeester van Amsterdam, Schelto Patijn, 500 vreedzame, Italiaanse demonstranten preventief in hechtenis nemen. Ik was woedend en verontwaardigd dat een sociaaldemocraat zó aan de kant van de macht ging staan en niet opkwam voor die demonstranten. Nadat ik het nieuws had vernomen, stormde ik de kamer van het programberaad binnen, daar zat een groot deel van de PvdA-top. Ik deed mijn ontredderd mijn verhaal, ze lachten me uit. Toen ben ik weggelopen en weggegaan bij de PvdA.' In de zomer van 1997 werd Halsema benaderd door Paul Rosenmöller en kwam ze bij Groenlinks.

Verbrugge vraagt of haar afkeer van de PvdA en betrokkenheid bij Groenlinks ook iets te maken hadden met de onvrede die sinds de late jaren negentig gistte in de Nederlandse samenleving. Had Halsema de onvrede aangevoeld en was Groenlinks een reactie op integratieproblematiek en gistende maatschappelijke onvrede?

'Nee, we waren geen partij die reageerde op de integratieproblematiek, maar op de publieke verarming van Nederland. Nederlanders waren in de jaren negentig individueel buitengewoon welvarend, maar er was onvrede over de staat van het publieke domein; over de kwaliteit van de zorg en het onderwijs. Van die onvrede dachten we bij Groenlinks te profiteren.'

Verbrugge: in 2001 en 2002 werd de Fortuyn-revolte zichtbaar. Fortuyn agendeerde de problemen met allochtonen en integratie heel expliciet, in navolging van onder andere Bolkestein, maar ook Scheffer. Hij zette in op cultuur. Integratieproblemen waren volgens hem en anderen niet zuiver sociaal-economische, maar ook culturele problemen.

'In zekere zin heeft Scheffer mij ook de ogen geopend, ik zag toen dat cultuur en traditie een rol speelden in integratieproblematiek en criminaliteit onder allochtonen. Ik zette me echter fel af tegen Bolkesteins Clash of civilizations en Fortuyns denkbeelden. Cultuur is een belangrijke, maar geen bepalende factor in deze problematiek. Daarom is islamkritiek ook nodig. Een schoolhoofd moet bijvoorbeeld ook in kunnen grijpen als islamitische meisjes gedwongen worden een hoofddoek te dragen. Dat hoeven we niet bij wet vast te leggen, maar het moet wel mogen als het om minderjarige meisjes gaat.'

Verbrugge: 'Er zijn echter meer problemen met allochtone kinderen, velen hebben een leerachterstand. Scholen krijgen ook extra geld om die achterstanden weg te werken. Een school krijgt dubbel zoveel voor een kind met allochtone ouders, als voor een kind van, zeg, Henk en Ingrid. Toch helpt het niet. Is het niet zo dat het veel belangrijker is een bewustzijn bij die ouders te creëren in de trant van: als je geen goed Nederlands leert spreken, berokken je je kind erg veel schade? Is het met andere woorden geen moreel probleem?'

Halsema: 'Ja, enerzijds is het een cultureel probleem dat speelt in armoedeculturen, onder allochtonen én autochtonen. Kinderen krijgen 's ochtend geen ontbijt of krijgen alleen snoep mee naar school. Bij allochtonen speelt echter ook nog eens het probleem dat de moeders veelal analfabeet zijn en geen Nederlands spreken. Die konden eerst Nederlands leren op de gratis inburgeringscursus die op sommige basisscholen werd gehouden. Dit kabinet heeft er echter voor gezorgd dat deze vrouwen hun inburgering zelf moeten betalen. En dus moeten ze hun hand ophouden bij hun man, die ze natuurlijk niets geeft, want die vindt een vrouw met een actieradius van zo'n honderd meter wel fijn. Omdat ze geen geld krijgen, komen ze niet meer.'

Verbrugge: 'Je maakt wel slachtoffers van die vrouwen.'

Halsema, fel: 'Deze vrouwen zijn slachtoffers! En we moeten ze helpen inburgeren, zodat ze hun kinderen kunnen helpen.'

Verbrugge: 'Hoezo, moeten we ze leren boterhammen smeren? Kom op, geen ontbijt voor je kinderen maken, is veeleer een moreel probleem.'

Halsema, feller: 'Wil is niet het probleem! Deze vrouwen willen wel. We moeten ze alleen een handje helpen. We moeten een moreel appèl op hen en hun mannen doen, allochtoon en autochtoon, om zichzelf te verheffen.'

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten